Ingediend | 17 april 2023 |
---|---|
Beantwoord | 15 mei 2023 (na 28 dagen) |
Indiener | Derk Boswijk (CDA) |
Beantwoord door | Christophe van der Maat (staatssecretaris defensie) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z06915.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2581.html |
Ja.
De beleidskaders Opleiden & Individueel Trainen zijn recent geactualiseerd. Meer dan voorheen geldt bij opleidingen het uitgangspunt «Dat wat nodig is, precies genoeg, precies op tijd». Dat betekent dat de opleidingsinspanningen zich richten op de kwalificaties die daadwerkelijk nodig zijn voor de individuele functievervulling. Daarnaast komt er meer nadruk op flexibel en doelmatig opleiden met meerdere opkomstmomenten, kleinere klassen en een betere aansluiting op vervolgopleidingen. Opschaling van opleidingscapaciteit via de inhuur of inkoop van externe opleidingscapaciteit is ook een optie. Ten slotte zal het opleiden op de werkplek steeds belangrijker worden, waardoor reguliere opleidingen kunnen worden verkort.
Ja.
Ja. Een belangrijk uitgangspunt in het opleidingsdomein is dat waar mogelijk civiel wordt samengewerkt. Voorbeelden zijn de mbo-opleiding voor marine technicus door een samenwerkingsverband van verschillende zeevaartscholen en het opleidingscentrum van de Koninklijke marine, samenwerkingsverbanden van de landmacht met regionale ROC’s voor de genie, de verbindingsdienst en het vuursteuncommando, en samenwerking van de luchtmacht met het MBO en commerciële opleiders voor technici en militaire beveiligers. Een ander voorbeeld is de insourcing van externe rij-instructeurs bij het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden.
Tenslotte wordt bij initiële militaire opleidingen kritisch gekeken naar wat essentieel is om zelf te doen en wat in samenwerking met civiele opleidingsaanbieders kan worden aangeboden.
Ja. Veel functie-opleidingen lenen zich niet voor uitbesteding vanwege het defensiespecifieke karakter of vanwege veiligheidsaspecten. Daar waar uitbesteding wel mogelijk is, wordt steeds meer de samenwerking opgezocht. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking met het MBO in het kader van in- door- en uitstroomopleidingen, waarvoor binnenkort een nieuw convenant wordt getekend, en de inkoop van leiderschapstrainingen en assessments bij externe marktpartijen.
Overigens wordt er niet alleen kleinschalig ingekocht. Bij grote materieelprojecten zit de inkoop van bijvoorbeeld monteurs- en bedrijfsopleidingen dikwijls in de aankoop besloten. Daarnaast worden veel opgeleide specialisten zoals artsen rechtstreeks van de arbeidsmarkt geworven en worden zij slechts kort militair opgeleid.
Nee. Het Commando Landstrijdkrachten streeft juist naar een strategisch partnerschap met civiele partijen om verzekerd te zijn van aanvullende capaciteit wanneer de omstandigheden dat vereisen.
In de brief «Vrijwillig, maar niet vrijblijvend», een visie op reservisten (Kamerstuk 36 200-X, nr. 72) heb ik aangekondigd de samenwerking met civiele werkgevers en externe opleidingsinstituten te intensiveren. Hoe die samenwerking vorm krijgt en bijdraagt aan het verkleinen van opleidingsachterstanden zal in de komende periode meer in detail worden uitgewerkt.
Zie ook het antwoord op vraag 4.
Op korte termijn maakt het Dienjaar Defensie gebruik van de intern beschikbare opleidingscapaciteit, waaronder ook reservisten, om zo snel mogelijk te kunnen starten. Het Dienjaar is een iteratief ontwikkeltraject waarbij voor elke stap van de instroom- en opleidingsketen wordt bezien hoe dit op een schaalbare manier vorm gegeven kan worden. Samenwerking met externe partners is voorzien opdat zo min mogelijk een beroep wordt gedaan op schaarse opleidingscapaciteit bij Defensie.
Het Dienjaar is een pilotproject dat zoveel mogelijk parallel aan bestaande defensie-opleidingen ontwikkeld wordt. Dit maakt dat het Dienjaar ook een geschikte proeftuin is voor innovatie binnen het opleidingsdomein. Als innovatieve maatregelen voor opleidingen blijken te werken binnen het Dienjaar, bezien we of en zo ja hoe we deze breder in het opleidingsdomein kunnen toepassen. Daarnaast voert TNO op dit moment in opdracht van Defensie een onderzoek uit naar arbeidsextensief werken en opleiden.
Zie antwoord vraag 8.
Ja. In de brief «Vrijwillig, maar niet vrijblijvend», een visie op reservisten heb ik de ambitie opgenomen om in 2024 een relatienetwerk van minimaal 150 werkgevers en brancheorganisaties te hebben waarbinnen het mogelijk is personeel uit te wisselen. Defensie werkt samen met onder andere de Algemene Werkgeversvereniging Nederland en het Platform Defensie Bedrijfsleven aan het uitbouwen van dit relatienetwerk. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen de Nederlandse Defensie Academie en civiele kennis- en onderwijsinstellingen, onder meer inzake nieuwe technologieën zoals data science en artificial intelligence.
Zie antwoord vraag 7.
Ja, ik ben bereid de geschetste mogelijkheden nader te onderzoeken. Er zijn bijvoorbeeld al verkenningen uitgevoerd om opleidingen ten behoeve van persoonlijke ontwikkeling geheel door een externe partner te laten verzorgen. Het is echter nog te vroeg om hierover conclusies te trekken. Defensie onderzoekt daarnaast de mogelijkheden om nauwer samen te werken met bedrijven voor de opleiding en training van defensiepersoneel. Voor wapensystemen worden veelal fabrieksopleidingen ingekocht. Deze opleidingen zijn vooral gericht op de beheersing van technische aspecten rondom een wapensysteem (bediening en onderhoud). Voor de toepassing van wapensystemen in de operatie is outsourcing of detachering meestal geen optie aangezien het hierbij vaak om tactieken gaat die minimaal als departementaal vertrouwelijk of hoger gerubriceerd zijn.
Ook wordt ingezet op meer samenwerking met het MBO en met partners in het veiligheidsdomein (Defensie, Nationale Politie, Douane en Dienst Justitiële Inrichtingen). Defensie kent meer dan 1.800 eigen opleidingen waarvan een deel op termijn kan worden uitbesteed.
Zie ook het antwoord op de vragen 5, 8 en 9.
Zie antwoord vraag 12.
Ja. Eind maart 2023 is de aanmelding voor de tweede lichting van het Dienjaar Defensie gestart. Inmiddels hebben zich ruim 900 mensen aangemeld voor de (verplichte) voorlichting voor deze opkomst en zijn ruim 300 sollicitaties ontvangen. Dit aantal groeit nog met de dag.
Het Dienjaar kent een ambitieus groeipad naar 1.000 deelnemers per jaar in 2025. Gelet op het animo voor het Dienjaar onderzoekt Defensie al de mogelijkheden om sneller op te schalen. Deze groei moet wel rekening houden met het absorptievermogen van de krijgsmacht. Zo moet er voldoende begeleiding zijn voor de Dienjaarmilitairen. Daarnaast moeten er voldoende werkplekken worden geïdentificeerd waar Dienjaarmilitairen met een relatief korte opleiding kunnen worden ingezet. Samenwerking met externe partners is voorzien, waaronder de inhuur van instructiecapaciteit, opdat zo min mogelijk een beroep wordt gedaan op schaarse opleidingscapaciteit bij Defensie.