Ingediend | 15 augustus 2022 |
---|---|
Beantwoord | 5 september 2022 (na 21 dagen) |
Indiener | Olaf Ephraim (FVD) |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15538.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3890.html |
Ja
Laat ik vooropstellen dat de ECB onafhankelijk is in het bepalen van het monetaire beleid in de eurozone. Het past regeringen dan ook terughoudend te zijn in hun beoordeling van het ECB-beleid, omdat dit in te sterke bewoordingen opgevat kan worden als het indirect beïnvloeden van dit beleid.
In lijn met het prijsstabiliteitsmandaat constateert het kabinet dat de ECB een pad heeft ingezet om de netto-aankopen van obligaties te beëindigen en de beleidsrente heeft verhoogd. Bij de bekendmaking van de renteverhoging in juli jl. heeft de ECB aangegeven dat bij volgende vergaderingen de beleidsrente op passende wijze verder zal worden genormaliseerd gegeven het inflatiebeeld.2 De renteverhoging in juli is dus één stap binnen een traject van beleidsnormalisatie door de ECB. In lijn hiermee hebben meerdere leden van de Governing Council van de ECB aangegeven de rente de komende tijd verder te willen verhogen. Zo heeft Klaas Knot, president DNB, onlangs in de media bekendgemaakt de rente iedere zes weken te willen verhogen tot het moment dat het inflatiebeeld stabiliseert rond de 2%. Daarnaast heeft Isabel Schnabel (ECB-directielid) in haar speech tijdens het Jackson Hole symposium van eind augustus betoogd dat centrale banken krachtig moeten ingrijpen zodat de geloofwaardigheid van het beleid niet in het geding komt, ondanks dat dit ingrijpen ten koste kan gaan van de groeivooruitzichten. De markt prijst deze graduele stijging van de rente ook al in, waardoor financieringscondities al oplopen.
Zie antwoord vraag 2.
De ECB is onafhankelijk in het bepalen van het monetaire beleid in de eurozone. Het past mij dan ook niet om uitspraken te doen over het vertrouwen in de persoon van de ECB-president.
Zoals hierboven beschreven, constateert het kabinet dat de ECB, in lijn met het prijsstabiliteitsmandaat, een pad heeft ingezet om de netto-aankopen van obligaties te beëindigen en de beleidsrente verder te verhogen.
Als de hoge inflatie niet stevig wordt aangepakt dan neemt inderdaad het risico toe dat de hoge inflatie zich via hogere looneisen en inflatieverwachtingen breder in de economie nestelt en structureel van aard wordt. Dit zal de koopkracht van huishoudens schaden. Om te voorkomen dat de hoge inflatie persistent wordt, heeft de ECB een pad van monetaire verkrapping ingezet, waarbij de netto-aankopen van obligaties zijn beëindigd, de beleidsrente is verhoogd en meerdere renteverhogingen naar verwachting zullen volgen.
Dit is inderdaad een risico wanneer de hoge inflatie niet stevig wordt aangepakt. Op dit moment zien we echter nog geen tekenen van een zelfversterkende loon-prijsdynamiek. Daarnaast heeft de ECB een pad van monetaire verkrapping ingezet om te voorkomen dat hoge inflatie persistent wordt en een loon-prijsspiraal zich voordoet. Tegelijkertijd kan een incidenteel sterkere loonontwikkeling, bij de bedrijven waar de productiviteitsontwikkeling en de bedrijfswinsten daartoe ruimte bieden, de pijn verzachten en ervoor zorgen dat het collectieve welvaartsverlies proportioneel wordt verdeeld tussen huishoudens en bedrijven.
Nee, deze mening deel ik niet. Conform artikel 130 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt de ECB in onafhankelijkheid het monetaire beleid in de eurozone. Die onafhankelijkheid houdt in dat regeringen de leden van de besluitvormende organen van de ECB en de nationale centrale banken niet beïnvloeden bij de uitvoering van hun taken.
Nee, ik ben niet van mening dat de ECB met de woorden van Draghi in 2012 de grens is overgegaan. Allereerst is het goed om te belichten in welke context Draghi deze woorden heeft uitgesproken. In de nasleep van de mondiale financiële crisis van 2008 en daarna tijdens de eurocrisis waren renteverschillen tussen lidstaten fors toegenomen. Oplopende renteverschillen belemmeren volgens de ECB de transmissie van monetair beleid waardoor de doelstelling van prijsstabiliteit niet naar behoren kan worden nagestreefd. Kort na de «whatever it takes»-uitspraak van Draghi introduceerde de ECB het op individuele lidstaten gerichte maar nog nooit gebruikte aankoopprogramma Outright Monetary Transactions (OMT). In de Gauweiler en Weiss arresten oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat het OMT vanwege de vormgeving van het programma verenigbaar is met het ECB-mandaat en het verbod op monetaire financiering.
Het kabinet hecht grote waarde aan de onafhankelijkheid van de ECB. Die onafhankelijkheid houdt in dat regeringen de leden van de besluitvormende organen van de ECB en de nationale centrale banken niet beïnvloeden bij de uitvoering van hun taken.
Het kabinet onderschrijft het belang van het ECB-mandaat van handhaving van de prijsstabiliteit en het verbod op monetaire financiering. Het is de exclusieve rol van het Hof om besluiten van de ECB aan haar verdragsrechtelijke mandaat te toetsen.
Gezien de in artikel 130 van VWEU vastgelegde onafhankelijkheid van de ECB is het niet toegestaan dat nationale regeringen het ECB-beleid proberen te beïnvloeden. Overleg of afspraken maken over het te voeren ECB beleid tussen regeringen en de ECB zijn dus ook niet toegestaan. Tijdens de Eurogroep van 11 juli jl. heeft Nederland wel gewezen op het belang van het mandaat van de ECB en het verbod op monetaire financiering en dat zal het kabinet blijven doen.