Ingediend | 24 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 9 mei 2023 (na 46 dagen) |
Indiener | Pepijn van Houwelingen (FVD) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z05177.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2507.html |
Ja.
Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat de kans op myocarditis en pericarditis aanzienlijk groter is bij een infectie met het SARS-CoV-2-virus dan na vaccinatie met een COVID-19-vaccin. Voor een uitgebreide toelichting, verwijs ik naar mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 25 augustus jl.2 en 8 september jl.3, en van het lid Van Houwelingen (FvD) van 19 december jl.4
Zie mijn antwoord op vraag 2. Het is mij niet bekend aan welke wetenschappelijke publicaties wordt gerefereerd.
Dit is geen correcte weergave van de resultaten van deze studie. In dit onderzoek is alleen gekeken naar gevallen van myocarditis en pericarditis waarbij de diagnose minimaal tien dagen na een positieve test werd gesteld. Hierdoor zijn gevallen van myocarditis en pericarditis die ontstaan tijdens de SARS-CoV-2-infectie niet in het onderzoek meegenomen. Andere beperkingen van deze studie zijn onder meer het kleine aantal patiënten en dat er alleen naar in het ziekenhuis opgenomen patiënten is gekeken.
Een onderzoek dat is gepubliceerd in The New England Journal of Medicine 6 analyseert net als Tuvali et al. data van Clalit Health Services (CHS), maar hanteert een opvolgtijd van 42 dagen na een positieve test. Net als vele andere onderzoeken, komt hieruit naar voren dat een SARS-CoV-2-infectie wel degelijk geassocieerd is met een substantieel verhoogd risico op myocarditis.
Ik heb hier kennis van genomen en deel de genoemde zorgen niet. Wereldwijd bestaat brede wetenschappelijke consensus over het gegeven dat de gezondheidswinst van vaccinatie tegen COVID-19 opweegt tegen de geringe kans op (ernstige) bijwerkingen.
Voor een schatting van de number needed to vaccinate (NNV) per leeftijdsgroep verwijs ik naar recent gepubliceerde berekeningen uit het Verenigd Koninkrijk8. Hierbij merk ik op dat het risico op ernstige ziekte door COVID-19 voor niet-gevaccineerden nu lager is dan aan het begin van de pandemie, onder meer vanwege de opgebouwde immuniteit door infecties en de minder ziekmakende omikronsubvarianten van het virus. Deze berekeningen veranderen dus niets aan het belang van vaccinatie in het verleden. Een voorzichtige schatting van het RIVM laat zien dat in de periode augustus 2021 tot en met augustus 2022 bijna 88.000 ziekenhuisopnames als gevolg van COVID-19 zijn voorkomen door vaccinaties9.
Ik beschik niet over een dergelijke schatting en zie geen aanleiding om hier gericht aanvullend onderzoek naar te laten doen. Er is brede wetenschappelijke consensus over het gegeven dat de kans op ernstige bijwerkingen na vaccinatie zeer klein is. Volgens bijwerkingencentrum Lareb geven onderzoeken aan dat myo- en pericarditis bij ongeveer 3 tot 10 mensen per miljoen gezette COVID-19-vaccinaties voorkomt11. Anafylaxie is bij Lareb ongeveer 1 tot 8 keer gemeld per miljoen gezette eerste COVID-19-vaccinaties12. Zoals meermaals aangegeven, worden meldingen van vermoedelijke bijwerkingen doorlopend gemonitord en onderzocht, en worden vaccinaties alleen aangeboden als de voordelen van de vaccinatie voldoende opwegen tegen het risico op (ernstige) bijwerkingen.
Ja.
De vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) over de effectiviteit en de bijwerkingen van de (mRNA-)coronavaccins (2023Z05177) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.