Kamervraag 2023Z06023

Het door schoolbesturen weigeren van gebedsruimten en gebedsmogelijkheden

Ingediend 5 april 2023
Beantwoord 15 juni 2023 (na 71 dagen)
Indiener Stephan van Baarle (DENK)
Beantwoord door Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z06023.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2931.html
1. NRC, 31 maart 2023, «Scholen worstelen met gebedsruimtes voor leerlin…
2. Commissie gelijke behandeling, 1 januari 2000, Oordeelnummer 2000-51,…
3. Stb. 2020, 379.
4. VOS/ABB, 20 januari 2023, «Moet openbare school gebedsruimte beschikbaar stellen?», Moet openbare school gebedsruimte beschikbaar stellen? (vosabb.nl).
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Scholen worstelen met gebedsruimtes voor leerlingen – «bij ons wordt niet aan religie gedaan»?1

    Ja, daar ben ik mee bekend.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met het oordeel van de Commissie gelijke behandeling uit 2000, waaruit onder andere blijkt dat een school een godsdienstige uiting, zoals het verrichten van het gebed, niet mag verbieden?2 Zo ja, hoe beoordeelt u in dit licht de opstelling van sommige scholen, die in de praktijk leerlingen een ruimte en een mogelijkheid om te bidden ontzeggen?

    Ja, daar ben ik mee bekend.
    Op school moeten alle leerlingen zich vrij en veilig kunnen voelen en zichzelf kunnen zijn. Dat is een van de kernpunten waar ik voor sta. Daarom kun je in Nederland ook de school kiezen die het beste bij jou past en bieden we via artikel 23 van de Grondwet alle ruimte aan bijzondere scholen. Veel leerlingen en ouders maken binnen die keuzevrijheid bewust de keuze voor het openbaar onderwijs, waarbij het onderwijs niet uitgaat van een godsdienst of geloofsovertuiging.
    De toenmalige Commissie gelijke behandeling (nu: College voor de Rechten van de Mens) heeft in haar oordeel destijds expliciet gesteld dat een school niet verplicht is om een gebedsruimte in te richten of religieuze gebruiken te faciliteren. Ik vind dit gegeven het karakter van en de bewuste keuze voor een openbare school volledig legitiem en juist. Dat is iets anders dan leerlingen te verbieden om te bidden.

  • Vraag 3
    Hoe verhoudt een de facto gebedsverbod op (openbare) scholen zich tot de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging zoals vastgelegd in de Grondwet?

    Het niet faciliteren van een gebedsruimte of religieuze faciliteiten is geen de facto gebedsgebod. Hierin voel ik mij gesteund door de eerder genoemde uitspraak van de toenmalige Commissie gelijke behandeling. Scholen kunnen de manier waarop ze met het bidden omgaan in hun leerlingenstatuten verder uitwerken, bijvoorbeeld door op te nemen dat bidden op school is toegestaan, mits dit in de eigen tijd is en op een plek waar anderen er niet door gestoord kunnen worden. Maar dit is uiteraard aan de school zelf.

  • Vraag 4
    Hoeveel gevallen zijn bekend van scholen die het gebed in eigen tijd, bijvoorbeeld tijdens pauzes, verbieden voor leerlingen, stagiaires en/of docenten? Bent u bereid om dit nader te onderzoeken?

    Navraag bij koepelorganisatie VOS/ABB leert dat er in de afgelopen periode zes vragen van scholen over dit onderwerp binnen zijn gekomen. Verdere gevallen zijn ons niet bekend.
    Omdat de huidige regelgeving voldoende duidelijk is zie ik op dit moment geen aanleiding om nader onderzoek te doen. Het moet iedere leerling vrij staan om te bidden, maar scholen hebben het recht op grenzen te stellen aan deze vrijheid van leerlingen.

  • Vraag 5
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat de rechten van leerlingen, stagiaires en docenten om in eigen tijd te bidden worden gewaarborgd en niet worden geschonden?

    Het is aan de school om een eigen afwegingen te maken waar het aankomt op de omgang hiermee. Mijn opvatting is dat het openbare karakter van de school leidend moet zijn en gerespecteerd dient te worden.

  • Vraag 6
    Bent u het ermee eens dat artikel 2.3 van de Wet voortgezet onderwijs 20203, waarin wordt gesteld dat het openbaar onderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving, waarbij de betekenis van de verscheidenheid van deze waarden wordt onderkend en zo wordt gegeven dat ieders godsdienst of levensovertuiging wordt geëerbiedigd, te allen tijde nageleefd moet worden? Zo ja, deelt u dan de mening dat het ontzeggen van een gebedsruimte op scholen, of het ontzeggen van de mogelijkheid om het gebed te verrichten op scholen, in strijd is met de wet?

    Natuurlijk moet artikel 2.3 van de Wet voorgezet onderwijs nageleefd worden. Ik deel de mening echter niet dat het niet inrichten van een gebedsruimte, in strijd met de wet zou zijn. Evenmin deel ik de mening dat hiermee de mogelijkheid tot gebed zou worden ontzegd. Een openbare school die geen gebedsruimte faciliteert, handelt niet in strijd met artikel 2.3 van de Wet voortgezet onderwijs 2020. Openbare scholen moeten weliswaar aandacht besteden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen binnen de Nederlandse samenleving, maar daaruit vloeit niet de verplichting voort tot het instellen van een stilte- of gebedsruimte.

  • Vraag 7
    Bent u het ermee eens dat een de facto gebedsverbod, gehandhaafd door diverse scholen, in strijd is met de uitspraak van de Commissie gelijke behandeling uit 2000 en dat dit niet zonder consequenties kan blijven? Zo ja, wat gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?

    Zie het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 8
    Wat zijn de gevolgen voor scholen die het verrichten van het gebed in eigen tijd verbieden voor leerlingen, stagiaires of docenten? Bent u bereid om scholen aan te spreken die op deze wijze de rechten van genoemde personen schenden?

    Zoals gezegd ben ik niet van mening dat met het niet inrichten van een gebedsruimte, het recht om te bidden wordt geschonden. Mocht daar onverhoopt sprake van zijn, dan bestaan er vanzelfsprekend mogelijkheden om hiertegen bezwaar te maken.
    De inspectie ziet er daarnaast op toe dat scholen hun plicht nakomen om zorg te dragen voor een veilig schoolklimaat.

  • Vraag 9
    Gaat u de Inspectie van het Onderwijs instrueren om actief te controleren of scholen leerlingen, stagiaires en docenten verbieden om in eigen tijd een gebed te verrichten om zodoende het schenden van de rechten van leerlingen, stagiaires en docenten tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u bekend met het advies van VOS/ABB om gebedsruimtes te faciliteren op openbare scholen?4 Onderschrijft u dit advies?

    Ja, ik ben bekend met dit advies, maar ik onderschrijf het niet. Scholen hebben de ruimte om een eigen afweging te maken op dit punt.

  • Vraag 11
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat scholen die geen gebeds- of stilteruimte willen inrichten, zorgen voor een veilige omgeving voor leerlingen, docenten of stagiaires die in eigen tijd het gebed wensen te verrichten?

    Het is aan de Onderwijs- of Arbeidsinspectie om te beoordelen of scholen een veilige omgeving bieden voor leerlingen, docenten of stagiaires. Daarbij is voor mij geen gegeven dat scholen die geen gebeds- of stilteruimte hebben ingericht, geen veilige omgeving zouden creëren.

  • Vraag 12
    Bent u bereid om in gesprek te treden met scholen en betrokken partijen over hoe zij de rechten van leerlingen, docenten of stagiaires kunnen waarborgen en respecteren met betrekking tot religieuze activiteiten op school, waaronder het verrichten van het gebed? Zo nee, waarom niet?

    Ik ben voortdurend met koepels en scholen in gesprek over tal van onderwerpen. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal ik dat ook over dit onderwerp doen.

  • Vraag 13
    Bent u van plan om richtlijnen op te stellen voor scholen over het faciliteren van gebedsruimtes en het toestaan van bidden op school? Zo nee, waarom niet?

    Nee, de huidige regelgeving geeft voldoende duidelijkheid rondom dit thema.

  • Mededeling - 20 april 2023

    Op 5 april 2023 heeft het lid van Baarle (DENK) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het door schoolbesturen weigeren van gebedsruimten en gebedsmogelijkheden. Beantwoording binnen de gestelde termijn van drie weken is tot mijn spijt niet mogelijk, omdat er nog afstemming plaatsvindt. Uw Kamer ontvangt de beantwoording zo spoedig mogelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z06023
Volledige titel: Het door schoolbesturen weigeren van gebedsruimten en gebedsmogelijkheden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2931
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het door schoolbesturen weigeren van gebedsruimten en gebedsmogelijkheden