Ingediend | 2 juni 2022 |
---|---|
Beantwoord | 6 juli 2022 (na 34 dagen) |
Indieners | Joba van den Berg-Jansen (CDA), Roelien Kamminga (VVD) |
Beantwoord door | Alexandra van Huffelen (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z10996.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3419.html |
Ja.
Ja. De financieel-economische staat van het land is met een staatsschuld boven 100% BBP en een zeer kwetsbare economie zeer zorgelijk.
Indien de stijgende overheidsschuld het gevolg is van Nederlandse liquiditeitsleningen, zijn er niet of nauwelijks directe financiële gevolgen omdat Nederland over deze leningen met looptijd tot 10 oktober 2023 geen rente vraagt. Indirect kan een stijgende overheidsschuld de door Aruba te betalen rentetarieven doen toenemen. Dit kan onder meer een rol spelen als Aruba in 2023 en verder haar aflopende binnenlandse en buitenlandse schulden moet gaan herfinancieren.
Indien Aruba de RMR-besluitvorming en de CAft-adviezen niet opvolgt, kunnen de betalingsachterstanden van Aruba oplopen. Dit omdat het land in dat geval voor meer uitgaven verplichtingen aangaat dan dat ze aan liquide middelen in kas heeft of krijgt. Dit kan uitmonden in acute betalingsproblemen als crediteuren hun tegoeden gaan opeisen en Aruba hier niet aan kan voldoen.
Over het door Aruba gevoerde begrotingsbeleid loopt in kader van de Vastgestelde Begroting 2022 momenteel een artikel 11-procedure met een hoor- en wederhoor traject. Dit betreft de procedure die doorlopen wordt als het CAft van oordeel is dat de Begroting van Aruba niet voldoet aan de gestelde normen. Ik heb het bestuur van Aruba hiervoor aandacht gevraagd.
Ik wil de voltooiing van deze zorgvuldige procedure evenwel graag afwachten en de procedure niet met mijn beantwoording doorkruisen. Ik zal uw Kamer informeren zodra in de RMR-besluitvorming heeft plaats gevonden over het CAft-advies met betrekking tot de artikel 11-procedure.
Wat het effect van het gevoerde begrotingsbeleid op de overeengekomen hervormingsagenda is, is mij niet bekend. Het is de verantwoordelijkheid van de landen om voldoende middelen ter beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de landspakketten.
Andersom is in de RMR afgesproken dat de landen de gevolgen van de uitvoering van de landspakketten meenemen in de begroting.
Zie antwoord vraag 4.
Dat is helaas niet gelukt. De beantwoording is deels meegenomen in het WGO van 4 juli jl.