Ingediend | 29 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 6 juni 2023 (na 69 dagen) |
Indiener | Thierry Baudet (FVD) |
Beantwoord door | Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05473.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2820.html |
De kerndoelen in het primair onderwijs zijn doelen waarop basisscholen zich moeten richten in het geven van onderwijs aan leerlingen tussen de 4 en 12 jaar. Het aanbieden van de kerndoelen is verplicht maar scholen starten naar eigen inzicht de leerlijn in kwestie op een door hen gekozen moment. Zij dienen hierbij in vorm, tempo en inhoud natuurlijk oog te hebben voor de ontwikkeling en belevingswereld van het kind.
Relationele en seksuele ontwikkeling start al op jonge leeftijd. Daarom is het belangrijk dat vanaf de eerste jaren op de basisschool onder andere aandacht wordt besteed aan het opbouwen van een positief zelfbeeld, vriendschappen en verliefdheid, het respecteren van de grenzen en wensen van anderen en het kunnen aangeven van je eigen grenzen. Door de leerjaren heen kan een leraar lesstof toevoegen die passend is bij de belevingswereld van het kind. Zo is het belangrijk dat kinderen in de bovenbouw kennis hebben van de cognitieve, emotionele, lichamelijke en sociale aspecten van relaties en seksualiteit. In de bovenbouw is het dan onder andere belangrijk dat leerlingen weten wat hen te wachten staat in de puberteit, weten wat voortplanting is en welke invloed sociale media hebben op je zelfbeeld. Op deze manier worden zij toegerust om zelf goed geïnformeerde keuzes te kunnen maken op het gebied van seksuele gezondheid, seksualiteit en relaties.
Scholen kunnen onder andere, voor alle leergebieden, expertisecentra en aanbieders van lespakketten raadplegen om te bepalen wat pedagogisch-didactisch passend is en aansluit bij de (levensbeschouwelijke) visie van de school.
In de beleidsvisie seksuele gezondheid1 beschrijft het kabinet te staan voor een brede en positieve benadering van het toerusten én beschermen van de samenleving op het gebied van seksuele gezondheid. Seksuele voorlichting wijst op éénzijdige kennisoverdracht over seksualiteit en seksuele gezondheid. Brede relationele en seksuele vorming2 betreft het interactief leren over de cognitieve, emotionele, lichamelijke en sociale aspecten van relaties en seksualiteit zodat mensen zelf goed geïnformeerde keuzes kunnen maken op het gebied van seksuele gezondheid, seksualiteit en relaties.
De door u genoemde promotie van transgenders, zoals de leden hier vragen, is geen onderdeel van de lespakketten die Rutgers aanbeveelt. Natuurlijk kunnen kinderen wel vragen hebben over genderdiversiteit, transgender personen en/of ervaringen. Ik vind het belangrijk dat het gesprek daarover gevoerd kan worden op scholen zodat leerlingen op school betrouwbare informatie krijgen, die zij kunnen bespreken met iemand die zij vertrouwen, en daarmee niet online op verkeerde informatie stuiten.
Ik wil dat álle leerlingen zich veilig voelen, geaccepteerd worden op school en dat leerlingen als onderdeel van kerndoel 38 leren dat onze samenleving divers is. Middels kerndoel 38 zijn scholen ook verplicht aandacht te besteden aan seksualiteit en diversiteit binnen de samenleving waaronder seksuele diversiteit. Daarom vind ik het ook belangrijk dat leerlingen leren dat je geaccepteerd wordt en moet worden als je bijvoorbeeld verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht. De invulling van het kerndoel dat hierboven beschreven staat helpt leerlingen diversiteit te herkennen en te respecteren en leert kinderen dat ze mogen zijn wie ze willen zijn. In alle gevallen verwacht ik van scholen en leraren, en daar vertrouw ik op, dat zij een veilige sfeer creëren in de klas en zorgen voor betrouwbare informatie om het gesprek aan te gaan over (seksuele) diversiteit.
