Ingediend | 20 mei 2022 |
---|---|
Beantwoord | 29 juni 2022 (na 40 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z10060.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3318.html |
Ja, ik heb kennis genomen van dit bericht. Ik herken (de signalen en) de trend dat er steeds meer ongehuwd samenlevende partners zijn. In het geval partners zaken niet (goed) geregeld hebben, kan dit bij het beëindigen van de relatie van deze partners tot financiële problemen leiden. Tegelijkertijd hecht ik aan de autonomie van partners en vind ik het belangrijk dat (aanstaande) partners zelf de keuze hebben voor een relatievorm met de bijbehorende (financiële) gevolgen. Daarbij hebben partners die niet kiezen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid om met betrekking tot hun relatie afspraken te maken en financiële zaken te regelen, al dan niet in de vorm van een samenlevingsovereenkomst. Dit doet verder niets af aan de aard (duurzaamheid) van de relatie. Wel kan de duurzaamheid van de relatie gaandeweg een reden zijn voor aanpassing van afspraken of regelingen.
Als gezegd is het aan de aanstaande (partners) op grond van de partij autonomie om te kiezen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap of voor niet gehuwde of geregistreerde samenleving. Zij hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid. Wel vind ik het belangrijk dat partners zich voldoende realiseren wat de gevolgen zijn van een relatievorm, bij de vermogensopbouw, maar zeker ook in de situatie dat partners uit elkaar gaan. Wanneer partners zich bewust zijn van de gevolgen kunnen zij hierover afspraken maken. Niet alleen op financieel terrein, maar ook hoe men op een goede manier uit elkaar kan gaan met zo min mogelijk (schadelijke) gevolgen voor zowel de ouders als het kind.
De bepalingen over het huwelijksvermogensrecht en het alimentatierecht zien op de situatie van huwelijk en geregistreerd partnerschap. Deze bepalingen zien – een uitzondering daargelaten – niet op ongehuwde of niet geregistreerde samenlevers. Dit laat onverlet dat ongehuwde of niet geregistreerde partners afspraken op vermogensrechtelijke en alimentatiegebied kunnen maken, maar partijen zijn ook vrij om niet te contracteren.
Met betrekking tot partners die geen samenlevingsovereenkomst zijn aangegaan blijkt uit onderzoek2 dat als de reden om ongehuwd samen te leven gelegen is in een bewuste keuze van partners om niet onder de wettelijke regeling van het huwelijk te vallen, wetgeving die hen daar toch onderbrengt een inbreuk zou inhouden op de autonomie van deze partners. Ik vind het belangrijk dat de eigen verantwoordelijkheid en autonomie van partners in beginsel gerespecteerd worden. Voor de vraag naar een herziening verwijs ik naar het antwoord op de vragen 4 en 5.
In februari 2021 is het onderzoeksrapport «Alimentatie van nu, acceptatie van alimentatie in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen» aan uw Kamer aangeboden.3 Het onderzoek vond plaats in de periode van december 2019 tot december 2020 en vloeide voort uit het vorige Regeerakkoord. In het Regeerakkoord was vermeld dat nader onderzoek zou worden verricht ten behoeve van een verdere herijking van het familierecht. Een inhoudelijke reactie op het onderzoeksrapport werd destijds overgelaten aan een nieuw kabinet. Na de zomer zal ik een inhoudelijke reactie op het rapport aan uw Kamer toezenden en in dat kader met een reactie komen omtrent partneralimentatie voor ongehuwd samenwonenden. Ik zal daarbij ook de andere onderdelen betrekken die zijn genoemd in de vragen 4 en 5.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de problemen die ongehuwd samenwonenden kunnen ondervinden als hun relatie ten einde komt (ingezonden 20 mei 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.