Ingediend | 6 april 2023 |
---|---|
Beantwoord | 15 mei 2023 (na 39 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z06133.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2595.html |
Ja, ik ben bekend met de column «Met knikkende knieën ongebruikelijke transacties melden». Georganiseerde criminaliteit is helaas ver doorgedrongen in onze maatschappij en voor de effectieve aanpak ervan is de inzet van velen nodig. Daarom vind ik het van groot belang dat mensen zich veilig voelen om vermoedens van criminaliteit te melden. Het gevoel van onveiligheid erken ik en ik zet mij er voor in om de veiligheid van alle melders te waarborgen. De functie van de poortwachters bij het identificeren van een ongebruikelijke transactie is cruciaal voor het kunnen tegengaan van witwaspraktijken, het voorkomen van financiering van terrorisme en andere criminele activiteiten. Daarom is het belangrijk dat deze cruciale melders zich veilig genoeg voelen om deze essentiële rol te blijven vervullen in het tegengaan van ondermijnende criminaliteit.
In het meldproces zijn op meerdere stappen al waarborgen ingebouwd om veilig te kunnen melden. Om te beginnen is enkel de Financial Intelligence Unit Nederland bevoegd om meldingen van ongebruikelijke transacties te ontvangen en analyseren. Deze meldingen worden behandeld als staatsgeheim en zijn hierdoor onderworpen aan strenge veiligheidsvoorschriften. Indien een ongebruikelijke transactie door de Financial Intelligence Unit wordt verklaard tot een verdachte transactie, wordt alleen de bedrijfs- of kantoornaam van de melder opgenomen in de rapportage aan de opsporingsdiensten. De naam van de meldende persoon wordt dus nooit aan de opsporingsdiensten verstrekt. Daarnaast bestaat de extra maatregel waarbij de opsporingsdiensten contact opnemen met kleine ondernemingen indien deze een melding van een ongebruikelijke transactie hebben gemaakt die heeft geleid tot een verdachte transactie en zal worden toegevoegd als bewijs aan een strafdossier. Er wordt in dit geval nagegaan of er sprake is van een concrete dreiging. Indien er sprake van een concrete dreiging is, worden er stappen ondernomen. Het Openbaar Ministerie is bevoegd om op individuele basis gegevens in het strafdossier te anonimiseren, wat is neergelegd in het Wetboek van Strafvordering.
Ondanks deze waarborgen kan een gevoel van onveiligheid blijven bestaan. Bijvoorbeeld omdat een melder niet bekend is met deze waarborgen of omdat de waarborgen in praktijk onvoldoende zekerheid geven. Daarom ga ik de komende tijd in samenwerking met uitvoeringspartners en (vertegenwoordigers van) poortwachters hard aan de slag om verschillende oplossingen in de praktijk te verkennen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters (verder) te versterken. Over de vorderingen zal ik uw Kamer nader berichten in de halfjaarsbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
De motie van de heer van Nispen3 van 30 juni 2020 is ten uitvoering gebracht door samen met de partners te bezien op welke manier de veiligheid en het gevoel van veiligheid van melders kan worden versterkt. Er is daarom een extra maatregel getroffen4: indien er informatie over een verdacht verklaarde transactie van een kleine onderneming als bewijs wordt toegevoegd aan het strafdossier, nemen de opsporingsdiensten altijd contact op met de meldende instantie. Er wordt dan een afweging gemaakt of er concrete dreigingsrisico’s zijn. Tijdens deze afweging wordt ook informatie die bekend is bij de opsporingsdiensten meegenomen. Vervolgens wordt deze informatie aangeleverd bij het Openbaar Ministerie. Deze instantie kan zo gedegen beoordelen of er aanleiding is om informatie over de verdacht verklaarde transactie te anonimiseren in het strafdossier en of er aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de veiligheid van melders te waarborgen. Aanvullend op deze uitvoering gaan we in samenwerking met onze partners verkennen welke verdere maatregelen kunnen worden getroffen.
Deze meningen deel ik nog steeds. In de antwoorden op vraag 1 zijn de bestaande waarborgen toegelicht, waaronder de aanvullende waarborg naar aanleiding van de motie van de heer van Nispen in 2020.
Het standaard anonimiseren van de naam van de meldende instantie is niet mogelijk, gezien dit de transparantie en de herleidbaarheid van het bewijs in het geding kan brengen5. De controle van informatie door de opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie is één van de fundamentele uitgangspunten van ons rechtsstelsel, onder meer voor de gerechtelijke instanties en de verdediging van de verdachte.
In de afgelopen periode is er vanuit het ministerie gesproken met onder meer het Openbaar Ministerie, de Financial Intelligence Unit Nederland, het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum, VNO-NCW, de Vereniging van makelaars, taxateurs en huurbemiddelaars, de Nederlandse Vereniging van Makelaars, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en ook binnen de Landelijke Fenomeentafel Ondermijning in de vastgoedketen (waaraan deze partners en anderen ook deelnemen). Deze gesprekken zullen worden voortgezet in de aankomende periode en er zullen bovendien ook gesprekken worden opgezet met andere relevante partijen, waaronder brancheorganisaties. Tijdens deze gesprekken worden mogelijkheden voor verdere concrete maatregelen verkend om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters te versterken. Ik zal uw Kamer nader berichten over de uitkomsten van deze gesprekken.
Ik ben het eens dat het van cruciaal belang is om ervoor te zorgen dat de melders niet door criminelen worden geïntimideerd. We gaan in samenwerking met onze partners verkennen welke aanvullende maatregelen er kunnen worden getroffen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder melders verder te versterken terwijl tegelijkertijd de fundamentele uitgangspunten van ons rechtsstelsel worden gewaarborgd.
Ik denk dat het verder versterken van de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters zowel het aantal meldingen als de kwaliteit van de gemaakte meldingen zal doen stijgen. Mensen moeten zich veilig genoeg voelen om vermoedens van criminaliteit te melden en daarmee aan de meldingsplicht te voldoen. Hiertoe is het ook van belang om, naast de verkenning van aanvullende maatregelen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters te versterken, nog beter te communiceren over onder meer het nut en belang van de meldingsplicht en de al bestaande waarborgen.
Zoals eerder aangegeven ga ik in samenwerking met onze partners verschillende oplossingen in de praktijk verkennen om de veiligheid en het gevoel van veiligheid onder poortwachters te versterken. Hierbij is het uitgangspunt dat we de poortwachters beschermen terwijl we tegelijkertijd de fundamenten van ons rechtsstelsel waarborgen. Ik zal uw Kamer nader berichten over de voortgang in de halfjaarsbrief georganiseerde ondermijnende criminaliteit.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de intimidatie door criminelen van poortwachters bij het melden van ongebruikelijke transacties (ingezonden 6 april 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.