Ingediend | 8 februari 2023 |
---|---|
Beantwoord | 17 maart 2023 (na 37 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02088.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1912.html |
In mijn beantwoording op 20 mei 20223 van de vraag van het lid Omtzigt van 21 april 2022 – of het klopt dat geluidsopnames van OMT-vergaderingen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Archiefwet vallen – heb ik toegelicht dat deze zowel onder de definitie van documenten in de Wet open overheid (Woo) – de opvolger van de Wob – als onder de definitie van archiefbescheiden in de Archiefwet vallen. Hierbij heb ik ook toegelicht dat het RIVM deze opnamen echter niet archiveert, omdat het hier om geluidsopnamen gaat slechts ter ondersteuning van de verslaglegging door het secretariaat.
Daarnaast heb ik in mijn beantwoording van 31 januari 20234 op uw schriftelijke vragen van 5 december 2022 – op de vraag of het juist is dat dergelijke geluidsopnamen juist bewaard worden met het oog op eventuele Woo-verzoeken – aangegeven dat dit niet correct is. Naast het hierboven genoemde verwijs ik hiervoor ook naar mijn brieven van 19 oktober5 en 8 november6 2022 aan uw Kamer. Hierin licht ik toe dat in het protocol van het RIVM is opgenomen dat geluidsopnamen door een notulist worden gebruikt ter ondersteuning indien blijkt dat aantekeningen niet toereikend zijn. Na het definitief vaststellen van het verslag worden deze bestanden verwijderd.
Ook heb ik in de hiervoor genoemde beantwoording van 31 januari 2023 benoemd dat ik ten aanzien van de betreffende audiobestanden – die onbedoeld en ongewild zijn bewaard – heb besloten deze voorlopig te bewaren om geen voldongen feiten te creëren. Het is staand beleid om geen documenten – die onder de reikwijdte van een verzoek vallen – te verwijderen als de Kamer erom vraagt of als er een Woo-verzoek is ingediend.
Tot slot vind ik het belangrijk om te benadrukken dat het feit dat de betreffende audiobestanden onder het bereik van de Woo vallen niet per definitie wil zeggen dat ze ook openbaar worden gemaakt.
Zoals ik mede in mijn beantwoording op 31 januari jl. op vragen uit het schriftelijk overleg (SO) heb toegelicht, staat het belang van de staat in de weg aan het verstrekken van de audiobestanden van OMT-vergaderingen aan de Kamer. Daarbij wil ik opmerken dat via Woo-verzoeken niet meer informatie kan worden verkregen dan aan uw Kamer wordt verstrekt.
Zie antwoord vraag 1.
Zoals ik in mijn bovengenoemde brief van 19 oktober 2022 heb toegelicht zijn de betreffende audiobestanden – via een geautomatiseerd proces van documenten- en dataoverdracht van het RIVM aan het Ministerie van VWS – onbedoeld en ongewild verzameld als onderdeel van grote hoeveelheden relevante COVID-19-data en documenten ten behoeve van openbaarmaking via de Wet open overheid (Woo). In mijn antwoord op vraag 1 en 2 heb ik toegelicht dat het RIVM deze opnamen echter niet archiveert, omdat het hier om geluidsopnamen gaat die slechts ter ondersteuning dienen van de verslaglegging door het betreffende secretariaat.
In mijn beantwoording van de vragen van uw Kamer tijdens het hierboven genoemde SO heb ik aangegeven dat het belang van de staat uit artikel 68 van de Grondwet zich verzet tegen het verstrekken van de audiobestanden aan de Kamer. Er zijn afspraken gemaakt met de OMT-leden over vertrouwelijkheid ten behoeve van het goed functioneren van het OMT en ter bescherming van de OMT-leden en hun persoonlijke levenssfeer. Het tot personen kunnen herleiden van informatie is een aantasting van de persoonlijke levenssfeer. Het respecteren van dergelijke afspraken en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vallen onder de verschoningsgrond «belang van de staat» uit artikel 68 Grondwet. Het risico bestaat dat bij het verstrekken van de audiobestanden de vrije gedachtenvorming binnen het OMT niet meer mogelijk is en daarmee bestaat ook het risico dat in de toekomst bij een eventuele volgende pandemie geen gedragen advies tot stand komt. Daarom kan ik de audiobestanden niet met uw Kamer delen.
Zie antwoord vraag 4.
Nee, dat klopt niet. Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op de vragen 4 en 5. In aanvulling hierop wil ik toelichten dat de hierin genoemde risico’s gelden voor het openbaar maken van elk van de afzonderlijke bestanden.
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 6.
Ik vind het belangrijk dat OMT-leden zich door deze vertrouwelijkheid maximaal veilig voelen om tot een vrije gedachtewisseling te kunnen komen zonder dat die direct in de openbaarheid komt. Bovendien is het in het belang van de kwaliteit van het advies van het OMT, de samenleving en de volksgezondheid dat deze vertrouwelijkheid bewaard wordt, nu en in de toekomst.
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 8.
Ja, op het moment van het toesturen van deze beantwoording aan uw Kamer heb ik voldaan aan dit verzoek.
De vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) over «de onduidelijkheden over de per abuis bewaarde OMT-opnamen, in relatie tot de Wob/Woo» (2023Z02088, ingezonden 8 februari 2023) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.