Ingediend | 24 maart 2022 |
---|---|
Beantwoord | 7 juni 2022 (na 75 dagen) |
Indiener | Barbara Kathmann (PvdA) |
Beantwoord door | Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z05647.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3007.html |
Ja.
Het is inderdaad zorgwekkend wanneer gevaarlijk speelgoed wordt aangeboden. Consumenten moeten zowel online als in een fysieke winkel erop kunnen vertrouwen dat speelgoed en alle andere aangeboden producten voldoen aan geldende Europese veiligheidsregels. Ik vind dat iedere marktpartij hierbij zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Diverse lopende wetgevingstrajecten bevorderen dat marktpartijen daadwerkelijk hun verantwoordelijkheid nemen.2 Daarnaast roep ik online marktplaatsen ook op om de Product Safety Pledge na te leven. Met het ondertekenen van deze vrijwillige afspraak hebben deze partijen toegezegd het Europese informatiesysteem3 te controleren op producten die door markttoezichthouders als onveilig zijn bestempeld.4 Daarmee hebben online marktplaatsen laten zien dat zij productveiligheid belangrijk vinden en hier zorg voor zullen dragen. Ook Bol.com heeft de Product Safety Pledge ondertekend.
Zie antwoord vraag 2.
In het handelsverkeer kunnen online marktplaatsen drie rollen hebben: een verkopende rol, de rol van fulfilmentdienstverlener, en die van tussenpersoon.
Een online marktplaats wordt als verkoper beschouwd indien hij handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn eigen bedrijf, bijvoorbeeld door een eigen merk aan te bieden.5 Wanneer blijkt dat deze producten onveilig zijn kan de consument de online marktplaats als verkoper aanspreken en is deze verplicht maatregelen te nemen.6
Alle geharmoniseerde producten (o.a. speelgoed, medische hulpmiddelen, gereedschap) moeten worden voorzien van de bekende CE-markering waarmee productconformiteit wordt aangeduid. Wanneer een online marktplaats als fulfilmentdienstverlener is aan te merken, kan deze ook bepaalde verplichtingen hebben, waaronder het verifiëren van de toepasselijke conformiteitsverklaring – de bekende CE-markering- en de daaraan ten grondslag liggende technische documentatie van aangeboden producten.7 Een fulfilmentdienstverlener is een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in het kader van een handelsactiviteit diensten aanbiedt zoals opslag, verpakking en verzending zonder eigenaarschap over de betrokken producten.8
In de meeste gevallen is het echter zo dat de online marktplaats alleen als tussenpersoon optreedt tussen een derde-verkoper en de consument. In die hoedanigheid is de online marktplaats niet aansprakelijk wanneer hij geen kennis had van onrechtmatige activiteiten en niet nalatig is geweest.9
Op basis van een samenwerkingsprotocol tussen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Bol.com uit 2019, moet laatstgenoemde navolging geven aan verzoeken van de NVWA om een onveilig product of serie producten te verwijderen. Ook kan Bol.com worden opgedragen om na de verkoop een waarschuwing over dat product te plaatsen.10
Ik heb in het kader van het voorstel voor de nieuwe Verordening Algemene Productveiligheid,11 welke verderop in deze beantwoording wordt toegelicht, regelmatig contact met diverse online marktplaatsen over productveiligheid, waaronder ook Bol.com. Hierbij maak ik duidelijk dat ik mij in de onderhandelingen voor dit wetsvoorstel inzet voor gepaste verantwoordelijkheden voor alle marktdeelnemers, waaronder ook online marktplaatsen.
Ik vind dat iedere marktpartij zijn verantwoordelijkheid moet nemen om gevaarlijke producten te weren. Ik pleit hier dan ook voor in de onderhandelingen over de Verordening Algemene Productveiligheid.
Er zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van platforms en productveiligheid. Over diverse wetsvoorstellen lopen Europese onderhandelingen. De relevantie van deze Europese wetgevingstrajecten licht ik hieronder toe.
Ook ga ik in op andere maatregelen die zijn genomen om onveilige producten te weren van online marktplaatsen.
