Kamervraag 2023Z05726

Demonstraties door Extinction Rebellion

Ingediend 31 maart 2023
Beantwoord 19 mei 2023 (na 49 dagen)
Indiener Ingrid Michon (VVD)
Beantwoord door Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05726.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2650.html
1. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1370. …
2. Vraagsteller denkt aan: artikel 62a van de Luchtvaartwet of artikel 141 / artikel 162/ artikel 184 / artikel 350 / artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht.
3. Vraagsteller denkt aan: artikel 5 Wegenverkeerswet of artikel 141 / artikel 162/ artikel 184 / artikel 350 / artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht.
4. Telegraaf, 25 maart 2023, Ruim honderd activisten van Extinction Rebe…
5. Telegraaf, 6 maart 2023, Den Haag zet zich schrap: stad dreigt op 11 …
6. UK Parliament, Public Order Bill (https://bills.parliament.uk/bills/3…
  • Vraag 1
    Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over het bericht: OM worstelt met namen Schiphol-betogers: «Ze hadden geen ID bij zich»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven of de circa 400 aangehouden personen inmiddels door de politie geïdentificeerd zijn?

    Het identificatieproces heeft tot dusver 182 geïdentificeerde personen opgeleverd. Het strafrechtelijk onderzoek is primair gericht op de personen die vastgeketend zijn geweest aan vliegtuigen en die betrokken waren bij het knippen van de hekken en het eroverheen klimmen. Dat onderzoek heeft zeven personen opgeleverd die als verdachte zijn aangemerkt. Mogelijk worden gaandeweg nog meer personen geïdentificeerd. Het onderzoek naar de zeven personen is door de Koninklijke Marechaussee afgerond en het dossier is ingeleverd bij het Openbaar Ministerie. Het dossier zal worden beoordeeld, waarna beslissingen zullen volgen over de afdoening. Over het overig deel van de groep (ca. 175 personen) zal later eveneens een afdoeningsbeslissing worden genomen. De personen worden verdacht van een of meerdere strafbare feiten uit het Wetboek van Strafrecht, de Luchtvaartwet en/of de Algemene Plaatselijke Verordening. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan artikel 352 van het Wetboek van Strafrecht (vernieling/onbruikbaar maken luchtvaartuig), artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht (overtreden noodverordening), artikel 62 a van de Luchtvaartwet (wederrechtelijk betreden luchthaventerrein) of artikel 2:1C APV Haarlemmermeer in verband met verstoring van de openbare orde. Gelet op de aard van de zaken, het grote aantal te identificeren personen en uit te voeren onderzoekshandelingen is de toepassing van snelrecht niet aan de orde geweest.

  • Vraag 3
    Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Op basis van welk artikel of artikelen zijn deze aanhoudingen verricht en waarom is hiervoor gekozen?2

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Klopt het dat er bij de demonstratie op de A12 van zaterdag 28 januari 2023 circa 650 mensen aangehouden zijn? Hoeveel van deze aangehouden personen zijn door de politie geïdentificeerd?

    Er zijn 768 personen aangehouden. Het overgrote deel van deze personen kon direct worden geïdentificeerd. Van de overige personen die geen ID-bewijs bij zich hadden en waarvan een deel de vingers had afgeplakt is een foto genomen.
    De meeste personen zijn aangehouden op grond van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties (het houden van of deelnemen aan een samenkomst waarvoor de vereiste kennisgeving niet is gedaan of waarvoor een verbod is gegeven). Deze personen dienden op last van de burgemeester verwijderd te worden van de A12, nu de burgemeester geen toestemming had gegeven om daar te demonstreren. Het belangrijkste doel was het vrijmaken van de A12. Deze personen worden niet vervolgd. Daarnaast is een aantal personen als verdachte aangemerkt wegens verdenking van voorbereidingshandelingen voor een wegblokkade (art. 162 Wetboek van Strafrecht) en er is een persoon aangehouden voor het overtreden van een opgelegd gebiedsverbod. Deze zaken zijn nog in behandeling bij het Openbaar Ministerie.
    Snelrecht houdt in dat een verdachte die na inverzekeringstelling in bewaring wordt gesteld, binnen zeventien dagen voor de politierechter moet verschijnen. Het gaat daarbij meestal om zaken als openlijk geweld, vernielingen, brandstichting en geweld tegen personen met een publieke functie. Het Openbaar Ministerie, de rechter en de verdediging moeten kunnen beschikken over een compleet dossier. Complexere zaken waarin aanvullend onderzoek nodig is (zoals bij grote ordeverstoringen) komen in het algemeen niet in aanmerking voor snelrecht. In de meeste gevallen wordt iemand dan heengezonden, maar blijft hij of zij wel verdachte. Dat is hier ook het geval. Alle verdachten zijn op dezelfde dag of kort daarna heengezonden. Er is dus geen snelrecht toegepast.

