Kamervraag 2023Z02656

Het vertrouwen in het bestuur

Ingediend 15 februari 2023
Beantwoord 29 maart 2023 (na 42 dagen)
Indiener Julian Bushoff (PvdA)
Beantwoord door Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD), Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen bestuur organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02656.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-2061.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Vertrouwen in lokaal bestuur onder druk»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Schrikt u ook zo van het door lokale bestuurders ervaren gebrek aan vertrouwen van de burger in het lokale bestuur? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Het is spijtig en verontrustend als lokale bestuurders aangeven in hun contacten met burgers een gebrek aan vertrouwen te ervaren. Ik vind het onwenselijk als grote groepen burgers geen vertrouwen in de overheid (meer) hebben.
    Het is gezond als mensen kritisch naar de overheid en de politiek kijken, dat hoort zo in een democratie. Tegelijk moeten mensen zich beschermd en gezien voelen door overheid en politiek, anders verliest de democratie aan draagvlak. In het aangehaalde artikel wordt geconcludeerd dat een deel van de lokale volksvertegenwoordigers en bestuurders ervaren dat de landelijke politiek schuldig is aan een ervaren gebrek aan vertrouwen van burgers in het lokale bestuur. Een belangrijke opdracht aan het kabinet is dan ook om ervoor te zorgen dat mensen ervaren dat de overheid er ook voor hen is. Om vertrouwen te krijgen, moet de overheid betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig zijn. Daar werk ik aan, samen met de collega’s in het kabinet, door te investeren in het verbeteren van de uitvoering, in het vakmanschap van ambtenaren en in het vergroten en versterken van de mogelijkheden voor burgers om invloed uit te oefenen. Dit laatste onder meer via het aan Uw Kamer voorgelegde wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau.2

  • Vraag 3
    Over welke gegevens over het vertrouwen in het lokale bestuur beschikt u?

    Uit het recente Lokaal Kiezersonderzoek 2022 blijkt dat inwoners meer vertrouwen hebben in de lokale politiek en bestuur dan in de politiek en bestuur op nationaal niveau.3 Zo’n zestig procent van de burgers heeft (veel) vertrouwen in de gemeenteraad of in het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester kan rekenen op (veel) vertrouwen van 65% van de burgers. Het aantal mensen dat aangeeft helemaal geen vertrouwen te hebben in deze lokale instituties schommelt rond de 5% en is daarmee veel kleiner dan dat voor regering en parlement.
    Het lokaal bestuur staat er dus in algemene zin wat betreft het vertrouwen waarop ze mogen rekenen beter voor dan het nationaal bestuur.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening van de lokale bestuurders dat de reden waarom het genoemde vertrouwen onder druk staat vooral komt omdat de landelijke politiek onvoldoende in staat is om de maatschappelijke problemen op te lossen? Zo ja, waarom en aan welke maatschappelijke problemen denkt u zelf? Zo nee, waarom niet? Meent u dat het gebrek aan vertrouwen dan veroorzaakt wordt door het lokale bestuur zelf en aan welke oorzaken denkt u dan?

    Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laat in zijn laatste Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) zien dat het vertrouwen in de Tweede Kamer en de regering sinds het najaar van 2021 lager is dan het gemiddeld was in de afgelopen tien jaar en dat het sindsdien nog niet is gestegen.4 Het SCP stelt dat respondenten eerder erg kritisch zijn dan diep wantrouwend.5 De grootste groep lijkt aangehaakt. Ongeveer de helft geeft de regering een kleine voldoende, ze volgt de politiek op enige afstand en is niet tevreden. Redenen die inwoners geven voor weinig vertrouwen zijn het aanblijven van dezelfde politici, het gebrek aan verandering tussen opeenvolgende kabinetten en een ervaren gebrek aan responsiviteit en daadkracht, waarvoor de kinderopvangtoeslagaffaire en problemen in Groningen illustratief worden gevonden. Ook het functioneren van de politiek als zodanig wordt als probleem genoemd.6 Daarbij komen dan betrouwbaarheid en het luisteren naar burgers naar voren, maar ook de omgangsvormen tussen politici onderling.
    Het versterken van de mogelijkheden voor burgers om invloed uit te oefenen, kan mogelijk bijdragen aan een groter vertrouwen. Er is onder aanzienlijke groepen burgers steun voor meerdere kanalen om invloed uit te oefenen, zoals referenda, inspraak, burgerfora of andere vormen van burgerparticipatie, blijkt uit ditzelfde COB. Ook schatten zij in dat deelname daaraan zin heeft. De bereidheid om zelf deel te nemen, is daarentegen wel lager.
    Daarnaast werk ik, samen met de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, aan een overheid die dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is bijvoorbeeld via het interdepartementale programma Werken aan de Uitvoering (WAU). Ook zijn wijzigingen in de Algemene Wet Bestuursrecht in voorbereiding die hardvochtige effecten van overheidshandelen door (te) strikte toepassing van wet- en regelgeving in de toekomst moeten voorkomen.
    Het herstel van het vertrouwen tussen inwoners en overheid is een opgave voor het gehele kabinet. In de kabinetsreactie op de Atlas van afgehaakt Nederland is beknopt weergegeven wat er in dit licht over de volle breedte van het kabinetsbeleid gebeurt.7

