Ingediend | 25 november 2021 |
---|---|
Beantwoord | 17 december 2021 (na 22 dagen) |
Indieners | Roelof Bisschop (SGP), Gert-Jan Segers (CU), Ulysse Ellian (VVD) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z21547.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-1153.html |
Ja.
Degelijke uitspraken zijn verwerpelijk en aanstootgevend.
Dat vind ik ernstig en trek ik mij zeer aan. Iedere student en medewerker moet zich veilig kunnen voelen op de universiteit.
Uit het artikel maak ik niet op dat er sprake zou zijn van een gebrek aan vertrouwen, waardoor geen melding of aangifte wordt gedaan van antisemitische dan wel – waar in het artikel ook melding van wordt gemaakt – islamofobe incidenten.
Binnen universiteiten kunnen studenten en medewerkers melding maken van discriminatie bij vertrouwenspersonen en ombudsfunctionarissen en is er de klachtenprocedure ongewenst gedrag. Ik roep iedereen op om te allen tijde melding te maken en aangifte te doen van discriminatie, van welke vorm ook.
Bij de politie en het OM is veel aandacht voor het op een correcte wijze aandacht geven aan strafbare feiten met een mogelijk discriminatoir aspect. Over het algemeen wordt van het krassen of schilderen van hakenkruizen, waar in het artikel melding van wordt gemaakt, altijd aangifte gedaan door burgers of door organisaties zoals de gemeente (omdat bijvoorbeeld een kunstwerk of een gebouw van de gemeente op deze wijze gevandaliseerd is).
Met betrekking tot commune feiten met een discriminatoir aspect geldt, zoals opgenomen in de Aanwijzing Discriminatie, dat het mogelijk aanwezig zijn van een discriminatieaspect een zwaarwegende indicatie vormt dat een strafrechtelijke reactie moet volgen. Voor het OM geldt dat wanneer bij een delict een discriminatieaspect aanwezig wordt geacht, dit aspect conform de Aanwijzing Discriminatie in het requisitoir van de officier van justitie wordt benadrukt en als strafverzwarende omstandigheid in de eis wordt meegenomen.
Ik ben ervan overtuigd dat onderwijsinstellingen evenals de overgrote meerderheid van onze samenleving daar al volledig van doordrongen zijn en discriminatie, in welke vorm ook, afwijzen.
Zelf heb ik mij steeds zeer actief opgesteld tegen discriminatie, inclusief antisemitisme. Ik verwijs naar de aanstelling van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding eerder dit jaar, als ook naar de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, en naar publieke optredens waarin ik op het belang van onderlinge tolerantie wijs en me tegen discriminatie en antisemitisme uitspreek.