Kamervraag 2023Z08512

AIVD

Ingediend 16 mei 2023
Beantwoord 14 juni 2023 (na 29 dagen)
Indiener Pepijn van Houwelingen (FVD)
Beantwoord door Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid staatsveiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z08512.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2955.html
  • Vraag 1
    U stelt in de beantwoording van Kamervragen op 12 mei 20231 dat de AIVD in het openbaar geen uitspraken doet over de «gewelddadige uitwassen» van «anti-institutionele extremisten» die de AIVD heeft ontdekt en waar de AIVD in zijn jaarverslag 2022 op p.14 melding van maakt: kan hieruit geconcludeerd worden dat (tot nu toe), geen enkel van deze «gewelddadige uitwassen» heeft geresulteerd in een vervolging door het openbaar ministerie en/of een veroordeling door de rechter?

    De AIVD schrijft in zijn publicatie2 dat het anti-institutioneel-extremisme de democratische rechtsorde op de lange termijn waarschijnlijk ernstig ondermijnd door de verspreiding van het narratief over een «kwaadaardige elite». Het narratief ondermijnt de democratische rechtsorde door een beeld te schetsen over het bestaan van een kwaadaardige elite dat feitelijk onjuist is. Daarmee tast het narratief het vertrouwen in de wetgevende, uitvoerende, en/of rechtsprekende macht, de «traditionele» media en wetenschap onterecht aan, en ondermijnt het langzaam maar zeker de legitimiteit van deze instituties.
    De AIVD schrijft verder in zijn publicatie dat de brede verspreiding van het narratief mogelijk op de kortere termijn ook een geweldsdreiging vormt. Hoewel aanjagers van het anti-institutioneel-extremisme over het algemeen niet expliciet oproepen tot geweld, voorziet het narratief wel in een beeld dat er een vijand is – de «kwaadaardige elite» – waarmee men feitelijk in staat van oorlog verkeert. Individuele aanhangers kunnen dat zien als rechtvaardiging voor geweld en intimidatie gericht op vertegenwoordigers van instituties, zoals politici, rechters, journalisten en wetenschappers. De AIVD heeft een wettelijke taak om onderzoek te doen naar personen en organisaties die door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de nationale veiligheid. Zoals bekend, doet de AIVD geen uitspraken in het openbaar over casuïstiek omtrent personen of organisaties die in onderzoek zijn.
    De publicatie over anti-institutioneel-extremisme van de AIVD geeft voorbeelden van de gewelddadige dreiging die uitgaat van het narratief over een «kwaadaardige elite», zoals de aanhouding van een man die een moordaanslag beraamde op (toen demissionair) premier Rutte. Hij plaatste meerdere opruiende berichten in Telegram-groepen waarin veel anti-institutionele boodschappen werden verspreid3.

  • Vraag 2
    Indien géén van deze «gewelddadige uitwassen» inmiddels tot een vervolging en/of een gerechtelijke veroordeling heeft geleid, heeft u hiervoor dan misschien een verklaring? Zijn de «gewelddadige uitwassen» waarover de AIVD in zijn jaarverslag spreekt wellicht niet ernstig genoeg om tot vervolging over te gaan ondanks dat ze «gewelddadig» van aard en een bedreiging voor de democratische rechtsstaat zijn? Of kan misschien onvoldoende worden aangetoond dat er sprake is van een geweldsdelict? Maar waarom spreekt de AIVD dan in haar jaarverslag zo stellig over «gewelddadige uitwassen» van «anti-institutionele extremisten»?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Indien een of meer van deze «gewelddadige uitwassen» inmiddels wél tot een vervolging en/of een gerechtelijke veroordeling hebben geleid waarom kan u deze voorbeelden van «gewelddadige uitwassen» dan niet naar de Kamer sturen? Een vervolging ingezet door het openbaar ministerie of een gerechtelijke uitspraak zijn immers toch openbaar en vallen dus niet onder de geheimhoudingsplicht van de AIVD laat staan onder «het staatsgeheim»?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Kortom, kan u de «gewelddadige uitwassen» van «anti-institutionele extremisten» waar de AIVD in zijn jaarverslag over spreekt en waarbij het openbaar ministerie inmiddels tot vervolging is overgegaan of waar de rechter al een uitspraak over heeft gedaan alsnog naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Kan u de bovenstaande vragen binnen drie weken en afzonderlijk beantwoorden?

    De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord. De vragen zijn niet afzonderlijk beantwoord.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z08512
Volledige titel: AIVD
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2955
Volledige titel: Vragen van het lid Van Houwelingen over AIVD