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het optreden van de rijksoverheid bij het onvoldoende oplossen van de Groningse gasproblematiek, in de toeslagenaffaire of met betrekking tot de schrijnende opvang van asielzoekers in Ter Apel bijdraagt aan het lage vertrouwen in de lokale politiek? Zo ja, in welke mate? Zo nee, waaruit blijkt dan dat dit geen invloed zou hebben op het vertrouwen in de lokale politiek?

    Het handelen van de overheid én de politiek bij de door u genoemde problematieken kan inderdaad een rol spelen in het vertrouwen dat inwoners hebben in de overheid en de politiek in algemene zin. Voor de Groningse gasproblematiek staat dit uitvoerig beschreven in het onlangs verschenen rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen.8 In welke mate het handelen van rijksoverheid en de nationale politiek in de genoemde voorbeelden ook doorwerkt in het vertrouwen in de lokale overheid en politiek valt niet eenduidig vast te stellen. Hoewel het vertrouwen in de lokale overheid de afgelopen periode is gedaald – zoals ook naar voren komt in het door u aangehaalde onderzoek door Necker – worden deze lokale instituties nog steeds meer vertrouwd dan hun nationale tegenhangers, zoals gegevens uit de onlangs verschenen Staat van het Bestuur 2022 laten zien.9 Het vertrouwen in de gemeenteraad is hoger dan dat in de Tweede Kamer en het vertrouwen in het college van burgemeester en wethouders is hoger dan dat in de regering.10 Uit onderzoek van Kieskompas, waarover Trouw in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 rapporteerde11, blijkt dat er regionale verschillen zijn qua daling van het vertrouwen in de lokale overheid. Zo daalde het vertrouwen in Delfzijl en omgeving in het onderzoek erg snel. Mogelijk speelt de aanpak van de aardbevingsproblematiek hierin een rol. In het zuidwesten van Drenthe nam het vertrouwen in die periode in de lokale overheid juist toe. Ook in Fryslân hebben relatief veel mensen vertrouwen in het gemeentebestuur. Volgens de onderzoekers daalt het vertrouwen in de gemeenteraad wel mee met dat van de landelijke politiek.12

  • Vraag 6
    Herinnert u zich de antwoorden van de Minister-President op vragen van de leden Kuiken/Klaver c.s. over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030?2

    Ja.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het niet beantwoorden van vragen over het behalen van concrete kabinetsdoelstellingen om de formele reden dat de Minister-President niet de eerstverantwoordelijke bewindspersoon is, de indruk kan wekken dat u geen rekenschap over het nakomen van doelen en beloftes kunt of wilt geven? Zo ja, deelt u dan de mening dat het dan ook niet verwonderlijk is dat het vertrouwen in de (lokale) politiek laag is? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

    De beantwoording van de vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Ouwehand (PvdD), Azarkan (Denk), Dassen (Volt) en Simons (BIJ1) d.d. 9 februari jl., kenmerk 2023Z02233 heeft de Minister-President per brief van 6 maart 2023 (referentie 4317011) overgedragen aan de ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid, voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aan alle bewindspersonen is verzocht de Kamers voorafgaande aan Verantwoordingsdag 2023 te informeren over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030.

  • Vraag 8
    Kunt u door middel van informatie die u van de verantwoordelijke bewindspersonen hebt verkregen de in de bovengenoemde vragen gevraagde doelstellingen en prognoses over het behalen daarvan alsnog aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Mededeling - 7 maart 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bushoff (PvdA), van uw Kamer aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister-President over het vertrouwen in het bestuur, ingezonden op 15 februari 2023 (kenmerk 2023Z02656), in verband met de benodigde interdepartementale afstemming niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z02656
Volledige titel: Het vertrouwen in het bestuur
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-2061
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bushoff over het vertrouwen in het bestuur