Ingediend | 22 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 19 april 2023 (na 28 dagen) |
Indiener | Sylvana Simons (BIJ1) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z04868.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2379.html |
Het klopt dat het weigeringspercentage van visumaanvragen van Surinamers in de afgelopen jaren is toegenomen.
2022
2021
2020
2019
2018
2017
17,4%
19,7%
17,8%
9,6%
8,9%
5,5%
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het wereldwijde visum-beslisproces sinds 2017 stapsgewijs gecentraliseerd. In dat kader is in september 2017 het visumbeslisproces van de ambassade in Suriname overgeheveld naar de Consulaire Service Organisatie (CSO) in Den Haag. Het weigeringspercentage van visumaanvragen is echter onafhankelijk van de locatie waar de beslissing op de aanvraag wordt genomen (bij de ambassade of bij de CSO). Elke visumaanvraag wordt op zijn eigen merites beoordeeld op basis van de EU-Visumcode door daartoe opgeleide beslismedewerkers met kennis van de lokale context in Suriname. Op aanvragen die aan de Europese vereisten voor visumverlening voldoen, zal in de regel positief worden beslist. Als dat niet het geval is, zal de visumaanvraag moeten worden geweigerd.
In de afgelopen jaren is een stijging waarneembaar van het aantal incompleet ingediende visumdossiers. Als gevolg hiervan kan veelal het reisdoel en de terugkeer niet voldoende worden beoordeeld en wordt de visumaanvraag geweigerd. Dit blijkt ook een van de voornaamste redenen voor de weigering van een Schengenvisum.
Het is belangrijk dat visumaanvragers geïnformeerd worden over de documenten die bij een visumaanvraag moeten worden overlegd. Informatie hierover is voor aanvragers te vinden op de websites van de externe dienstverlener in Suriname (VFS Global) en van Nederland Wereldwijd, evenals in de bevestigingsmail van de afspraak voor het indienen van de visumaanvraag.
Bij het Schengenvisumproces wordt door Nederland, evenals door andere Schengenlanden, wereldwijd samengewerkt met externe dienstverleners. De inzet van een externe dienstverlener (EDV) is inmiddels de norm geworden. De EU-Visumcode biedt daartoe de mogelijkheid. De dienstverlening door externe dienstverleners, tegen betaling van een service fee, wordt door visumaanvragers veelal als positief ervaren. Het ruime aanbod aan EDV-locaties in de wereld bespaart aanvragers tijd en (hogere) reis- en verblijfskosten voor het indienen van een visumaanvraag, omdat men hiervoor niet meer naar een ambassade hoeft te reizen. Daarnaast kan men bij een een externe dienstverlener extra diensten afnemen. Zo is het VFS-kantoor in Suriname tijdens piekperiodes ook op zaterdag geopend, kan er online een afspraak gemaakt worden, zijn er kopieer- en printmogelijkheden en kunnen de beslissingen van de CSO op de aanvragen klantvriendelijk worden geretourneerd per post of koerierdienst.
De service fee is een vergoeding voor de dienstverleningskosten die door de externe dienstverleners worden gemaakt. Het in rekening brengen van een service fee door de externe dienstverlener is in overeenstemming met art.17 van de Visumcode.
De service fee voor de externe dienstverlener maakt geen onderdeel uit van de visumleges. Deze laatste is bepaald bij art. 16 van de Visumcode. De service fee wordt niet terugbetaald, ook niet in geval van een visumweigering.
Spoedeisende visumaanvragen worden niet als zodanig geregistreerd. Wel wordt – zoals dat ook het geval was gedurende de Covid-pandemie – voor urgente familieredenen (zoals bij overlijden of het bijwonen van begrafenissen) zoveel mogelijk maatwerk geboden, waardoor aanvragers met voorrang een afspraak kunnen maken en er snel wordt beslist op een dergelijke aanvraag. Hierbij speelt de ambassade een actieve rol.
De Nederlandse ambassades en consulaten leveren een belangrijke bijdrage aan het borgen van actuele kennis over de lokale omstandigheden bij de beslismedewerkers bij de CSO. Dit geldt ook voor de ambassade in Paramaribo. Er is geen aanleiding dit verder te onderzoeken. Zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3.
Bij de CSO wordt, ook gezien de grote mate van diversiteit van de medewerkers, veel aandacht besteed aan een veilige werkomgeving waarin geen ruimte is voor discriminatie. Het Racismerapport, diversiteit en inclusiviteit zijn onderwerpen die nadrukkelijk op de agenda staan. In dit kader worden door de CSO ook unconscious bias-workshops georganiseerd.
Binnen de CSO wordt door verschillende regionale teams beslist. Zij toetsen de aanvragen op basis van objectieve beoordelingscriteria, die vastgelegd zijn in de EU-Visumcode, en op basis van lokale informatie die binnen de regionale teams voorhanden is. Er zijn voldoende waarborgen in het proces die vooringenomenheid of vooroordelen uitsluiten.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het visumbeslisproces sinds 2017 stapsgewijs gecentraliseerd (in overeenstemming met de mogelijkheden die de EU-Visumcode hiertoe biedt). Dit betreft geen uitbesteding naar externe partijen maar overheveling naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De beslissingen op visumaanvragen worden niet meer genomen door de posten, maar centraal door de beslismedewerkers bij de CSO in Den Haag in samenwerking met andere ketenpartners. Daarbij wordt ervoor zorg gedragen dat actuele lokale informatie over de context waarin de aanvraag is gedaan voldoende is gewaarborgd voor een gedegen informatiepositie van de beslismedewerkers bij de CSO. Het voordeel van centraal beslissen op visumaanvragen is naast harmonisatie van het visumproces en de CSO als kenniscentrum, een objectievere beoordeling van de visumaanvragen door een gescheiden front- en back-office. Het enige wat is uitbesteed is de inname van de aanvraag (zie antwoord op vraag 4).
De toe- of afname van afwijzingen varieert per land. Uit onderstaande tabel blijkt dat het weigeringspercentage van Indonesië en Turkije een stijging vertoont. Voor Marokko vertoont het weigeringspercentage vanaf 2020 een daling.
Land
2022
2021
2020
2019
2018
2017
Marokko
25,3%
22,5%
37,4%
33,8%
29,6%
22,4%
Indonesië
7,5%
6,3%
3,2%
2,4%
2,9%
1,7%
Turkije
18,5%
19,1%
18,9%
15,8%
11,9%
8,9%
Het weer behandelen van visumaanvragen door de ambassades is niet aan de orde. Zie verder het antwoord op vraag 8.
Met het centraliseren van het visumbeslisproces naar de CSO in Den Haag en het wereldwijd uitbesteden van de inname van aanvragen aan externe dienstverleners, is de rol van de posten en daarmee de personele capaciteit van de ambassades in het visumproces beperkter geworden. Het beëindigen van de inzet van externe dienstverleners zou resulteren in een aanzienlijke vermindering van de dienstverlening aan visumplichtige burgers. Zo zou het aantal visumaanvragen dat kan worden ingenomen via de ambassades lager zijn dan wanneer gebruik wordt gemaakt van een externe dienstverlener. Daarnaast zouden aanvragers weer (verder) moeten reizen om de visumaanvraag in te dienen bij de ambassades en daarvoor hogere kosten voor reis en verblijf moeten betalen. Zie ook het antwoord op vraag 4.