Zie antwoord vraag 3.
Tijdens het vragenuur is het lid Baudet ingegaan op een fragment uit het verhaal van de schrijver Pim Lammers (met de titel Trainer, dat is bedoeld voor volwassenen), liet hij een afbeelding zien uit een bespreekboek voor ouders, refereerde hij aan plaatjesboeken met volgens hem expliciete inhoud en benoemde hij een podcast van Dokter Corrie. Voor alle genoemde voorbeelden geldt dat deze geen onderdeel zijn van de Week van de Lentekriebels, noch van de lespakketten die Rutgers aanbiedt op hun website. Scholen en leraren kunnen er zelf voor kiezen om aanvullend materiaal in te zetten tijdens lessen relationele en seksuele vorming. Ik vertrouw op hun expertise om te bepalen wat wel en niet past bij de leeftijd, ontwikkeling en belevingswereld van kinderen. Naast het onderwijsaanbod biedt Rutgers ouders en opvoeders online tips en suggesties om als primaire opvoeder thuis (ook) met seksuele opvoeding aan de slag te gaan, waarbij ouders zelf keuzes kunnen maken die passen bij hun (pedagogische) visie en behoeften.
In Nederland geldt vrijheid van expressie, die een basisvoorwaarde vormt voor een open en democratische samenleving. Deze vrijheid van expressie geldt ook voor schrijvers. Het is daarom niet aan mij om als Minister een mening over te hebben of een oordeel te vellen over de inhoud van een kunstuiting, zoals het fragment uit het verhaal van Pim Lammers.
Daarnaast vertrouw ik erop dat scholen en leraren zorgvuldig afwegen of lesmateriaal en beeldmateriaal dat ondersteunend is aan lesstof geschikt is om invulling te geven aan de kerndoelen, voor alle leergebieden. Scholen en leraren zijn voortdurend bezig passend lesmateriaal te vinden aansluitend bij de kerndoelen, passend bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind en in lijn met de (levensbeschouwelijke) visie van de school. Indien scholen merken dat er zorgen en vragen leven bij ouders over de invulling van relationele en seksuele vorming, verwacht ik dat zij samen het gesprek aangaan over deze zorgen.
Het is een kwalijke zaak dat er door informatie die de afgelopen periode is verspreid, zowel in de Tweede Kamer als online, de suggestie wordt gewekt dat kinderen zouden worden geseksualiseerd door de lessen die tijdens de Week van de Lentekriebels zijn gegeven op scholen. Ik betreur de vergaande en negatieve effecten van deze onjuiste informatie op een organisatie als Rutgers.
Dit kabinet streeft ernaar dat inwoners van Nederland dusdanig goed geïnformeerd zijn dat zij op basis hiervan in staat zijn om keuzes te maken over hun seksuele gezondheid en de keuzes van anderen te respecteren. Scholen zijn sinds 2012 verplicht om aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Door brede relationele en seksuele vorming binnen het onderwijs leren kinderen en jongeren dat je in vrijheid zelf keuzes mag maken en worden zij ondersteund om ook goed geïnformeerde keuzes te maken op het gebied van seksuele gezondheid en seksualiteit.
Brede relationele en seksuele vorming sluit aan bij elke fase van de ontwikkeling die kinderen en jongeren doormaken en de vragen die zij per leeftijds- en ontwikkelingsfase hebben. Het zet daarmee niet aan tot seksuele handelingen. Integendeel: onderzoek toont aan dat jongeren die goede voorlichting hebben gehad, gemiddeld genomen bewuster en later beginnen aan seks.5 Juist omdat ze hier van tevoren beter over hebben nagedacht.
