Ingediend | 23 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 17 maart 2023 (na 22 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z03342.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1909.html |
Domeinoverstijgend samenwerken tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren leidt naar verwachting tot betere zorg thuis, waardoor zorg in verpleeghuizen en andere zorginstellingen kan worden uitgesteld of voorkomen. Dat beschrijft de Raad voor Volksgezondheid en Zorg ook in haar rapport Grenzeloos Samenwerken (2022). Domeinoverstijgend samenwerken ondersteunt het beleid van langer thuis wonen en vermindert de vraag naar zorg die valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz). De baten van domeinoverstijgende samenwerking vallen daarmee in de Wlz terwijl er meer kosten gemaakt worden in de Wmo 2015 en de Zvw.
Met het aankomende wetsvoorstel domeinoverstijgend samenwerken maak ik het voor zorgkantoren mogelijk om bij te dragen aan initiatieven die ertoe kunnen leiden dat het beroep op de Wlz kan worden beperkt; deze wettelijke mogelijkheid hebben zij nu niet. Vooruitlopend op het wetsvoorstel geeft de Regeling specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken (spuk DOS) gemeenten een financiële impuls om nieuwe initiatieven te starten of om initiatieven met goede ervaringen uit te breiden. Eén van de voorbeelden van een dergelijk initiatief is het inzetten van een door de sector zo genoemde zorgarrangeur, maar gemeenten kunnen ook een aanvraag doen voor een ander experiment dat past binnen de doelstellingen van de spuk DOS.
Met de zorgarrangeur zijn positieve ervaringen opgedaan in de praktijk via pilots Domein Overstijgend Samenwerken (DOS) bij drie gemeenten (Ede, Dongen en Hoogeveen). De vorige Minister van VWS heeft de evaluatie van de werkwijze in de pilotgemeenten op 26 februari 2021 aan uw Kamer aangeboden.2 Significant (het onderzoeksbureau dat de evaluatie heeft uitgevoerd) beschrijft dat de aanpak meerwaarde heeft voor cliënten en naasten. Zo geven naasten aan dat zij zich dankzij de arrangeur ontlast voelen, omdat ze erop kunnen vertrouwen dat de zorg geregeld wordt. Cliënten en naasten geven daarnaast aan dat zij zich gehoord voelen door de arrangeur en dat het fijn is dat zij de arrangeur als aanspreekpunt hebben. Het langer thuis kunnen wonen in combinatie met deze positieve ervaringen met de arrangeur en de werkwijze van Domein Overstijgend Samenwerken dragen naar verwachting van naasten en arrangeurs bij aan de kwaliteit van leven van de cliënt. Daarnaast levert de werkwijze positieve ervaringen op bij medewerkers. Significant concludeert tevens dat de experimenten bijdragen aan een grotere maatschappelijke doelmatigheid en effectiviteit.
Er is bij de zogenoemde (zorg)arrangeur overigens geen sprake van een nieuwe dienst of een nieuw soort medewerker. De rol van arrangeur kan door verschillende bestaande professionals worden vervuld, bijvoorbeeld de casemanager dementie, een wijkverpleegkundige of een leefcoach. De bedoeling is dat de arrangeur (doordat verschillende partijen daarover met elkaar afspraken hebben gemaakt) zorg en ondersteuning vanuit meerdere domeinen kan toekennen en de zorg en ondersteuning integraal kan organiseren, waarmee het aantal betrokken personen juist afneemt in plaats van toeneemt en de zorg en ondersteuning beter aansluit bij de behoefte van de cliënt en zijn naaste.
Voor sommige cliënten is zorg en ondersteuning uit meerdere domeinen nodig. Samenwerking is daarbij van belang. Met de spuk DOS wordt samenwerking gefaciliteerd zodat deze zorg en ondersteuning vanuit meerdere domeinen georganiseerd kan worden door één en dezelfde persoon. Dat maakt dat het aantal betrokken partijen beperkt kan worden indien partijen elkaar daartoe het mandaat geven.
Zie antwoord vraag 2.
