Ingediend | 11 maart 2022 |
---|---|
Beantwoord | 2 mei 2022 (na 52 dagen) |
Indiener | Sylvana Simons (BIJ1) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z04621.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2612.html |
Indien politie-ingrijpen een dodelijke afloop heeft dan is het standaard-protocol dat na het incident de Officier van Justitie in kennis wordt gesteld en dat er een onderzoek plaatsvindt door de Rijksrecherche.
De politie heeft niet standaard periodiek casuïstiekoverleg met betrokken netwerkpartners rondom situaties van escalaties met personen met verward gedrag. Wel heeft de politie in alle eenheden korte lijnen met betrokken netwerkpartners en is er geregeld contact rondom personen met verward gedrag (zoals GGZ-instellingen). Hierbij kunnen zowel escalaties in individuele gevallen als de onderlinge samenwerking in het algemeen aan de orde komen.
In bijvoorbeeld de politie-eenheid Amsterdam is de politie wekelijks in gesprek met multidisciplinaire ketenpartners in de spoedeisende psychiatrie om de algehele samenwerking voortdurend te verbeteren en stroomlijnen. Dit is het stedelijk crisisketenoverleg.
Op individuele gevallen kan ik niet ingaan. Voor de toelichting op de algemene werkwijze na een incident met een dodelijke afloop verwijs ik naar het antwoord op vraag 1.
Zie antwoord vraag 2.
De afgelopen jaren hebben de betrokken departementen van JenV, VWS en BZK samen met de VNG en andere betrokken (lokale) partijen hard gewerkt aan een persoonsgerichte aanpak voor mensen met verward gedrag op lokaal en/of regionaal niveau. Hierbij zijn ook al goede resultaten behaald. VWS heeft inmiddels een landelijk meldnummer ingericht voor de melding van niet-acute signalen over personen en er zijn inmiddels ook lokale meldpunten daarvoor ingericht. Ook zijn er afspraken gemaakt over het vervoer van personen met verward gedrag, die nu regionaal uitgewerkt/geïmplementeerd worden. Duidelijk is dat het (te) vaak voorkomt dat de politie wordt ingezet bij meldingen over personen met verward gedrag. Vaak is bij deze meldingen sprake van psychiatrische problematiek, een verdenking van een strafbaar feit, dan wel een risico voor veiligheid van de samenleving.
In het kader van de preventieparagraaf in het regeerakkoord wordt op dit moment uitgewerkt hoe politie en GGZ samen met andere betrokken partijen nog intensiever kunnen gaan samenwerken en ervoor kunnen zorgen dat personen met verward gedrag de juiste zorg en/of brede ondersteuning wordt geboden. Ik zal uw Kamer hier voor de zomer nader over informeren. Hiermee kan worden voorkomen dat hun situatie escaleert en zij onnodig in aanraking komen met politie en justitie. Vroegsignalering en preventie zijn daarbij cruciaal. Voor alle betrokken partijen staat voorop dat escalatie dient te worden voorkomen. Hiervoor is niet alleen informatie-uitwisseling van zorgwekkende signalen over personen cruciaal maar ook het elkaar snel weten te vinden bij urgente vragen.
Vastgesteld kan worden dat in elke politie-eenheid korte lijnen bestaan en dat er geregeld contact is met betrokken netwerkpartners rondom personen met verward gedrag (zoals GGZ-instellingen). Hiermee wordt beoogd vroegtijdig informatie over signalen over personen te hebben waarmee escalatie en mogelijk politie-ingrijpen kan worden voorkomen. Iedere politie-eenheid is anders en bij de gehanteerde werkwijzen wordt rekening gehouden met lokale omstandigheden en afspraken tussen de ketenpartners. Ik zie daarom geen noodzaak voor het vaststellen van een standaard voor multidisciplinaire evaluaties.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Simons (BIJ1), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over evaluaties na politiedoden met onbegrepen gedrag, in het bijzonder naar aanleiding van de dood van Sammy Baker (ingezonden 11 maart 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.