Ingediend | 8 februari 2022 |
---|---|
Beantwoord | 29 april 2022 (na 80 dagen) |
Indiener | Sylvana Simons (BIJ1) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z02228.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-2601.html |
Zie de Kamerbrief met de kabinetsappreciatie van het rapport van Amnesty International van 29 april 2022 (met kenmerk 2022Z01929/2022D04225).
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Het is niet aan het kabinet om bij de Nederlandse rechter een uitspraak te verkrijgen over dergelijke kwalificaties, of uitspraken te doen hoe een uitspraak verkregen kan worden. Het primaat voor strafrechtelijke vervolging ligt bij het Openbaar Ministerie, en het zou staatsrechtelijk onzuiver zijn als het kabinet hier een actieve rol in zou gaan spelen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, met dien verstande dat een aantal vragen buiten de reikwijdte van de brief zijn gebleven, en daarom separaat zijn beantwoord.