Bovendien hangt brede relationele en seksuele vorming ook samen met het bewuster beginnen aan seks, meer consistent gebruik van voorbehoedsmiddelen en een lager cijfer onbedoelde zwangerschappen. Dergelijke vorming lijkt bij te dragen aan meer kennis, een positiever zelf- en lichaamsbeeld, betere vaardigheden en meer zelfregie, respectvollere omgangsvormen en vermindert daarmee het risico op seksuele grensoverschrijding (in zowel de rol als slachtoffer als die van pleger), seksueel overdraagbare aandoeningen en onbedoelde zwangerschap.6
Scholen en leraren geven zelf invulling aan de lessen relationele en seksuele vorming. Dat kan door bijvoorbeeld een vrijwillige deelname aan de Week van de Lentekriebels, maar ook op een andere manier of ander moment. Scholen kunnen daarnaast ervoor kiezen om zich aan te melden voor het Stimuleringsprogramma Relaties en Seksualiteit van de Gezonde School. Hierbij kunnen scholen ook gebruik maken van lespakketten.
Allereerst vind ik het belangrijk om te benoemen dat er geen formeel of standaard lespakket is voor de themaweek «Week van de Lentekriebels». Daarbij is deelname vrijwillig en zijn de Week van de Lentekriebels, noch de lespakketten van Rutgers of andere aanbieders, mijn eigendom. Scholen en leraren bepalen bovendien zelf welke lespakketten en materialen zij inzetten voor hun lessen relationele en seksuele vorming, en die kunnen dus ook buiten de «Week van de Lentekriebels» vallen.
Uw vraag om het lesmateriaal dat gebruikt kan worden bij het geven van relationele en seksuele vorming ter beschikking te stellen, heb ik voorgelegd aan Expertisecentrum Rutgers. Zij geven aan dat de leerdoelen van het lespakket «Kriebels in je buik» online te bekijken zijn. Verder zijn grote delen van dit lespakket ook openbaar en is inzage in de lessen mogelijk, via Rutgers.
In alle gevallen, ook bijvoorbeeld bij financiële educatie, cultuur en duurzaamheid, vind ik het belangrijk dat de keuze om wel of niet deel te nemen aan dit soort themaweken en het in gebruik nemen van lespakketten bij de school ligt. Ik ben verantwoordelijk voor het wettelijke curriculum in het funderend onderwijs, waar relationele en seksuele vorming onderdeel van is. Door deelname aan de Week van de Lentekriebels kunnen scholen daar invulling aan geven. De keus om deel te nemen aan die Week van de Lentekriebels is vrijwillig en ligt bij scholen.
Ook kunnen scholen zelf kiezen welke lespakketten, delen van een lespakket of welke andere ondersteunende materialen zij inzetten om relationele en seksuele vorming te geven. Een meerderheid van de scholen biedt relationele en seksuele vorming op een andere manier aan dan door deelname aan de Week van de Lentekriebels, al dan niet met een lespakket. Ik vind het goed dat er publieke organisaties zijn die vanuit hun expertise scholen ondersteunen in het geven van onderwijs en hun expertise inzetten om lespakketten te (laten) ontwikkelen, zoals het geval is bij de Week van de Lentekriebels.
Zoals eerder aangegeven ben ik geen eigenaar van lesmateriaal of lespakketten. Noch is er een vast lespakket behorende bij de Week van de Lentekriebels. Lesmateriaal dat ondersteunend is aan het aanbieden van de kerndoelen zijn continu in ontwikkeling. Ik vertrouw op de deskundigheid van leraren in het kiezen van het lesmateriaal of de lespakketten die het beste aansluiten bij hun pedagogisch-didactische of onderwijskundige visie.
