Ingediend | 19 oktober 2022 |
---|---|
Beantwoord | 5 december 2022 (na 47 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z19813.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-929.html |
Ik ben op de hoogte van het feit dat het OM in 53 zaken om niet-ontvankelijkheid heeft verzocht.
Ik kan niet ingaan op individuele strafzaken. Daar komt bij dat deze zaak op dit moment door de rechter wordt behandeld. Het past mij ook daarom niet om inhoudelijk commentaar te geven op deze zaak.
In het algemeen is het zo dat het OM conform het opportuniteitsbeginsel de afweging maakt of een strafbaar feit wel of niet wordt vervolgd. Zoals u weet is het niet aan mij om daar in te treden. Hieraan kan nog worden toegevoegd dat het bij een beslissing van het OM om niet te vervolgen mogelijk is voor een belanghebbende om daarover een klacht in te dienen bij het gerechtshof met het verzoek alsnog opdracht te geven tot vervolging (artikel 12 Sv-procedure).
Zie antwoord vraag 2.
Dit soort cijfers wordt niet bijgehouden.
Zie antwoord vraag 4.
Om politieke bemoeienis te voorkomen heeft het Openbaar Ministerie een eigenstandige bevoegdheid om te beslissen in welke zaken wel of niet wordt vervolgd. Ik zal mij dan ook niet met deze beslissingen bemoeien.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het laten lopen van échte criminelen door focus op zaak De Mos (ingezonden 19 oktober 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.