Op 23 april 2022 bereikten de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement een akkoord over de Digital Services Act, DSA (Verordening inzake Digitale Diensten).13 Op grond van de DSA moeten online marktplaatsen bepaalde informatie opvragen, zoals de contactgegevens van de verkoper en productinformatie, voordat ze een product op de website mogen plaatsen. Online marktplaatsen moeten zo ingericht worden dat derden deze vereiste informatie ook kunnen plaatsen. Deze verplichtingen kunnen ook helpen in de bescherming van consumenten tegen aanbod van onveilige producten.
Verder onderhandel ik op dit moment samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Verordening Algemene Productveiligheid. Dit initiatief kan ervoor zorgen dat online marktplaatsen ook voor niet-geharmoniseerde producten, dus producten waarvoor nog geen sectorspecifieke EU-wetgeving bestaat, meer verantwoordelijkheden krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om verantwoordelijkheden ten aanzien van informatieverschaffing aan markttoezichthouders en controlemechanismen om de verkoop van veilige producten te waarborgen.
De Markttoezichtverordening14 kan ervoor zorgen dat online marktplaatsen die fulfilmentdiensten verlenen, aanvullende verplichtingen krijgen (zie ook het antwoord op vraag15. Daarnaast regelt deze verordening dat markttoezichtautoriteiten voldoende onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden krijgen om effectief toezicht te kunnen houden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de bevoegdheid om, indien noodzakelijk, online marktplaatsen ertoe te verplichten informatie over een onveilig product te verwijderen of een expliciete waarschuwing voor eindgebruikers te plaatsen.
Naast deze wetgevingsinitiatieven is in 2019 een samenwerkingsprotocol ondertekend door Bol.com en de NVWA. Deze overeenkomst gaat verder dan de Product Safety Pledge (zie ook het antwoord op vraag 2 en16 en is erop gericht om producten die niet voldoen aan productveiligheidswetgeving te weren en snel te verwijderen.17 Bol.com heeft in dit kader preventieve tools ontwikkeld en verbeterd.
Gelet op voornoemde wetgevingsinitiatieven en de reeds gemaakte vrijwillige afspraken met online marktplaatsen zie ik op dit moment geen reden om aanvullende wetgeving te initiëren.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Vanzelfsprekend vind ik het van belang dat er maatregelen worden genomen door online marktplaatsen om onveilige producten te weren.18 Zoals in het antwoord op vraag 7, 8 en 9 staat beschreven worden er tools ontwikkeld op basis van het samenwerkingsprotocol tussen de NVWA en Bol.com. Het is aan de toezichthouder om de effectiviteit van de genomen maatregelen te beoordelen.
Zie antwoord vraag 10.
Onder het samenwerkingsprotocol (zie ook het antwoord op vraag19 is Bol.com reeds verplicht om onveilige producten te verwijderen, of een waarschuwing te plaatsen op zijn interface. In de markttoezichtverordening wordt bovendien de bevoegdheid voor markttoezichthouders geregeld om dit te gelasten (en in uiterste gevallen de toegang tot een online marktplaats te blokkeren).20 Het wetsvoorstel voor de uitvoeringswet bij deze verordening is onlangs aan uw Kamer verzonden. Met deze uitvoeringswet wordt het voor Nederlandse toezichthouders mogelijk deze bevoegdheid te gebruiken mits deze proportioneel is.21
Zie antwoord vraag 12.
De NVWA is zeer alert op de verkoop van gevaarlijke producten en treedt daadkrachtig op. De NVWA maakt daarbij gebruik van verschillende instrumenten zoals meldingen, eigen onderzoek en vrijwillige afspraken zoals de Product Safety Pledge en het samenwerkingsprotocol tussen Bol.com en de NVWA (zie ook het antwoord op vraag 2, 3 en22. Ik zie op dit moment dan ook geen aanleiding om hen aan te sporen daadkrachtiger te handhaven.
Ik heb vernomen dat de NVWA in het kader van hun periodieke overleg met stakeholders op het domein van productveiligheid al in gesprek is met de Consumentenbond. De NVWA geeft hierbij aan dat het contact met de Consumentenbond gericht is op een nauwere samenwerking tussen hen met betrekking tot het weren van onveilige producten in de onlinehandel, waaronder die op (internationale) platforms. Ook richten zij zich op het verhogen van het bewustzijn van de consument over mogelijke risico’s van het doen van online aankopen buiten de EU.
De vragen van het lid Kathmann (PvdA) over onveilig speelgoed op bol.com (2022Z05647) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen. In verband met het meireces is dat naar verwachting na 9 mei.