Navraag bij de Inspectie van het Onderwijs leert dat zij enkele tientallen telefoontjes en berichten heeft ontvangen over de lessen relationele en seksuele vorming naar aanleiding van de aandacht voor onder meer de Week van de Lentekriebels. Vaak kwamen deze telefoontjes en berichten van ouders die hun zorgen wilden uiten. Deze zorgen kwamen in grote lijnen overeen met de inhoud van berichten die in de media rondgingen. De inspectie heeft aan ouders informatie gegeven over de ruimte die scholen hebben in de aanbieding van leerstof en heeft tevens aangegeven dat scholen en besturen het eerste aanspreekpunt zijn bij vragen en zorgen over de invulling van het onderwijs. Indien ouders er met de school niet uitkomen, kunnen zij een klacht indienen via de formele klachtenprocedure van de school; deze klachten worden niet centraal geregistreerd.
Ik vertrouw erop dat alle betrokken partijen zorgvuldig kijken naar de inhoud van de lespakketten en advies (blijven) geven als aanpassing nodig blijkt. Expertisecentrum Rutgers is een van de instellingen die door het Ministerie van VWS wordt gesubsidieerd voor specifieke activiteiten die zij uitvoeren op het gebied van seksuele gezondheid ten behoeve van alle Nederlanders. Uiteraard waakt de gehele rijksoverheid bij subsidierelaties, met welke partij dan ook, ervoor dat alle activiteiten binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat plaatsvinden.
In de beleidsvisie seksuele gezondheid wordt ingegaan op de onderbouwing van het belang van brede relationele en seksuele vorming.9 Brede relationele en seksuele vorming (dus niet het normaliseren van seks) hangt samen met het bewuster beginnen aan seks en draagt bij aan meer kennis, een positiever zelfbeeld, betere vaardigheden en meer zelfregie en vermindert daarmee het risico op seksuele grensoverschrijding (in zowel de rol als slachtoffer als die van pleger), seksueel overdraagbare aandoeningen en onbedoelde zwangerschap.10 Het sluit bovendien aan bij wat jongeren zelf belangrijk vinden.11 Het ervaren van seksueel genot, plezier en een positief seksueel zelfbeeld maakt deel uit van seksuele gezondheid, en daarmee van de mentale gezondheid en fysieke gezondheid.12 Als het seksueel welzijn door die persoon als goed wordt ervaren, weet diegene ook beter grenzen en wensen aan te geven en is daarmee ook beter beschermd tegen ongewenste zwangerschap of soa.13
Ik kan de communicatie delen tussen OCW en de Rutgers stichting voor zover het communicatie betreft van de beleidsdomeinen waar ik verantwoordelijk voor ben.
Ik zal de door u opgevraagde communicatie zo snel mogelijk delen na verzending van deze antwoorden.
Rutgers is lid van de International Planned Parenthood Federation (IPPF).
Nee. Navraag leert dat expertisecentrum Rutgers informatie geeft aan professionals – bijvoorbeeld in de zorg en in het onderwijs – over alle aspecten van seksualiteit. Rutgers staat voor gelijkwaardige seksuele relaties. Kinderen kunnen nooit op een gelijkwaardige manier wederzijdse toestemming of «consent» geven, omdat dit een continu proces van afstemming is op basis van gelijkwaardigheid. Seksueel gedrag en/of een seksuele relatie tussen een volwassene en een kind is inherent ongelijkwaardig, schadelijk voor kinderen en bovendien strafbaar. De standpunten van Stichting Martijn sluiten dan ook niet aan bij de visie en het werk van Rutgers.
Rutgers is een expertisecentrum dat zich richt op een gezonde seksuele ontwikkeling. Rutgers wijst pedoseksualiteit en seksueel kindermisbruik te allen tijde af, en heeft dat altijd gedaan.
Expertisecentrum Rutgers heeft pedofilie nooit gepromoot, noch gepleit voor legalisatie.
Op 29 maart 2023 heeft het lid Baudet (FvD) schriftelijke vragen gesteld over de Week van de Lentekriebels en ander onderwijs gericht op seksuele voorlichting en vorming van jonge kinderen. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk gezien zorgvuldige interne en externe afstemming over de beantwoording noodzakelijk is. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.