Ingediend | 28 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 17 oktober 2022 (na 19 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Kuipers |
Onderwerpen | bestuur parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17958.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-351.html |
Ja.
Ja, dat laat onverlet dat ik van mening ben dat politieke ambtsdragers en volksvertegenwoordigers een bijzondere verantwoordelijkheid hebben om zich rekenschap te geven van de mogelijke negatieve effecten van hun uitlatingen op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen.
Ik heb in mijn beantwoording van de betreffende schriftelijke vragen de kwalificatie «nepnieuws» niet gebruikt. Deze is afkomstig uit het artikel waarnaar wordt verwezen.
Uiteraard gaan Kamerleden zelf over de frequentie en de inhoud van de Kamervragen die zij stellen. Ik vind het van belang om alle Kamervragen van een goede beantwoording te voorzien om zo te voldoen aan mijn grondwettelijke inlichtingenplicht.
Het indienen van een groot aantal Kamervragen in relatief korte tijd heeft gevolgen voor mijn vermogen om op een zo goed mogelijke manier aan mijn inlichtingenplicht te voldoen, daar dit een groot beslag legt op de ambtenaren van het Ministerie van VWS.
Zie antwoord vraag 4.
Nee. De Kamer heeft zijn eigen afspraken over maximale spreektijden en het onderscheid dat gemaakt wordt tussen fracties en groepen vastgelegd in het Reglement van Orde. Initiatieven tot wijziging van dit Reglement dienen dan ook vanuit de Kamer te komen.
Ik sluit mij aan bij hetgeen de Minister-President hierover heeft gezegd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Bedreigingen aan het adres van Kamerleden, in welke vorm dan ook, zijn volkomen onacceptabel en veroordeel ik ten zeerste. Het gehele kabinet spant zich in voor de veiligheid van politieke ambtsdragers en volksvertegenwoordigers. Deze veiligheid is van groot belang binnen onze democratische rechtsstaat.