Ingediend | 10 mei 2023 |
---|---|
Beantwoord | 5 juli 2023 (na 56 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z08125.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3130.html |
Zonder een nadere analyse kan er geen allesomvattende verklaring worden gegeven voor cijfermatige veranderingen. De politie geeft in haar rapportage een aantal mogelijke verklaringen voor deze veranderingen.
De politie is voornemens een onderzoek te laten doen om de cijfers rondom geweld door politieambtenaren (GDPA) beter te kunnen duiden en is inmiddels gestart met het opzetten van een onderzoeksvoorstel.
De politieacademie biedt sinds februari 2021 de basispolitieopleiding PO21 aan. De eerste aspiranten hebben in februari 2023 deze vernieuwde basispolitieopleiding afgerond en zijn van de opleiding ingestroomd in een eenheid en volgen daar nog een tweejarig programma van startbekwaam naar vakbekwaam. De rapportage van de politie over cijfers en duiding van geweldsaanwendingen door politieambtenaren betreft cijfers over 2022. Aangezien de eerste aspiranten in februari 2023 zijn ingestroomd in de eenheden, lijkt het verkorten van het basispolitieonderwijs los te staan van het toegenomen aantal geweldsincidenten.
Een verband tussen de druk op de capaciteit en het toegenomen aantal geweldsincidenten is mij niet bekend. Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 1 is de politie voornemens onderzoek te laten doen om de cijfers rondom geweld door politieambtenaren beter te kunnen duiden. De politiemedewerkers kennen de beginselen waaraan geweldsaanwendingen moeten voldoen en zij zijn voorbereid om onder alle omstandigheden, ook toegenomen werkdruk, professioneel geweld te gebruiken.
De geweldsinstructie stelt dat het stroomstootwapen in schokmodus alleen in levensbedreigende nood- dan wel afweersituaties mag worden gebruikt of ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren2.
In alle gevallen – zowel in de schiet- als schokmodus – moet de politieambtenaar het gebruik van het stroomstootwapen aan de hulpofficier van justitie melden, zoals dit bij alle geweldsaanwendingen gebeurt. Bovendien registreert de Taser X2/NL elke handeling én het gebruik van het stroomstootwapen. Dit gebeurt op een niet zelf te wissen chip in het wapen, die achteraf kan worden uitgelezen.
Wanneer de geweldsaanwending niet aan de eisen voldeed, dan kan dit bijvoorbeeld leiden tot een leertraject en aanvullende training. Als met de overtreding van de normen tevens sprake was van verwijtbaar plichtsverzuim, dan kan het ook rechtspositionele gevolgen hebben. Die kunnen variëren van een berisping tot strafontslag. De Rijksrecherche heeft een onpartijdige rol in het onderzoeken van (vermeend) strafbaar gedrag binnen de overheid en dus ook de politie. Vervolgens is het aan de Officier van Justitie om de politieambtenaar al dan niet strafrechtelijk te vervolgen.
De politie geeft in de rapportage Geweldsaanwendingen door politieambtenaren 2022 aan dat een mogelijke verklaring is dat de maatschappij verder polariseert en burger en overheid steeds meer tegen over elkaar zijn komen te staan, vooral als het gaat om de toename van de geweldmutaties. Ik sluit niet uit dat onvrede in de samenleving op een gegeven moment een uitlaatklep vindt in de vorm van geweld tegen de overheid (waaronder de politie). Als Minister van Justitie en Veiligheid keur ik dat vanzelfsprekend af.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 kan zonder een nadere analyse geen alles omvattende verklaring worden gegeven voor cijfermatige veranderingen. De politietop heeft een mogelijke verklaring gegeven die kan hebben geleid tot veranderingen in de cijfers.
Geweldsaanwending is het uiterste middel en dient – waar mogelijk – altijd voorafgegaan te worden door communicatie, conflicthantering en de-escalatietechnieken. Hieraan wordt specifiek aandacht geschonken in alle integrale beroepsvaardigheden-trainingen. De-escaleren is dan ook een kernelement bij het optreden in en het trainen van (mogelijke) geweldssituaties. Sinds 2018 zijn de-escalatie-technieken structureel opgenomen in ieder lesplan van de IBT-trainingen.
Ook in de basispolitieopleiding wordt ruime aandacht besteed aan het de-escalerend optreden en deze vaardigheid om de-escalerend te werken.
Hoewel de-escalerend optreden vanzelfsprekend de voorkeur heeft, betekent dat niet dat het altijd tot het gewenste resultaat leidt. In die gevallen zal de politie voor het bereiken van haar doel moeten doorpakken en daarbij, indien noodzakelijk en met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid, gebruik maken van haar geweldbevoegdheid.
De politie heeft de data (geweldmutaties en geweldregistraties) die in het systeem is ingevoerd, in de vorm van aantallen uitgedraaid. Om inzicht te krijgen in de achtergrond en beweegredenen van agenten om geweld toe te passen, zou een kwalitatief onderzoek noodzakelijk zijn. Een dergelijk onderzoek neemt aanzienlijk meer tijd in beslag dan enkel het genereren van een cijfermatig overzicht. Zoals in antwoord 1 al is aangegeven, is de politie voornemens een onderzoek te laten doen rondom het beter duiden van de cijfers rondom geweld door politieambtenaren en wordt er inmiddels een onderzoeksvoorstel opgezet.
De politie monitort het geweldgebruik door de politie aan de hand van de jaarlijks gegenereerde cijferoverzichten. In die cijfers kan aanleiding worden gezien om een bepaalde vorm van politiegeweld nader onder de loep te nemen. Leren van geweld maakt deel uit van de stelselherziening geweldsaanwending. Dit draagt bij aan de verdere professionalisering van het gebruik van de geweldbevoegdheid en vergroting van het maatschappelijk draagvlak voor de zorgvuldige omgang met de geweldbevoegdheid die aan de politie is toevertrouwd.
Op basis van de rapportage Geweldscijfers 2021 is een aantal leerpunten benoemd. Een van die leerpunten heeft betrekking op het verder stimuleren van en investeren in de registratie en transparante verantwoording van geweldgebruik door de politie. Via workshops op vakdagen voor hulpofficieren van justitie is dit onderwerp in 2022 actief onder de aandacht gebracht. Daarnaast wordt hieraan blijvend aandacht gegeven via de reguliere IBT-trainingen. Tot slot zijn in enkele eenheden taakaccenthouders, ondersteuners of adviseurs geweldsaanwending actief binnen de districten die hierin faciliteren en/of het gesprek aangaan met hulpofficieren en sectorhoofden.
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 9 aangaf, werkt de politie voortdurend aan het interne proces van leren van geweld. Onderdeel daarvan is de registratie van aangewend politiegeweld. Ik heb geen reden om aan te nemen dat de cijfers over de aard en omvang van geweldsaanwendingen door de politie een onvoldoende duidelijk beeld zouden opleveren. Daarom zie ik geen aanleiding om hierin nog andere actie te ondernemen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Leijten (SP), van uw Kamer aan over de Minister van Justitie en Veiligheid (ingezonden 10 mei 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.