Ingediend | 22 mei 2023 |
---|---|
Beantwoord | 26 juni 2023 (na 35 dagen) |
Indiener | Ulysse Ellian (VVD) |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z08887.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3012.html |
Ja.
Ja.
Mijn beantwoording van 3 februari 2023 zag op de mogelijkheid van het inperken van de communicatie van gedetineerden in de penitentiaire inrichting (hierna: PI) middels toezichtsmaatregelen.3 Mijn beantwoording van 6 september 2022 zag op het ongecontroleerde contact dat verdachten met elkaar zouden kunnen hebben op zittingsdagen.4
In artikel 38, zevende lid, van de Penitentiaire beginselenwet (hierna Pbw)5 is opgenomen dat geprivilegieerde contacten zich tijdens het bezoek vrijelijk met de gedetineerde kunnen onderhouden, tenzij sprake is van een ernstig gevaar dat van de gedetineerde uitgaat voor de veiligheid van de bezoeker. De veiligheid ziet enkel op de fysieke veiligheid van de bezoeker. Het uitoefenen van toezicht op de inhoud van de communicatie tussen gedetineerden en geprivilegieerde contacten is niet toegestaan. Deze ruimte biedt de Pbw niet. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Richtlijn die onder meer ziet op het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures (Richtlijn 2013/48/EU) bieden die ruimte niet. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden, bijvoorbeeld in het geval van (het opstarten van) een strafrechtelijk onderzoek, hebben politie en justitie bevoegdheden om op dit contact inbreuk te maken.
Ten aanzien van het verblijf in de rechtbank heb ik als Minister geen rol in een ordentelijke gang van zaken tijdens een rechtszitting. De rechtbank is hiervoor verantwoordelijk. De rechtbanken hebben maatregelen getroffen om te voorkomen dat ongecontroleerd contact plaatsvindt tussen verdachten tijdens zittingsdagen. Pogingen tot verbale en non-verbale communicatie tussen verdachten worden direct door de beveiliging beëindigd. Er is ook permanent toezicht op de verdachten, zowel tijdens de zitting als tijdens de schorsing.
Zoals uit de beantwoording van vraag 4 en art. 38 lid 7 Pbw volgt is de veiligheid van bezoekers in het geding als de fysieke veiligheid wordt aangetast. Om de fysieke veiligheid van bezoekers te borgen kan de directeur onder andere bepalen dat tijdens bezoek toezicht wordt uitgeoefend, geprivilegieerd bezoek is hiervan uitgezonderd. De directeur kan hiertoe besluiten indien hiervoor signalen komen vanuit de PI of het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP).
Daarnaast kan de veiligheid in het geding zijn als bezoekers op enige wijze worden ingezet en/of onder druk worden gezet door de gedetineerde. Om deze veiligheid van bezoekers te kunnen borgen, inclusief die van geprivilegieerd contact, verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 6.
In onze rechtsstaat is het van groot belang dat iedereen vertrouwelijk kan communiceren met een advocaat. Ingrijpen op het telefonisch en schriftelijk contact tussen gedetineerden en geprivilegieerd bezoek is dan ook alleen mogelijk in zeer uitzonderlijke gevallen, zoals blijkt uit mijn beantwoording van vraag 4. Binnen de grenzen van onze rechtsstaat is wel gekeken hoe intensiever toezicht gehouden kan worden op dit contact. Het wetsvoorstel dat op 6 juni jl. bij uw Kamer is ingediend om de Pbw op een aantal punten aan te passen, beoogt onder meer een aanpassing die het mogelijk maakt om visueel toezicht te houden op gesprekken tussen geprivilegieerde personen en een specifieke groep gedetineerden.6 Met het visueel toezicht kan straks direct worden ingegrepen op het moment dat wordt waargenomen dat druk op de geprivilegieerde persoon wordt uitgeoefend door de gedetineerde.
Ook zie ik dat gedetineerden in de EBI met enige regelmaat met meerdere rechtsbijstandverleners contact hebben, zonder dat dit op voorhand duidelijk te koppelen is aan een concrete rechtszaak. Dat brengt een risico met zich mee dat gedetineerden met behulp van rechtsbijstandverleners een communicatiekanaal kunnen opzetten met de buitenwereld. Om dit soort risico’s te beperken en rechtsbijstandverleners ook te beschermen tegen de druk, dwang en/of dreiging vanuit de georganiseerde criminaliteit wordt in het wetsvoorstel tot wijziging van de Pbw voorgesteld het aantal rechtsbijstandverleners te beperken tot ten hoogste twee. Hiermee geef ik uitvoering aan de daartoe strekkende motie van het lid Ellian.7
Ik ga niet in op individuele gevallen. In zijn algemeenheid geldt dat alle contacten van EBI-gedetineerden met de buitenwereld worden gecontroleerd, met uitzondering van geprivilegieerd contact.
Ik ga niet in op individuele gevallen. In zijn algemeenheid kan ik antwoorden dat naast de reeds genoemde voorgenomen wijzigingen van de Pbw ten aanzien van het geprivilegieerd contact, mijn voorstel tot het wijzigingen van de Pbw ook ziet op de mogelijkheid te bevelen dat een gedetineerde in de EBI of AIT wordt onderworpen aan verdergaande beperkingen in zijn of haar communicatie. Dit bevel kan worden gegeven bij aanwijzingen van een ernstige gevaarzetting voor de openbare orde en veiligheid vanuit een gedetineerde. Aanleiding voor dit bevel kan zijn gelegen in concrete gedragingen van een gedetineerde maar ook de gevaarzetting die van de status van een gedetineerde uitgaat.
Zie de beantwoording van bovenstaande vragen. De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Ellian (VVD), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over toezicht op geprivilegieerde gesprekken in de Extra Beveiligde Inrichting. (ingezonden 22 mei 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.