  • Vraag 6
    Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel ligt ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?3

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 8
    Klopt het dat er bij de demonstratie op de A12 van zaterdag 11 maart 2023 circa 700 personen aangehouden zijn? Zijn deze personen inmiddels allemaal geïdentificeerd?

    Op 11 maart 2023 zijn 700 aanhoudingen verricht, waarvan het overgrote deel op grond van artikel 11 van de Wet openbare manifestaties. Enkele aanhoudingen vonden plaats op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, voor belediging en verzet bij aanhouding. Van de 700 zijn 184 personen niet geïdentificeerd. Hier speelden vergelijkbare omstandigheden, waarbij op last van de burgemeester personen moesten worden verwijderd, als genoemd bij het antwoord op de vragen 5 tot en met 7. Er is in deze zaken nog geen vervolgingsbeslissing genomen. Er is dus ook geen snelrecht toegepast.

  • Vraag 9
    Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel of artikelen liggen ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 11
    Hoeveel aanhoudingen zijn er bij het betreden van verboden terrein van Eindhoven Airport door demonstranten van Extinction Rebellion op 25 maart 2023 verricht?4 Hoeveel van de demonstranten die aangehouden zijn, zitten er op dit moment nog vast?

    Er zijn 105 aanhoudingen verricht op grond van artikel 62a van de Luchtvaartwet (wederrechtelijk betreden luchtvaartterrein). Reden hiervoor is gelegen in de omstandigheid dat het een niet voor het publiek toegankelijk en daarmee verboden terrein betrof. Alle aangehouden personen zijn op dezelfde dag of kort daarna weer in vrijheid gesteld. Van de 105 aangehouden personen zijn 62 personen geïdentificeerd en 44 personen niet geïdentificeerd. Een besluit over de vervolging van de aangehouden verdachten is nog niet genomen. Er is geen snelrecht toegepast om dezelfde redenen als genoemd bij het antwoord op de vragen 5 tot en met 7.

  • Vraag 12
    Zijn de aangehouden personen inmiddels allemaal geïdentificeerd?

    Zie antwoord vraag 11.

  • Vraag 13
    Wat is de voortgang van de strafzaken met betrekking tot deze aanhoudingen? Welk artikel of artikelen liggen ten grondslag aan deze zaken en waarom is hiervoor gekozen?

    Zie antwoord vraag 11.

  • Vraag 14
    Is overwogen snelrecht toe te passen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 11.

  • Vraag 15
    In uw antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Michon-Derkzen over de Schiphol-betogers geeft u aan dat het een verplichting is om een ID-bewijs te tonen als de politie hierom vraagt. Het niet kunnen tonen van een geldig legitimatiebewijs kan leiden tot een boete. U noemt dat, op grond van wet, regelgeving en jurisprudentie, er geen mogelijkheden zijn om iemand te dwingen om zijn of haar identiteit prijs te geven. De politie stelt dat de afname van vingerafdrukken kan worden afgedwongen in het geval de verdachte in verzekering wordt gesteld voor een strafbaar feit waarop voorlopige hechtenis is toegestaan. Waarom is dat hier niet het geval? Als dat niet het geval is, kan, volgens de politie, de onderzoekstijd worden verlengd. Waarom gebeurt dit niet?

    Het klopt dat het afnemen van vingerafdrukken kan worden afgedwongen in het geval de verdachte in verzekering wordt gesteld voor een strafbaar feit waarop voorlopige hechtenis is toegestaan. Het afnemen van vingerafdrukken leidt echter niet in alle gevallen tot het vaststellen van een identiteit. Daarnaast bewerken sommige betogers soms hun vingers, waardoor het nemen van vingerafdrukken niet mogelijk is.

