Ingediend | 20 april 2022 |
---|---|
Beantwoord | 31 mei 2022 (na 41 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD), Henk Staghouwer (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z08026.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2917.html |
Ja.
Voor het project ViA15 is met zes agrarische bedrijven op vrijwillige basis een overeenkomst gesloten. Het contact tussen Minister en gedeputeerde betrof de gemaakte bestuurlijke afspraken en niet de overeenkomsten met de agrarische bedrijven.
De provincie Gelderland kondigde in het najaar van 2021 aan extern salderen met veehouderijen mogelijk te willen maken en heeft de beperkingen hierop sinds 9 februari 2022 opgeheven.
Het Rijk heeft als bevoegd gezag in het kader van toestemmingverlening de beperkingen op extern salderen met veehouderijen sinds september 2020 opgeheven. Voor de ViA15 zijn afspraken gemaakt met de provincie, die tevens partner is bij het project. Afgesproken is dat de provincie Gelderland de natuurvergunning intrekt van de betreffende agrarische bedrijven voordat de doortrekking van de A15 en verbreding van de A12 worden opengesteld. Er is volledig gehandeld binnen de kaders van de beleidsafspraken tussen het Rijk en de provincies. Bovendien hebben het Ministerie van IenW en de provincie Gelderland aanvullend afgesproken dat het Ministerie van IenW zich inspant om ongewenste leegstand van de agrarische opstallen te voorkomen.
Aan het wijzigings-Tracébesluit voor de ViA15 ligt een zorgvuldige onderbouwing ten grondslag. Tijdens het gesprek met de gedeputeerden heeft de toenmalig Minister van Infrastructuur en Waterstaat toegezegd dat zij zich zou inspannen om ongewenste leegstand van de agrarische opstallen te voorkomen. De Minister had van tevoren niet gemeld aan haar ambtenaren dat ze deze toezegging wilde doen en de ambtenaren hoorden dit nadat deze bestuurlijke afspraak was gemaakt. In het app-contact is dat met de term «overvallen» wat scherp verwoord.
In de gesprekken met de provincie Gelderland zijn alle voorstellen die ter tafel kwamen evenwichtig gewogen, zo ook de suggestie van de provinciale stikstofbank.
Op het moment dat het wijzigings-Tracébesluit werd genomen, bestond de bedoelde stikstofbank nog niet. Daar kon op dat moment dus geen gebruik van worden gemaakt. Bovendien is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bevoegd gezag voor het Tracébesluit ViA15. Ook daarom kon geen gebruik worden gemaakt van de (toekomstige) provinciale stikstofbank, omdat alleen de provincie hieruit ruimte kan toedelen aan toestemmingsbesluiten voor projecten waarvoor zij zelf bevoegd gezag is. Dit is ook met de provincie gedeeld en besproken.
De Minister voor Natuur en Stikstof is zich zeer bewust van de betekenis van aankoop van «stikstofruimte» van bedrijven en was dat als gedeputeerde ook al. De Minister neemt boeren zonder meer serieus zoals blijkt uit bijvoorbeeld de werkbezoeken die zij aflegt, de inhoud van de brief (1 april) en het commissiedebat (6 en 12 april) over de hoofdlijnen van de gecombineerde aanpak en uit de volwaardige rol die zij voor boeren bepleit in gebiedsprocessen.
Daarnaast verwijs ik naar het antwoord op vraag 2: Voor het project ViA15 is met zes agrarische bedrijven op vrijwillige basis een overeenkomst gesloten. Het contact tussen Minister en gedeputeerde betrof de gemaakte bestuurlijke afspraken en niet de overeenkomsten met de agrarische bedrijven.