Ingediend | 30 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 24 april 2023 (na 25 dagen) |
Indiener | Harmen Krul (CDA) |
Beantwoord door | Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05588.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2406.html |
Ja.
Ja, als er wordt ingezoomd op het gebied, dan is er sprake van een complexe samenhang tussen demografische ontwikkeling, voorzieningenniveau, sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en mobiliteit. Een van de opgaven in het landelijk gebied is de maatschappelijke voorzieningen in stand te houden voor de inwoners, inclusief de bereikbaarheid daarvan.
Het vaarwegennet in Nederland is verdeeld in Rijksvaarwegen, provinciale vaarwegen en gemeentelijke vaarwegen. Het beheer en onderhoud hiervan is bij de betreffende overheden ondergebracht waarvoor zij dan ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Het Pekelerhoofddiep valt onder de gemeente en daar heeft Rijkswaterstaat of het Ministerie van IenW geen rol bij. Het kanaal is opgenomen in het recreatieve toervaartnet dat is vastgesteld in de omgevingsverordening van de provincie Groningen. De problematiek van te weinig onderhoudsbudget en achterstanden in onderhoud, waar de gemeente mee worstelt, is herkenbaar. Daar worstelt IenW ook mee. Daar is de gemeente Pekela niet mee geholpen, maar los van de verantwoordelijkheidsverdeling is er ook geen financiële mogelijkheid om bij te springen vanuit het Mobiliteitsfonds. Mogelijk kan het nieuwe verdeelmodel voor het Gemeentefonds hiervoor een uitkomst bieden.
Het kabinet komt met een reactie op de aanbevelingen van het rapport van RLI, ROB en RVS, «Elke regio telt!». Het recht op bereikbaarheid gaat niet alleen om het faciliteren van de toegang tot banen, voorzieningen en sociale contacten. Dat bleek ook al uit het PBL-rapport «Toegang voor iedereen» (oktober 2022). Zaken als ruimtelijke ordening en draagvlak voor de voorzieningen spelen een belangrijke rol. Daarom moet het gesprek breder worden gevoerd dan alleen over mobiliteit en infrastructuur en moet er aandacht zijn voor regionale verschillen. Deze grondgedachte is in de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 opgenomen en wordt verder uitgewerkt in gesprek met andere departementen en medeoverheden.
Het Rijk draagt bij aan de financiering van de gemeentelijke taken via het Gemeentefonds. De fondsbeheerder zijn de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Staatssecretaris van Financiën. Zij bestuderen elk jaar hoe de verdeling van het Gemeentefonds zich verhoudt tot de manier waarop de kosten van gemeenten zich ontwikkelen. Gemeenten bepalen zelf waar ze dit geld aan besteden. Dat zijn lastige keuzes als niet alle posten kunnen worden gedekt. Met het nieuwe verdeelmodel voor het Gemeentefonds is er meer aandacht voor de weerbaarheid van gemeenten met een beperkte financiële draagkracht. Het is niet de bedoeling dat de middelen fors achterblijven bij de ontwikkeling van de uitgaven en dat juist de kleine gemeenten die veel financiële problematiek hebben erop achteruitgaan. Dat heeft de aandacht van het kabinet. De Minister van BZK pakt dit samen met de medeoverheden op in het kader van de hele verdeelsystematiek van gelden.
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 3, valt het Pekelerhoofddiep onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Los van de verantwoordelijkheidsverdeling, heeft het ministerie ook geen financiële mogelijkheid om bij te springen.
In het Tweeminutendebat Verkeersveiligheid en Wegen van 13 april 2023 is de motie van de leden Krul en Van der Graaf4 aangenomen waarmee de Kamer het kabinet oproept om de maatschappelijke kosten-batenanalyse niet meer als enige besluitvormingsinstrument te gebruiken in het infrastructuurbeleid. De MKBA kent beperkingen, maar het blijft een nuttig instrument om objectief in te schatten wat de effecten en projectalternatieven behelzen. De MKBA levert beslisinformatie, maar is op zichzelf niet doorslaggevend en onderdeel van een bredere afweging in het kader van het MIRT. De motie wordt meegenomen in de herziening van de Werkwijzer MKBA die dit jaar wordt uitgevoerd.