  • Vraag 16
    Wat is er mogelijk om identificatie alsnog mogelijk te maken wanneer de vingertoppen van een aangehouden verdachte opzettelijk zijn bewerkt, zodat het afnemen van vingerafdrukken niet lukt?

    In dat geval kan de politie of de Koninklijke Marechaussee op andere manieren, bijvoorbeeld aan de hand van de genomen gelaatsfoto, proberen de identiteit vast te stellen. De foto kan worden vergeleken met de gelaatfoto’s die zijn opgenomen in de databanken van de strafrechtketen waartoe de politie of KMar toegang heeft.

  • Vraag 17
    Vervolgt het Openbaar Ministerie (OM) tot dusver de natuurlijke personen en de organisaties die oproepen tot dit soort orde verstorende acties, waarbij snelwegen worden geblokkeerd en terreinen van vliegvelden worden bezet? Worden zij schuldig bevonden aan opruiing?

    Het mogelijk juridisch relevante kader in dit verband omvat opruiing, oftewel het oproepen tot het plegen van strafbare feiten of tot gewelddadig optreden. Dit is strafbaar gesteld in artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht. Het is aan het Openbaar Ministerie om te beoordelen in welke gevallen strafrechtelijke vervolging opportuun is en dit is uiteraard sterk afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Of een verdachte schuldig wordt bevonden aan een strafbaar feit, zoals bijvoorbeeld opruiing, is aan de rechter om te beoordelen. Ten aanzien van de betoging op Schiphol verwijs ik naar mijn antwoord op de vragen 2 tot en met 4. Er is in dit geval geen sprake van vervolging door het Openbaar Ministerie wegens opruiing. Ten aanzien van de betoging op de A12 worden er acht verdachten vervolgd voor opruiing ter zake van het oproepen tot het blokkeren van de A12. Deze verdachten zijn niet tijdens de demonstratie aangehouden. De organisatie is geen verdachte. Of deze acht verdachten schuldig worden bevonden aan opruiing is aan de rechter, die vraag ligt daar nu voor. Ten aanzien van de betoging bij Eindhoven Airport was naar het oordeel van het Openbaar Ministerie van opruiing geen sprake.

  • Vraag 18
    De burgemeester van Den Haag stelde naar aanleiding van de demonstraties van 11 maart 20235: «Het blokkeren van een weg voor onbepaalde tijd met mensen of materieel is geen acceptabele manier van demonstreren, maar een blokkade. Dat vind ik een ontwrichting van de openbare orde.» Erkent u het onderscheid tussen een demonstratie en een ontwrichting van de openbare orde?

    Een demonstratie mag schuren, maar het recht op betoging is geen vrijbrief voor het plegen van strafbare feiten. De bescherming van het demonstratierecht geldt in principe alleen voor vreedzame betogingen die gericht zijn op gezamenlijke meningsuiting. Wanneer er sprake is van een demonstratie, heeft de burgemeester op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom) de bevoegdheid om een demonstratie te beperken of in het uiterste geval zelfs te verbieden. Dit mag alleen als dit noodzakelijk is in het kader van drie doelcriteria:
    Het begrip «wanordelijkheden» is bewust gekozen omdat het een hogere grens stelt dan «openbare orde», dus een kleine verstoring van de openbare orde is nog geen grond voor het beperken van een demonstratie.
    De beoordeling of een bepaalde protestactie valt binnen de grenzen van het demonstratierecht is primair een lokale bevoegdheid. Het is dus niet aan mij om een oordeel te vellen over een specifieke demonstratie zoals die van 11 maart, maar aan de burgemeester. In algemene zin vind ik dat een burgemeester moet kunnen optreden tegen een demonstratie die niet meer gaat om het gezamenlijk uitdragen van een mening, maar om (fysieke) dwang.

  • Vraag 19
    Ziet u de afgelopen paar jaar een toename van belemmeringen en of blokkeren van het verkeer en andere ontwrichtingen van de openbare orde?

    Ik beschik niet over landelijke cijfers, maar duidelijk is wel dat in de afgelopen jaren het aantal demonstraties is toegenomen6. De wijze waarop wordt gedemonstreerd varieert. Er hebben de afgelopen jaren vele vreedzame demonstraties plaatsgevonden, maar er waren ook uiteenlopende demonstratievormen waarbij de grenzen van het recht werden opgezocht en strafbare feiten werden gepleegd.