De wijze waarop een arrangeur bevoegd is om mensen zorg toe te zeggen, is afhankelijk van afspraken die samenwerkende partijen daarover met elkaar maken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat partijen de wijkverpleegkundige – die normaal gesproken alleen de wijkverpleging kan indiceren – op basis van de gemaakte afspraken van de gemeente ook de bevoegdheid krijgt om ondersteuning vanuit de gemeente toe te zeggen en/of te regelen. Het stellen van een indicatie voor de Wlz blijft voorbehouden aan het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
De € 8,9 miljoen is beschikbaar op de begroting van VWS en wordt bekostigd vanuit de transitiemiddelen «scheiden wonen en zorg». Doordat mensen met deze initiatieven langer thuis kunnen blijven wonen, draagt dit bij het langer thuis wonen of in geclusterde setting en minder in een verpleeghuis.
De spuk DOS heeft niet tot doel om mensen te helpen hun zorg te regelen, maar om gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars in staat te stellen tot de benodigde domeinoverstijgende samenwerking om op een eenvoudigere wijze de juiste zorg op de juiste plek te organiseren. Zoals gesteld in mijn antwoord op vraag 1 hebben een aantal gemeenten hier invulling aan gegeven door een zorgarrangeur. De inzet bevordert juist de autonomie en voorkomt zwaardere zorg.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Als gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren besluiten om met behulp van de spuk DOS het model van een zorgarrangeur te introduceren in de regio, dan ga ik ervan uit dat zij op basis van goede afspraken de zorgarrangeurs het juiste mandaat meegeven om deze functie uit te oefenen en de onafhankelijkheid te borgen.
Zie antwoord vraag 12.
Zoals hiervoor aangegeven in de beantwoording van vraag 1, is uit de evaluatie van de pilots gebleken dat domeinoverstijgend samenwerken (en de werkwijze met een arrangeur) zowel kan zorgen voor positieve ervaringen bij cliënten, hun naasten en medewerkers alsmede een bijdrage kan leveren aan een grotere maatschappelijke doelmatigheid en effectiviteit en daarmee de inzet van schaars personeel kan beperken doordat een zwaardere zorgvraag voorkomen wordt.
De spuk DOS heeft niet tot doel om mensen te helpen hun zorg te regelen, maar om gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars in staat te stellen tot de benodigde domeinoverstijgende samenwerking om op een eenvoudigere wijze de juiste zorg op de juiste plek te organiseren. Zoals gesteld in mijn antwoord op vraag 1 hebben een aantal gemeenten hier invulling aan gegeven door een zorgarrangeur.
Ik betreur het dat het beeld is ontstaan dat de zorgarrangeur een nieuwe functie is die in plaats komt van de cliëntondersteuner of begeleidende taken van zorgverleners overneemt. Dat is niet het geval. De meerwaarde ligt in het mandaat van een bestaande functionaris om over de grenzen van de wetten heen zorg te indiceren/toe te wijzen.
Zie antwoord vraag 15.
Zoals onder andere mijn antwoord op vraag 1 aangegeven heeft Significant (dat de pilots met deze werkwijze in 3 pilotgemeenten heeft geëvalueerd) geconcludeerd dat deze werkwijze bijdraagt aan een grotere maatschappelijke doelmatigheid en effectiviteit.
Zie antwoord vraag 17.
Zie antwoord vraag 17.
De wijze waarop arrangeurs verantwoording moeten afleggen is afhankelijk van de afspraken die daarover worden gemaakt tussen de samenwerkende partijen.
Ik betreur het dat het beeld is ontstaan dat de zorgarrangeur een nieuwe functie is die in de plaats komt van de cliëntondersteuner of begeleidende taken van zorgverleners overneemt. Dat is niet het geval. De meerwaarde ligt in het mandaat van een bestaande functionaris om over de grenzen van de wetten heen zorg te indiceren/toe te wijzen.
Overigens kunnen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren ook andere experimenten starten op basis van de spuk DOS die bijdragen aan de benodigde domeinoverstijgende samenwerking om op een eenvoudigere wijze de juiste zorg op de juiste plek te organiseren.