Ingediend | 18 maart 2022 |
---|---|
Beantwoord | 16 mei 2022 (na 59 dagen) |
Indieners | Leonie Vestering (PvdD), Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Henk Staghouwer (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren internationaal landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z05225.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2756.html |
Ik was hier onaangenaam door verrast. Ik zet mij in voor een Europees verbod op lange transporten van jonge kalveren en de transporten uit Ierland baren mij extra zorgen vanwege de overtocht met de veerboot. Uit een recent rapport van Eyes on Animals, Ethical Farming Ireland en Europarlementariër Anja Hazekamp bleek dat Ierse kalveren tijdens de 50 uur durende reis vanaf het melkveebedrijf in Ierland naar een controlepost in Frankrijk slechts één keer werden gevoerd2. Ik heb dit ook aangekaart in mijn kennismakingsgesprek met de kalversector op mijn departement op 23 maart jongstleden.
In het bovengenoemde gesprek met de kalversector is mij verteld dat de Ierse kalveren gemiddeld drie dagen onderweg zijn. Dit betreft de gehele reis: vanaf de Ierse melkveehouder, waar ze zijn geboren, naar de Nederlandse kalverhouder. De dieren zijn niet de gehele tijd onderweg. Zij worden in Ierland en in Frankrijk voor bepaalde periodes uitgeladen. In Frankrijk verblijven ze tenminste 12 uur in een controlepost. Daar worden de kalveren gevoerd met melk.
De kalveren krijgen tijdens het vervoer in de veewagen geen voeding. Dat geldt ook voor de overtocht met de veerboot van Ierland naar Frankrijk, waarbij de dieren in de veewagen blijven. Deze overtocht duurt 18 uur (van Rosslare naar Cherboug). De drenksystemen in veewagens, die de kalveren volgens de Europese voorschriften na een transporttijd van 9 uur van water moeten voorzien, zullen voor een groot deel van de kalveren onbekend zijn. Dit is zeker het geval als het metalen bijtnippels betreft. Deze worden nog veel gebruikt in de EU en zijn ongeschikt voor deze jonge kalveren omdat ze hier niet goed uit kunnen drinken. Mede vanwege deze beperkingen ten aanzien van het voeren en drenken van kalveren tijdens transport, pleit ik voor het beperken van de transportduur van jonge kalveren.
Dit zou een ongewenste situatie zijn. Kalveren worden volgens de kalversector graag vanuit Ierland gehaald omdat deze sterker en gezonder zouden zijn ten opzichte van andere kalveren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en het streven naar kringlooplandbouw en korte ketens zouden de kalverhouders voorrang moeten geven aan kalveren uit de Nederlandse melkveehouderij. Langeafstandtransporten van deze jonge dieren moeten zoveel mogelijk worden vermeden, zeker als er kalveren uit de Nederlandse melkveehouderij beschikbaar zijn.
De kalversector heeft zichzelf ten doel gesteld om lange transporten van kalveren af te bouwen. In het Sectorplan Versnelling Verduurzaming Kalverhouderij uit 20193 gaf de sector aan de import van kalveren te willen reduceren met 8% in 2024; 16% in 2028; tot 20% in 2030 ten opzichte van 2019. Deze reductie zou primair gerealiseerd worden op transporten van lange duur (>19 uur). Integratie VanDrie geeft in zijn MVO-jaarverslag 20204 aan voor 2026 te stoppen met de import van kalveren uit Oost-Europa en Ierland naar Nederland. Het is nog niet duidelijk hoe het staat met de realisatie van de genoemde doelen. De cijfers van de afgelopen jaren zijn lastig te interpreteren door de impact van de coronacrisis op de kalversector.
Ja. Mijn inzet voor de aanstaande herziening van de Europese transportverordening is een verbod op langeafstandtransporten van ongespeende dieren, zoals jonge kalveren maar ook geiten- en schapenlammeren.
Ik heb uw Kamer op 14 april per brief geïnformeerd over mijn inzet op EU niveau en de acties die ik onderneem (zie de verzamelbrief Dierenwelzijn). Mijn inzet ten aanzien van het vervoer van jonge kalveren is schriftelijk ingebracht in een publieke consultatie van de Europese Commissie. Daarnaast is Nederland vertegenwoordigd in een expert subgroep van het Animal Welfare platform over diertransporten. Deze subgroep is door de Europese Commissie ingesteld in het kader van de herziening van de Europese transportverordening.
Ik zoek in dit Europese traject zoveel mogelijk de samenwerking op met gelijkgestemde lidstaten, zoals de Vughtgroep.
Ik heb dit uitgezocht en ben uitgebreid op deze toezegging ingegaan in de eerdergenoemde brief van 14 april. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en diergezondheid ben ik net als de Duitse Federale overheid voorstander van een hogere minimumleeftijd van het vervoer van kalveren. Aangezien de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) momenteel in opdracht van de Europese Commissie aan een advies werkt over dierenwelzijn en transport, waarin ook expliciet wordt ingegaan op het vervoer van jonge kalveren, zal ik mijn vervolgacties op basis van dit advies bepalen. Dit EFSA advies wordt komende zomer verwacht.
Ik heb de vragen één voor één beantwoord maar helaas niet binnen de daarvoor gestelde termijn.
De vragen van de leden Wassenberg en Vestering (beiden PvdD) over het nieuws dat kalverhouders in de afgelopen maanden veel meer kalfjes hebben geïmporteerd uit Ierland (kenmerk 2022Z05225), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat een zorgvuldige beantwoording meer tijd vergt. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.