Ingediend | 19 juli 2022 |
---|---|
Beantwoord | 12 september 2022 (na 55 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z15221.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3983.html |
Ja.
Ja.
Het kabinet heeft als doelstelling om de Russische militair-industriële productiecapaciteit in te perken. Dit is in lijn met de aangenomen EU-sanctiepakketten, die zich onder meer richten tegen de versterking van de militaire en technologische capaciteiten en de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidssector van Rusland. Het kabinet en de EU roepen derde landen zoals China op om EU-sancties niet te ondermijnen en om sanctie-ontwijking door Rusland niet te vergemakkelijken. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om maatregelen te nemen om sanctie-ontwijking tegen te gaan, binnen de mogelijkheden van het internationaal recht. Hierover staat het in nauw contact met Europese partners en andere belangrijke partners als de VS.
De handhaving van EU-sancties, bijvoorbeeld door boetes op te leggen in het geval van overtreding van de sancties, is buiten het grondgebied van de EU alleen mogelijk indien er een wezenlijk verband bestaat tussen de EU en de persoon of de entiteit in kwestie. Een dergelijk verband kan bestaan uit het feit dat een persoon onderdaan is van een EU-lidstaat of rechtspersonen of entiteiten volgens het recht van een lidstaat zijn erkend of opgericht. Bij gebrek aan een dergelijk verband is handhaving van de EU-sancties niet alleen mogelijk in strijd met het internationaal recht maar zijn de mogelijkheden tot dergelijke handhaving in de regel bovendien uiterst beperkt.
De uitvoer uit Nederland van militaire en dual-use goederen naar derde landen wordt zorgvuldig getoetst op het risico dat sancties worden omzeild. Daar waar een substantieel omleidingsrisico wordt vastgesteld zal geen uitvoervergunning worden verleend. De vaststelling van een dergelijk risico kan onder meer voortvloeien uit informatie over eerdere omleidingsincidenten en/of leveranties van de ontvanger aan Rusland.
Zie antwoord vraag 3.
Internationaal probeert China draagvlak te creëren voor een «neutrale» positie die balans beoogt tussen soevereiniteit en territoriale integriteit enerzijds, en «legitieme veiligheidsbelangen» (bijvoorbeeld die van Rusland of China) anderzijds. Hoewel China niet expliciet een kant kiest, propageert het een positie die eenzijdig kritisch is op de NAVO en de VS in het bijzonder en die begrip beoogt te kweken voor Rusland. De Chinese media, zowel binnenlands als internationaal, grijpen de situatie aan om de NAVO in diskrediet te brengen en beschuldigen vooral de VS van een Koude-Oorlogsmentaliteit.
De Nederlandse ambassade in Peking communiceert actief over het conflict op lokale sociale media, in een poging de standpunten van Nederland en de EU ook door te laten dringen tot de Chinese burgers. Ook like-minded ambassades, EU-partners en de Oekraïense ambassade maken intensief gebruik van Weibo (de Chinese variant op Twitter) om de Chinese volgers te informeren over hun standpunten. In het beheerste informatielandschap van China vindt dit gretig aftrek. De Weibo-accounts van ambassades hebben er sinds eind februari tienduizenden volgers bijgekregen. De Nederlandse ambassade in Peking heeft ook uitspraken en tweets van kabinetsleden vertaald naar het Chinees en online gezet. Deze worden gemiddeld meer dan 100.000 keer bekeken. Daarnaast worden verklaringen en opiniestukken van Voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen, Voorzitter van de Europese Raad Michel en Hoge Vertegenwoordiger Borrell die door de EU-delegatie in China worden geplaatst ook door de Nederlandse ambassade in Peking gedeeld. Hetzelfde geldt voor berichten van de EU-delegatie waarin Russische desinformatie wordt ontkracht. Deze berichten zijn tot nu toe niet gecensureerd, staan allemaal nog online en zijn volledig zichtbaar voor volgers. Deze ambassade-accounts zijn voor Chinese burgers zonder VPN een belangrijke bron om de visie van buitenlandse overheden op het conflict mee te krijgen. Op deze wijze hoopt Nederland een bijdrage te leveren aan tegengaan van des- en misinformatie over het conflict.
