Ingediend | 19 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 18 oktober 2022 (na 29 dagen) |
Indiener | Anne Kuik (CDA) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17237.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-586.html |
Ja.
In de Nederlandse rechtsstaat moeten mensen zich veilig en beschermd weten. Het kabinet zet alles op alles in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en ondermijnende criminaliteit. Geen maatregel wordt geschuwd. Alles moet worden ondernomen om te voorkomen dat gedetineerden hun criminele zaken kunnen voortzetten. We hebben te maken met een buitencategorie zware criminelen uit de georganiseerde misdaad, wat vraagt om een ander wettelijk kader voor detentie en toezicht dan waar we tot nu toe mee werken. Daarom heb ik ook vergaande stappen aangekondigd, waar ik in de antwoorden op vraag 4 en 6 nader op in ga.
Met de ondermijningsmiddelen die bij Miljoenennota 2022 beschikbaar zijn gesteld voert het kabinet de strijd tegen voortgezet crimineel handelen tijdens detentie en berechting ook financieel verder op. In 2023 is hiervoor een investering van 34 miljoen euro beschikbaar, vanaf 2024 wordt dit een structurele investering van ruim 24 miljoen euro.2
In de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) is geen gelegenheid voor de meest zware criminelen om met elkaar in contact te komen. We kunnen deze «buitencategorie» van gedetineerden echter niet al het contact met de buitenwereld verbieden, zoals bijvoorbeeld door middel van brief contact. Uiteraard wordt alle correspondentie vanuit de EBI aan de buitenwereld gecontroleerd. In sommige gevallen is deze communicatie als zodanig alsnog onwenselijk. Daarom werk ik momenteel met spoed aan een wetsvoorstel waarmee ik aan de meest zware criminelen op individueel niveau sterkere en nog verdergaande beperkingen kan opleggen dan nu onder Penitentiaire beginselenwet mogelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het volledig stilleggen van telefooncontacten of het geheel verbieden van schriftelijke correspondentie met bepaalde personen. Ik verwacht dit wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2023 bij uw Kamer in te dienen.
Met de bouw van het Justitieel Complex Vlissingen (JVC), met daarin een tweede EBI, komt er meer capaciteit om de toename van extreem gevaarlijke gedetineerden op te vangen. Een tweede EBI biedt daarnaast de mogelijkheid om gedetineerden van elkaar te scheiden en netwerkvorming tegen te gaan. Mijn voorganger heeft in zijn brief van 22 november 2021 aangegeven welke fysieke voorzieningen er de komende jaren worden getroffen door het Kabinet om ervoor te zorgen dat netwerkvorming en crimineel handelen tijdens detentie kan worden beperkt.3
Het Italiaanse 41bis regime kent geen strikte afzondering. De hoofdregel is dat 41bis gedetineerden een socialisatie groep van vier personen hebben. In deze groep wordt gesport en gaan zij luchten. Bij hoge uitzondering en als daar aanleiding toe is kan de groep beperkt worden tot twee personen. Wanneer er een concrete aanleiding is kan een beperkende maatregel opgelegd worden. Een dergelijke maatregel kan betekenen dat iemand in afzondering wordt geplaatst.
In mijn brief van 26 september 2022 schets ik welke maatregelen ik wil nemen. Voor de korte termijn ben ik bezig met het aanpassen van de plaatsingsregeling EBI. Hierdoor wordt het mogelijk om aan de «kopstukken» die onderdeel uitmaken van de zware georganiseerde misdaad standaard extra maatregelen op te leggen als zij in de EBI worden geplaatst. Deze kopstukken mogen nog maar één keer per week bellen (dit was 3 keer). De personen met wie ze willen bellen moeten zich bovendien melden en identificeren op een door DJI aangewezen locatie. Daarnaast mogen deze gedetineerden nog maar één persoon per week op bezoek krijgen. Dit waren drie personen per week. In de brief van 26 september schreef ik dat deze maatregel binnen drie maanden kan worden ingevoerd. Dit tijdspad volg ik nog steeds en ik verwacht binnen vier weken een reactie op het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Voor de overige maatregelen verwijs ik kortheidshalve naar bovengenoemde brief.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuik (CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Amalia in vizier Mocro-maffia» (ingezonden 19 september 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.