Ingediend | 21 juli 2022 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2022 (na 84 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15261.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-301.html |
Hieronder is een overzicht gegeven van het aantal ingewilligde gratieverzoeken over de afgelopen tien jaren waarin onderscheid is gemaakt tussen onvoorwaardelijke en voorwaardelijke toekenningen (kleine afwijkingen op basis van definities zijn mogelijk).1 Bij gratieverzoeken wordt het soort zaak (soort delict of straf) niet geregistreerd. Afwijzingsgronden per individuele zaak worden evenmin geregistreerd.
Jaar
Onvoorwaardelijk
Voorwaardelijk
Totaal
2012
332
117
449
2013
246
78
324
2014
213
59
272
2015
205
63
268
2016
175
61
236
2017
150
43
193
2018
139
50
189
2019
145
39
184
2020
75
12
87
2021
101
30
131
Op grond van artikel 2 van de Gratiewet kan gratie worden verleend
Een beslissing op een gratieverzoek is persoonsgebonden en toegesneden op de feiten en omstandigheden van het individuele geval.
Op grond van artikel 5 lid 1 en 4 van de Gratiewet is de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie (OM) om advies gevraagd.
Een beslissing op een gratieverzoek is persoonsgebonden en toegesneden op de feiten en omstandigheden van het individuele geval. Die omstandigheden kunnen van geval tot geval zeer sterk verschillen. Bij een gratiebeslissing worden naast de belangen van de veroordeelde ook de belangen van de samenleving en eventuele slachtoffers gewogen.
Wanneer een buitenlandse rechter de straf heeft uitgesproken, wat het geval is in deze specifieke zaak, wordt het gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden om advies gevraagd. Het gerechtshof neemt hierbij een advies van het OM mee in haar overweging. De Minister maakt op basis van deze adviezen een eigen afweging, waarbij het advies van het gerechtshof op basis van onze beleidslijn, die bepaald is door een uitspraak van de Hoge Raad, leidend is.3 Het gerechtshof heeft in dit specifieke geval naast de in Nederland geldende Gratiewet ook de Belgische wet- en regelgeving voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) betrokken bij zijn overweging. Dit heeft mede geleid tot een positief advies. Gelet op de privacy van de betrokkene kan ik verder niet inhoudelijk ingaan op deze zaak.
Of de betrokkene die om gratie heeft verzocht een (semi-)bekende Nederlander is, is geen omstandigheid die bij een gratiebeslissing wordt betrokken.
Ieder gratieverzoek vraagt om een zorgvuldige en persoonsgerichte afweging volgens het toetsingskader zoals beschreven in antwoord 1 en antwoord 3. De individuele omstandigheden van het geval spelen een belangrijke rol bij de afweging.
In een gratiebesluit dat wordt uitgereikt aan de gratieverzoeker wordt alleen een onderbouwing gegeven als het gratieverzoek is afgewezen.
Het verlenen van gratie hangt samen met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde. Ik maak die omstandigheden daarom in principe niet aan derden bekend. Het is daarnaast ook niet gebruikelijk om uw Kamer te informeren over individuele zaken tenzij daar specifieke aanleiding voor is. Die afweging kan veranderen als betrokkene publiciteit heeft gezocht en er daardoor onduidelijkheid ontstaat in zijn zaak. Inmiddels zijn in deze zaak drie verzoeken op grond van de Wet Open Overheid (WOO) ingediend bij de dienst Justis van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze hebben onder andere betrekking op de openbaarmaking van de adviezen van het OM, en het gerechtshof.
De Dienst Justis zal deze adviezen 14 oktober 2022 gedeeltelijk openbaar maken op zijn website. De adviezen zijn als bijlage bijgevoegd.