Ingediend | 29 juni 2022 |
---|---|
Beantwoord | 5 september 2022 (na 68 dagen) |
Indiener | Tjeerd de Groot (D66) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink , Henk Staghouwer (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z13496.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3898.html |
Ik betreur het dat een agrariër een deel van de wilgen op zijn land heeft omgezaagd uit frustratie over het voorgenomen stikstofbeleid.
Protesteren mag, maar zonder geweld en zonder vernielingen aan te richten. Ik vind het vernielen van beschermde natuur als protestactie, zoals dat recent bij Stroe is gedaan, ontoelaatbaar. In dit geval, waarbij een boer zijn eigen wilgen heeft gekapt, die op grond van de Wet natuurbescherming zijn vrijgesteld van de meld- en herplantplicht, ligt dat anders. Ik betreur het kappen van de bomen, maar het betreft geen overtreding van de regels in de Wet natuurbescherming over houtopstanden.
Op grond van de Wet natuurbescherming zijn populieren en wilgen die als rijbeplanting langs wegen of waterwegen staan of in een enkele rij langs landbouwgronden, uitgezonderd van de herplantplicht. Dat is hier ook het geval. Provincies en gemeenten zijn bevoegd om regels te stellen ter bescherming van houtopstanden in het landelijke gebied, maar in de betreffende provinciale en gemeentelijke verordeningen zijn geen regels gesteld ten aanzien van de wilgen. Er is dus geen grondslag waarop herstel of vervanging van de gekapte wilgen kan worden afgedwongen.
De provincie zal per situatie de zaak moeten beoordelen en daartegen passend optreden. In de huidige casus ziet de provincie geen aanleiding om op te treden aangezien niet is geconstateerd dat er regels zijn overtreden.
Over die gegevens beschik ik niet. Op enkele uitzonderingen na ligt die bevoegdheid bij de provincies. Voor de casus in de Krimpenerwaard gold geen meldings- of vergunningsplicht.
Indien een agrariër gebruik wil maken van subsidie onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), moet deze zich ook houden aan de randvoorwaarden van het GLB. Dit zijn wetten en regels op het gebied van milieu, gezondheid en dierenwelzijn. Voor milieu zijn dit bijvoorbeeld het voorkomen dat gevaarlijke stoffen het grondwater vervuilen en het beschermen van de natuurlijke omgeving van vogels, planten en andere dieren. Daarnaast behoort een agrariër zijn land in goede landbouw- en milieucondities te houden. Op het gebied van gezondheid betreft het activiteiten die ziektes voorkomen bij mensen, dieren en planten. Bij dierenwelzijn gaat het er over dat landbouwhuisdieren een goed leven hebben en niet lijden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of agrariërs zich aan de randvoorwaarden houden, en maakt daarbij gebruik van controles uitgevoerd door andere instanties. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) legt bij een overtreding een terugvordering en sanctie op.
Ja, indien de randvoorwaarden zijn overtreden, zie het antwoord bij vraag 6.