Ondanks uitlatingen die de Chinese overheid doet over het vasthouden aan normale economische relaties met Rusland, zijn er geen aanwijzingen van significante of georganiseerde Chinese steun voor Rusland bij het ontwijken of schenden van sancties. Chinese bedrijven lijken voorzichtig geworden om zaken te doen met Russische bedrijven en te investeren in Rusland zelf. Dit geldt in het bijzonder voor grotere bedrijven en financiële instellingen die zaken doen met landen die sancties hebben ingesteld. Mogelijk uit angst voor het verliezen van toegang tot cruciale technologie, markten, goederen en valuta lijken deze Chinese bedrijven de sancties te volgen. Een andere factor in de impliciete naleving door Chinese bedrijven van de sancties, is dat buitenlandse multinationals verantwoordelijk zijn voor de helft van de Chinese export.
De Chinese exportcijfers lijken hogergenoemd beeld te bevestigen. Uit onderzoek van het Peterson Institute for International Economics blijkt dat in 2021 China nog goed voor een kwart van de Russische import was. Echter, Chinese export naar Rusland is sinds de invasie met 38% afgenomen ten opzichte van de tweede helft van 2021.3 Op basis van douanegegevens blijkt dat zendingen vanuit China naar Rusland in juni voor de vierde maand op rij daalden (met 17% ten opzichte van juni 2021). Daarentegen is de export vanuit Rusland naar China wel gegroeid tot een recordhoogte, waarvan bijna 80% uit olie en gas bestaat. Wat betreft deze sector is er dus geen impliciete naleving van sancties door Chinese partijen waar te nemen.
De huidige EU-sanctiewetgeving voorziet in een verbod op de uitvoer van dual-use goederen naar Rusland, alsmede een verbod op de uitvoer van apparatuur die benodigd is voor het vervaardigen van diverse elektronische componenten waaronder semiconductors. Deze sanctiewetgeving is afgestemd met een grote groep van gelijkgestemde partners zoals de VS, het VK, Japan en Zuid-Korea, die deze maatregelen ook hebben overgenomen. De overheid herkent de noodzaak om semiconductoren toe te voegen aan de EU-sanctiewetgeving. Nederland is dan ook voorstander van het toevoegen van dergelijke elektronische componenten aan de EU-sanctiemaatregelen.
Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de EU en gelijkgestemde partners om implementatie van de sanctiewetgeving zo veel mogelijk af te stemmen en gelijk te trekken. Zoals gezegd geldt er reeds een algeheel verbod op de export van dual-use goederen naar Rusland. Nederland zet zich tevens actief in voor opname van aanvullende goederen en technologie in de EU sanctiewetgeving, waaronder het verder aanvullen van goederencodes behorend bij algemene verbodsbepalingen op uitvoer van technologie. Daarnaast kijken we naar aanvullende mogelijkheden waar nodig en ter versterking van de handhaving.
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 3 en 4 zoekt het kabinet, onder andere in samenwerking met partners als de VS, naar mogelijkheden om sanctie-ontwijking tegen te gaan. Voor wat betreft Russische desinformatie behelzen de aangenomen sanctiepakketten onder andere uitzendverboden voor staatsmedia die desinformatie verspreiden en maatregelen tegen propagandisten. Het kabinet is op doorlopende basis in gesprek met partners binnen en buiten de EU over verdere maatregelen, inclusief om desinformatie en pro-Kremlin propaganda tegen te gaan.
Nederland blijft zich inzetten voor het uitbreiden van controles op elektronische componenten die semiconductoren bevatten.
Vraag 3 en 4 zijn samengevoegd. De rest van de vragen is afzonderlijk beantwoord.