Ingediend | 9 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 7 maart 2023 (na 26 dagen) |
Indiener | Ulysse Ellian (VVD) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02236.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1770.html |
Ja.
Over lopende strafrechtelijke procedures kan ik als Minister van Justitie en Veiligheid geen uitspraken doen. Er is nauw contact met de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten over deze zaken, ook naar aanleiding van deze berichtgeving. In algemene zin merk ik op dat het in uitleveringsprocedures niet ongebruikelijk is dat personen, hangende zo’n procedure, onder voorwaarden op vrije voeten worden gesteld.
Zie antwoord vraag 2.
Over lopende strafrechtelijke procedures kan ik geen uitspraken doen. In het algemeen kan ik aangeven dat mijn ministerie als centrale autoriteit in nauw contact staat met centrale autoriteiten wereldwijd, om zaken onder de aandacht te brengen en om er voor te zorgen dat de juiste informatie bij de juiste autoriteiten beschikbaar is. Bij uitleveringsprocedures is tijdige aanlevering van de juiste documenten aan de buitenlandse autoriteiten essentieel. In de praktijk werken de politie, het OM, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en mijn departement nauw samen om dit te bewerkstelligen.
Het is vervolgens aan de autoriteiten van het aangezochte land om de nationale (gerechtelijke) procedures te volgen waarin het uitleveringsverzoek wordt getoetst en ook al dan niet hier informatie over te naar buiten te brengen.
Zie antwoord vraag 4.
In het kader van de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit is internationale samenwerking van groot belang. Het is bovendien een gedeeld belang van vele landen wereldwijd. Samen met diverse partners, zoals politie en OM, zet mijn ministerie in op intensivering van de strafrechtelijke samenwerking met prioritaire landen, waaronder de Verenigde Arabische Emiraten, Marokko en Colombia. Onder meer door het sluiten van bilaterale verdragen op het gebied van rechtshulp en uitlevering wordt de samenwerking met deze landen verder uitgebouwd. Bilaterale verdragen met deze landen zijn naar mijn oordeel een onmisbare bijdrage aan de noodzakelijke intensivering van de internationale strafrechtelijke samenwerking die Nederland in staat moet stellen nog meer te doen aan de bestrijding van de grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit.