Ingediend | 31 augustus 2022 |
---|---|
Beantwoord | 14 september 2022 (na 14 dagen) |
Indiener | Khadija Arib (PvdA) |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | financiën gezin en kinderen inkomensbeleid openbare orde en veiligheid organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15985.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-4020.html |
Ja.
Ik deel de mening dat onafhankelijk onderzoek naar de relatie tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen noodzakelijk is. Dit krijgt vorm door het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV). Hierover is uw Kamer in november 2021 geïnformeerd.2 Daarnaast heb ik reeds aan uw Kamer gemeld te werken aan de instelling van een onderzoekscommissie die aanvullend onderzoek zal doen naar het verband tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen.3 Voorts vind ik het positief dat de rechtspraak zelf aan reflectie en onderzoek doet. De bestuursrechters reflecteerden eerder al, eveneens naar aanleiding van het de toeslagenaffaire. Het rapport dat deze werkgroep opleverde getuigt van het vermogen om grondig en kritisch naar het eigen functioneren te kijken.4 Bij het reflectieprogramma van de familie- en jeugdrechters zijn behalve rechters, raadsheren en juridisch medewerkers ook vier externe adviseurs betrokken. Deze adviseurs komen uit de wetenschap, ontwikkelingspsychologie en advocatuur. Ook bij het geplande dossieronderzoek van de rechtspraak naar de uithuisplaatsingen van kinderen uit gedupeerde gezinnen zal een externe begeleidingscommissie zijn.
Van belemmering van onafhankelijk onderzoek naar de uithuisplaatsingen onder gedupeerden is geen sprake en mag geen sprake zijn. De rechtspraak heeft zelf een toelichting gegeven op hun beslissing om verkennende gesprekken voor een onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen te staken.5 Onafhankelijk onderzoek krijgt vorm door het al lopende onderzoek van de IJenV. Aanvullend werk ik aan de instelling van een onderzoekscommissie. Het doen van onafhankelijk onderzoek staat los van de herbeoordelingen (of herzieningen) waartoe ouders of de Gecertificeerde instelling kunnen verzoeken. In mijn brief van 3 juni jl. ben ik ingegaan op de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de motie Omtzigt-Marijnissen.6 In oktober informeer ik uw Kamer nader over de uitvoering van onder meer deze motie.
Onafhankelijk onderzoek naar het verband tussen de toeslagenaffaire en uithuisplaatsingen heeft mijns inziens inzicht en erkenning als doel. Voor individuele (her)beoordeling zal per gezin bekeken moeten worden of de uithuisplaatsing nog noodzakelijk is en of terugplaatsing mogelijk is. Iedere aanvraag of verlenging van een machtiging uithuisplaatsing moet onderbouwd worden vanuit de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Uiteindelijk weegt een kinderrechter af of de uithuisplaatsing in het belang van het kind is. Hiervoor is geen wetenschappelijk onderzoek naar het verband nodig maar vooral een goede analyse van de gezinssituatie, opvoedmogelijkheden van de ouders en de behoeften van het kind in een concrete zaak.
Aangezien een deel van de uithuisplaatsingen nog voorligt bij de rechter (lopende uithuisplaatsingen worden jaarlijks opnieuw beoordeeld), past het niet om door een derde partij onderzoek laten doen naar rechtbankdossiers. Dit is pas mogelijk nadat de zaken afgesloten zijn. Daar kan nog veel tijd overheen gaan. Uitgangspunt in ons rechtsbestel is dat rechters in appel oordelen over beslissingen in eerste aanleg, dat is een essentieel onderdeel van onafhankelijke rechtspraak. Ik vind het mede daarom positief dat de rechtspraak zelf aan reflectie en onderzoek doet. De bestuursrechters reflecteerden eerder al, eveneens naar aanleiding van het de toeslagenaffaire. Het rapport dat deze werkgroep opleverde getuigt van het vermogen om grondig en kritisch naar het eigen functioneren te kijken.7 Bij het lopende reflectieprogramma van de familie- en jeugdrechters zijn behalve rechters, raadsheren en juridisch medewerkers ook vier externe adviseurs betrokken. Deze adviseurs komen uit de wetenschap, ontwikkelingspsychologie en advocatuur. Ook bij het geplande dossieronderzoek van de rechtspraak (dat dus naast het reflectietraject staat) naar de uithuisplaatsingen van kinderen uit gedupeerde gezinnen zal een externe begeleidingscommissie zijn.
Ik kan niet namens gedupeerde ouders spreken. Wel viel mij in de gesprekken die ik met ouders en kinderen over dit onderwerp heb gevoerd telkens op hoe belangrijk zij het vinden dat er geleerd wordt van het verleden. Inzicht en erkenning zijn voor hen niet alleen belangrijk voor het hier en nu maar ook voor de toekomst. Overigens zal het eigen onderzoek van de Rechtspraak begeleid worden door een commissie waarin (onafhankelijke) wetenschappers zitting hebben.
Op dit moment zie ik geen aanleiding om nog een onderzoek te initiëren omdat het inspectieonderzoek al loopt, de onderzoekscommissie in voorbereiding is en de rechtspraak een reflectietraject is gestart en dossieronderzoek naar de uithuisplaatsingen gaat doen