  • Vraag 20
    Deelt u de mening dat er een duidelijker onderscheid moet komen tussen demonstraties enerzijds en anderzijds, acties die gericht zijn op ontwrichting van de openbare orde door dwangmiddelen in te zetten?

    Of sprake is van een demonstratie, of juist niet meer, hangt elke keer opnieuw af van de specifieke omstandigheden van het geval. Het is daarom niet goed mogelijk om op voorhand van bepaalde protestvormen te stellen dat die niet worden beschermd door het demonstratierecht. Dat is – per actie – primair ter beoordeling aan de burgemeester. Duidelijk is wel dat demonstraties die niet zijn gericht op een gezamenlijke meningsuiting, maar op dwang, in beginsel niet onder de bescherming van het demonstratierecht vallen. Bovendien is een demonstratie geen vrijbrief voor strafbare feiten. Zoals blijkt uit het antwoord op voorgaande vragen zijn de betogers die strafbare feiten pleegden dan ook aangehouden en zijn wanneer noodzakelijk demonstraties voortijdig beëindigd.

  • Vraag 21
    Hoe gaan andere landen binnen de Europese Unie om met dergelijke ontwrichtingen van de openbare orde, die zich presenteren als een demonstratie?

    Ik ben niet bekend met alle verschillende manieren waarop binnen de Europese Unie met dergelijke demonstraties wordt omgegaan. Dat zou nader onderzoek vergen. Wel wordt opgemerkt dat het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting niet alleen nationaal, maar ook internationaal stevig zijn verankerd, zoals in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Andere (ons omringende) landen, waaronder de landen van de Raad van Europa, zijn daarmee ook internationaalrechtelijk gebonden aan de vergaande bescherming die het demonstratierecht en het recht op vrije meningsuiting genieten. Voor het overige geldt dat andere landen binnen de bandbreedte van het internationale recht de vrijheid hebben eigen keuzes maken die aansluiten bij hun eigen rechtscultuur. In alle landen van de Europese Unie wordt het recht op betoging dus erkend, waarbij ieder land in nationale wetgeving in een nadere uitwerking daarvan voorziet. Dat kan per land verschillen en keuzes zijn soms (sterk) historisch bepaald.

  • Vraag 22
    Volstaat het huidig juridisch instrumentarium, bestuurlijk en strafrechtelijk, bij dergelijke ontwrichtingen van de openbare orde?

    Het recht op betoging, zoals nationaal en internationaal beschermd, acht ik een groot goed. Het recht op betoging mag echter geen vrijbrief zijn om strafbare feiten te plegen. Zoals blijkt uit de antwoorden op de hiervoor gestelde vragen zijn de betogers die strafbare feiten pleegden aangehouden en zijn demonstraties die in strijd met de regelgeving plaatsvonden voortijdig beëindigd. Afhankelijk van de ernst van het gepleegde strafbare feit worden de aangehouden personen vervolgd.
    Uiteraard volg ik de ontwikkelingen in het buitenland en ben ik bekend met de Public Order Bill. Zoals ook blijkt uit de antwoorden hiervoor verschillen de juridische methoden per land en zijn keuzes soms (sterk) historisch bepaald.
    Zoals ik in een brief van 12 januari 2023 heb aangegeven, stuur ik samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de zomer een brief over het demonstratierecht8. In deze brief wordt onder andere uitvoering gegeven aan de motie Michon-Derkzen, waarin – kort gezegd – wordt gevraagd te onderzoeken of het huidige instrumentarium van de Wet openbare manifestaties wel voldoet9.

  • Vraag 23
    Bent u bekend met de Public Order Bill in het Verenigd Koninkrijk?6

    Zie antwoord vraag 22.

  • Vraag 24
    Welke onderdelen hiervan zijn ook opportuun voor de Nederlandse situatie?

    Zie antwoord vraag 22.

  • Vraag 25
    Deelt u de mening dat het zelfstandig strafbaar zou moeten worden om jezelf vast te ketenen of te lijmen (lock-on) en het op andere wijze ernstig belemmeren van transport, infrastructuur en bedrijfsvoering?

    Zie antwoord vraag 22.

  • Mededeling - 21 april 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over demonstraties door Extinction Rebellion (ingezonden 31 maart 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z05726
Volledige titel: Demonstraties door Extinction Rebellion
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2650
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over demonstraties door Extinction Rebellion