Ingediend | 9 september 2022 |
---|---|
Beantwoord | 3 november 2022 (na 55 dagen) |
Indiener | Nilüfer Gündoğan (Volt) |
Beantwoord door | Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | bestuur rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z16600.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-580.html |
Ja.
Ja, dat kan ik bevestigen.
De overstap is gemeld onmiddellijk na het benoemingsbesluit van VNO-NCW op 29 augustus 2022.
De voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie start per 1 januari als algemeen directeur van VNO-NCW.
Ten aanzien van bewindspersonen geldt het volgende.
Eind november 2021 is uw Kamer door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geïnformeerd2 over de nadere maatregelen ter versterking van het integriteitsbeleid voor bewindspersonen. Onderdeel van deze maatregelen was een uitbreiding van het tot dan toe bestaande lobbyverbod. Het uitgebreide lobbyverbod is destijds per direct, november 2021, ingegaan en houdt in dat gewezen bewindspersonen twee jaar lang niet vanuit een bedrijf, semipublieke organisatie of een lobbyorganisatie optreden als bemiddelaar, lobbyist of tussenpersoon in zakelijke contacten met het eigen ministerie of met aanpalende beleidsterreinen waarmee hij tijdens het ambt actieve bemoeienis heeft gehad.
Naast het uitgebreide lobbyverbod zijn in de Kamerbrief van november 2021 een draaideurverbod en een afkoelperiode van twee jaar aangekondigd. In die periode moeten voormalige bewindspersonen advies vragen over de toelaatbaarheid van een eventuele vervolgfunctie aan een onafhankelijke adviescommissie. Zoals in de brief is opgenomen, gaan het draaideurverbod en de adviesverplichting gelden wanneer deze bij wet zijn geregeld. Het voornemen van de Minister van BZK is om het wetsvoorstel dat hierop ziet voor het einde van dit jaar in consultatie te geven.
Het is mogelijk dat een directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie op het Ministerie van EZK over dezelfde informatie beschikt als een bewindspersoon. Hetzelfde geldt voor de kennis en netwerken van een directeur-generaal. Dit is gelet op de functie van een topambtenaar ook gewenst. Topambtenaren geven de bewindspersonen advies en bieden waar nodig tegenspraak. Het is denkbaar dat vanwege het netwerk of de kennis een integriteitsdilemma ontstaat. De Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) voorziet in dergelijke gevallen in kaders en richtlijnen voor het handelen van de ambtenaar.
Zie het antwoord op vraag 5.
De aanbevelingen van de Group of States against Corruption (GRECO) uit de vijfde evaluatieronde zijn van toepassing op het integriteitsbeleid voor bewindspersonen, en niet op het integriteitsbeleid voor topambtenaren. Topambtenaren kennen namelijk een andere arbeidsrechtelijke positie dan bewindspersonen. Daarbij zijn zij geen publieke functionarissen en leggen topambtenaren geen publieke verantwoording af. Topambtenaren zijn gebonden aan de integriteitsregels die voor alle ambtenaren gelden. Deze regels en richtlijnen zijn uitvoerig geregeld in de Ambtenarenwet en weergegeven in de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR). Onderdeel van de GIR zijn o.a. regels omtrent financiële belangen, nevenactiviteiten, omgang met derden en vervolgstappen in de carrière.
Het Ministerie van EZK heeft contact met diverse belangenorganisaties en stakeholders, waaronder VNO-NCW. De bewindspersonen hebben waar nodig overleg met de vertegenwoordigers van dergelijke belangenorganisaties. Deze worden vaak, maar niet altijd, vergezeld van een medewerker, directeur of directeur-generaal. Het is mede daardoor waarschijnlijk dat de voormalig directeur-generaal Bedrijfsleven en Innovatie in zijn nieuwe functie regelmatig in contact zal komen met zijn opvolger, bewindspersonen en medewerkers van EZK. De Gedragscode Integriteit Rijk beschrijft de regels voor ambtenaren omtrent de omgang met lobbyisten. Ambtenaren dienen zich bewust te zijn van de belangen van lobbyisten en van de verschillende mogelijkheden van beïnvloeding. Transparantie en onafhankelijkheid zijn hierbij van belang.
Ja, dat kan ik bevestigen.
Voor ambtenaren geldt de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) waarin een paragraaf is gewijd aan een gevoelige overstap naar ander werk, waarbij sprake kan zijn van botsende belangen. Hierbij wordt een moreel beroep gedaan op de ambtenaar om tijdig te melden, risico’s te bespreken en maatwerk-afspraken te maken. De basis daarvan is het goede gesprek hierover met de leidinggevende. Daarbij kan onderling een afkoelperiode worden afgesproken. De lengte van een afkoelperiode is iets dat tussen werknemer en werkgever wordt afgesproken en betreft altijd maatwerk; daar zijn geen vaste regels voor. In dit geval is tussen werkgever en werknemer een afkoelperiode van 4 maanden afgesproken. Ik acht dit een passende periode.
Ja.
De politieke en ambtelijke top van een ministerie bepalen samen de koers die je met elkaar volgt om uitwerking te geven aan de gezamenlijke ambities. Daarin komen beelden over wat er nodig is niet altijd overeen. De voormalig secretaris-generaal heeft geconstateerd dat de politieke leiding en zij anders dachten over de aansturing van de organisatie. Ik betreur die beslissing maar respecteer ook de persoonlijke keuze die zij heeft gemaakt.
Zie antwoord vraag 12.
Ja, dit is mij bekend.
In het publieke debat is het vanzelfsprekend dat er ruimte is voor tegenspraak en inhoudelijke onderbouwing van maatschappelijke opgaven. Het ESB is een platform voor economie, dat interactie en discussie tussen wetenschappers, beleidsmakers en in beleid geïnteresseerde economen stimuleert.
Het nieuwjaarsartikel wordt traditioneel op persoonlijke titel geschreven door de secretaris-generaal van het Ministerie van EZK. Het nieuwjaarsartikel betreft een bijdrage van de voormalig secretaris-generaal over het toekomstig verdienvermogen van Nederland.
Het Coalitieakkoord is leidend voor de uitvoering van beleid. Ambtenaren leveren daar iedere dag een belangrijke bijdrage aan. De voormalig secretaris-generaal heeft aangegeven wat haar beweegredenen waren voor haar vertrek5, deze stonden geheel los van de inhoud van het beleid waar het ministerie over gaat.
Zie het antwoord op vraag 15.
In het nieuwjaarsartikel doet de voormalig secretaris-generaal suggesties op o.a. diverse bekostigingswijzen om de klimaatambities te realiseren. Zie ook het antwoord op vraag 15.
Ik deel uw mening.
Het bieden van tegenspraak, kritische reflectie, inhoudelijke onderbouwing en intern debat draagt bij aan de kwaliteit, doelmatigheid en legitimiteit van beleid. Op het Ministerie van EZK vormen deze aspecten de basis voor het politiek-ambtelijke dialoog over de totstandkoming van beleid.
Ja. Zie het antwoord op vraag 13, 15 en 18.
Op vrijdag 9 september jl. heeft het lid Gündogan (Gündogan) vragen gesteld over het bericht «Topambtenaar Economische Zaken nieuwe directeur VNO-NCW» (2022Z16600). Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.