Ingediend | 11 februari 2022 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2022 (na 119 dagen) |
Indieners | Ulysse Ellian (VVD), Gert-Jan Segers (CU) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z02597.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3078.html |
Ja.
Daar waar ik er normaal gesproken naar streef om alle vragen separaat te beantwoorden, beantwoord ik deze vragen nu gebundeld. Dit is omdat deze terechte vragen zeer in elkaars verlengde liggen.
Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat er in de Nederlandse samenleving nooit enige ruimte mag zijn voor verwerpelijke zaken zoals antisemitisme. De vrijheid van meningsuiting en academische vrijheid beschouwt het kabinet als essentiële onderdelen van de democratische rechtsstaat, daarom is het belangrijk dat universiteiten en academici hun ideeën en inzichten ongehinderd kunnen uitwisselen. In algemene zin begrijpt het kabinet de zorgen die Israëlische en Joodse organisaties alsook academici en de Nederlandse universiteiten hebben bij een dergelijk informatieverzoek.
De stichting The Rights Forum heeft net als ieder ander het recht om bij een bestuursorgaan een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (sinds 1 mei Wet open overheid – Woo) in te dienen. Transparantie bij de uitvoering van publieke taken wordt ook gezien als een essentieel onderdeel van de democratische rechtsstaat. Het is aan het instellingsbestuur van de universiteit dit verzoek langs de lijnen van de wet verder te behandelen. De veertien universiteiten die – in tegenstelling tot de bijzondere universiteiten – als openbaar bestuursorgaan op grond van de wet openbaarheid van bestuur verplicht zijn om het verzoek in behandeling te nemen, hebben aangegeven op delen van het verzoek niet in te zullen gaan.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Ik heb zelf reeds vele reacties uit Joodse gemeenschap over deze zaak ontvangen. De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding staat doorlopend in contact met (vertegenwoordigers van) de Joodse gemeenschap. Mij is daarom bekend dat het betreffende verzoek door velen in de gemeenschap als zodanig wordt ervaren.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Ellian (VVD) en Segers (ChristenUnie), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een Wob-verzoek met een intimiderend karakter dat als antisemitisch wordt ervaren (ingezonden 11 februari 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.