Ingediend | 10 maart 2023 |
---|---|
Beantwoord | 3 april 2023 (na 24 dagen) |
Indiener | Kees van der Staaij (SGP) |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | burgerlijk recht recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z04175.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2101.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
De experts roepen in de verklaring op tot algehele afschaffing van draagmoederschap, omdat dit volgens hen in strijd zou zijn met de menselijke waardigheid van de vrouw en zou bijdragen aan commodificatie van vrouwen en kinderen, ongeacht de voorwaarden waaronder dit plaatsvindt. Dat oordeel deel ik niet. Het kabinet is zich ervan bewust dat de praktijk rond draagmoederschap risico’s kent. De Staatscommissie Herijking ouderschap heeft hierover in haar rapport uit 2016 reeds zorgen geuit.2 Ook de commissie onderzoek interlandelijke adoptie in het verleden (commissie-Joustra) heeft hiervoor aandacht gevraagd.3
Op aanbeveling van de Staatscommissie werkt het kabinet aan een wetsvoorstel waarin een norm wordt gelegd voor verantwoord draagmoederschap. Het rapport van de commissie-Joustra wordt hierbij betrokken. Dit wetsvoorstel is momenteel in voorbereiding en verwacht ik rond de zomer bij uw Kamer in te dienen. De regeling bevat een juridisch kader voor zorgvuldig draagmoederschap in Nederland. Tevens omvat het prikkels voor wensouders die kiezen voor een buitenlands traject, om te kiezen voor een traject dat voldoet aan bepaalde zorgvuldigheidseisen. Daarnaast bevat de regeling een strafbaarstelling van het betalen voor de overdracht van het ouderschap over een kind en van het doen en ontvangen van betalingen voor draagmoederschap die bij algemene maatregel van bestuur bepaalde maximale vergoedingen te boven gaan. Met de regeling wordt getracht misstanden en bestaande risico’s rond draagmoederschap zo veel mogelijk te beperken.
Ik ben mij ervan bewust dat geen enkele regeling misstanden en risico’s volledig kan wegnemen. Dit zou ook niet het geval zijn bij een verbod op of afschaffing van draagmoederschap. De overheid kan niet verhinderen dat draagmoederschap gebruikt blijft worden als middel van gezinsvorming. Met het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel worden betrokkenen gestimuleerd te kiezen voor verantwoord draagmoederschap, waarbij de positie van kinderen, draagmoeders en wensouders zo goed mogelijk geborgd is.
Met draagmoederschap dat voldoet aan bepaalde zorgvuldigheidseisen worden naar mijn mening geen mensenrechten geschonden. Daarbij vind ik het van belang dat draagmoederschap zorgvuldig en transparant plaatsvindt, waarbij het kind toegang heeft tot informatie over zijn ontstaansgeschiedenis en zo veel mogelijk rechtszekerheid wordt geboden aan betrokkenen. Daarmee worden de belangen van het kind, de draagmoeder en ook de wensouders beter beschermd. Om die reden bereid ik het voornoemde wetsvoorstel voor.
Het is duidelijk dat draagmoederschap een onderwerp is waar verschillend over wordt gedacht, binnen uw Kamer, binnen de maatschappij en ook internationaal. De aangehaalde verklaring past in dat beeld, en heeft op zichzelf geen gevolgen voor de afspraak in het coalitieakkoord op het vlak van draagmoederschap. Het coalitieakkoord stelt daarbij tevens dat bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel het rapport van de commissie-Joustra wordt betrokken. Zij heeft geen specifiek onderzoek gedaan naar draagmoederschap, maar ziet daarbij dezelfde kwetsbaarheden als in het interlandelijke adoptieveld: een kinderwens, bemiddeling bij het vervullen van deze wens, geld en internationaal verkeer. Ik onderken de door de commissie-Joustra benoemde risico’s en vind het dan ook belangrijk dat draagmoederschap zorgvuldig en verantwoord plaatsvindt. Dit wordt met het wetsvoorstel beoogd.
Nee, de internationale verklaring verandert het kabinetsstandpunt rond draagmoederschap niet. De verklaring onderstreept het belang van een regeling voor zorgvuldig draagmoederschap.
Ik zie geen aanleiding voor een (internationaal) verdrag tot afschaffing van draagmoederschap. Wel is het van belang om te komen tot een internationaal (juridisch) kader op dit terrein om risico´s en misstanden tegen te gaan. In dat kader verwijs ik naar de werkzaamheden van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht (HccH). De HccH heeft begin maart jongstleden een werkgroep ingesteld die het komende jaar onderzoek doet naar de haalbaarheid van een verdrag voor de erkenning van ouderschap, inclusief ouderschap na draagmoederschap. In dat verband noem ik ook het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening aangaande de wederzijdse erkenning van ouderschap.5 Voorts volgt Nederland de ontwikkelingen van de International Social Service (ISS) op het terrein van draagmoederschap. De ISS, bestaande uit onafhankelijke deskundigen uit verschillende disciplines en verschillende regio’s in de wereld, hebben begin 2021 richtlijnen gepubliceerd die landen moeten helpen bij het creëren van (wettelijke) waarborgen ter bescherming van de grondrechten van kinderen die uit draagmoederschap worden geboren.6
Nederland steunt voorgaande ontwikkelingen. Dat neemt niet weg dat de verwachting is dat het nog aanzienlijke tijd zal duren voordat een internationaal instrument op het terrein van draagmoederschap zal kunnen worden vastgesteld.
Zoals in het antwoord onder vraag 2 is genoemd, wordt met een nationale regeling voor verantwoord draagmoederschap getracht misstanden en risico’s waar mogelijk te beperken. De ontwikkelingen op internationaal vlak, zoals genoemd in het antwoord op vraag 6, dragen ook bij aan het voorkomen van misstanden op dit terrein. Nederland maakt verder deel uit van het European Multidisciplinary Platform Against Criminal Threats (EMPACT) waarin door de EU lidstaten tussen politie- en justitiediensten, EU agentschappen en andere partners operationeel wordt samengewerkt in de aanpak van de georganiseerde misdaad. Nederland is de Driver van EMPACT THB (Trafficking in Human Beings). EMPACT THB heeft het onderwerp illegaal commercieel draagmoederschap en «verkopen van baby’s opgenomen in het Operational Action Plan (OAP) van 2023. Bulgarije is leider van dit programma en Nederland is een van de deelnemers. Het programma richt zich op het identificeren en verstoren van criminele samenwerkingsverbanden die binnen de EU op dit gebied actief zijn.
Voor de beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2.