Ingediend | 14 maart 2022 |
---|---|
Beantwoord | 22 april 2022 (na 39 dagen) |
Indiener | Derk Boswijk (CDA) |
Beantwoord door | Henk Staghouwer (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z04735.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2526.html |
Ja.
Het klopt dat in de afgelopen maanden de zuivelnoteringen procentueel meer gestegen zijn dan de rauwe melkprijs.
De melkprijs en de zuivelnoteringen zijn in hun aard niet vergelijkbaar en hebben geen directe een-op-een relatie tot elkaar. De zuivelnoteringen worden vastgesteld door de door de overheid ingestelde Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen en hebben betrekking op de actuele prijsontwikkeling in de handel van verwerkte zuivelproducten als boter en melkpoeders. De melkprijs die melkveehouders ontvangen wordt vastgesteld door private ondernemingen. De melkprijs kan per onderneming verschillen. Wel volgt de melkprijs meestal vertraagd de trendmatige marktontwikkelingen van de handel in verwerkte zuivelproducten. Bij een langdurige periode van stijging over de gehele breedte van alle verwerkte zuivelproducten (boter, melkpoeder, kaas, room, etc.), zal ook de rauwe melkprijs meestijgen. Dat is op dit moment ook het geval. Dat de stijging niet met gelijke stappen omhoog gaat, kan meerdere oorzaken hebben. Zo vraagt verwerking van rauwe melk tot zuivelproducten veel energie. Met de huidige hoge energiekosten zullen ook de productiekosten stijgen.
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven, kunnen er verschillende oorzaken zijn waarom de melkprijs niet in dezelfde mate stijgt als de noteringen van magere melkpoeder en boter. Op basis van deze situatie kan ik daarom geen conclusies trekken m.b.t. margeverdeling. Niettemin vind het wel van groot belang dat er geen structurele problemen zijn met de prijsvorming, en dat oneerlijke handelspraktijken in de keten worden tegengaan. Als onderdeel van het maatregelenpakket om de positie van de boer in de keten te versterken, zijn daartoe de afgelopen jaren de Agro-Nutri Monitor ontwikkeld bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en zijn oneerlijke handelspraktijken wettelijk verboden. Ook kunnen leveranciers sinds 1 januari 2022 terecht bij de Geschillencommissie indien zij te maken hebben met oneerlijke handelspraktijken.
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven, kunnen er verschillende oorzaken zijn waarom de melkprijs niet in dezelfde mate stijgt als de noteringen van magere melkpoeder en boter. Op basis van deze situatie kan ik daarom geen conclusies trekken m.b.t. margeverdeling in de agrarische sector.
Voortbouwend op de maatregelen die al zijn genomen tot het versterken van de positie van boer in de keten zie ik ook een belangrijke rol weggelegd voor ketenpartijen om de positie van de boer in de keten te verstevigen. Daarover wil ik met ketenpartijen afspraken maken. De bijdrage van ketenpartijen dient wat mij betreft gericht te zijn op de positie, en uiteindelijk het inkomen van de duurzame en verduurzamende boer. Afspraken hierover kunnen o.a. gaan over de manier waarop langetermijncontracten worden vormgegeven, of marges en risico’s worden verdeeld.
Hierbij informeer ik uw Kamer dat de beantwoording van de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boswijk (CDA) (kenmerk 2022Z04735) over de verdeling van de marges in de zuivelsector niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, omdat een zorgvuldige beantwoording meer tijd vergt. Ik zal deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden.