Ingediend | 3 november 2021 |
---|---|
Beantwoord | 29 november 2021 (na 26 dagen) |
Indiener | Jeroen van Wijngaarden (VVD) |
Beantwoord door | Ben Knapen (minister buitenlandse zaken) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z19292.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-953.html |
Ja.
Ik kan vanuit veiligheidsoverwegingen geen uitspraken doen over individuele casuïstiek. Wel kan ik in zijn algemeenheid zeggen dat ten aanzien van eventuele inmengingsactiviteiten van buitenlandse actoren de betrokken ministeries in nauw contact staan met de inlichtingen-en-veiligheidsdiensten om deze te onderkennen, te duiden en waar nodig en mogelijk maatregelen te treffen.
Zie antwoord vraag 2.
Vanuit veiligheidsoverwegingen kan ik geen uitspraken doen over individuele casuïstiek en eventuele beveiligingsmaatregelen. Door de rijksoverheid wordt de veiligheidssituatie van betrokkenen in het MH17-proces nauwlettend in de gaten gehouden. Daarnaast kan ik in zijn algemeenheid zeggen dat de NCTV, gezamenlijk met andere relevante ministeries, de betrokken partijen bewust maakt van de (digitale) risico’s en mogelijke dreigingen en dat waar nodig passende maatregelen worden getroffen om de weerbaarheid te verhogen.
Over mogelijke (lopende) onderzoeken van de opsporingsdiensten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden nooit uitspraken gedaan.
Indien informatie daartoe aanleiding geeft, onderneemt het Kabinet gepaste diplomatieke actie. Nu is er geen informatie die daartoe aanleiding geeft.
Het is voor de betreffende advocaten een inbreuk op hun beroepsuitoefening en hun persoonlijk leven. Dit betekent dat ik hier veel aandacht voor heb. Als Minister van Justitie en Veiligheid heb ik een bijzondere verantwoordelijkheid voor personen, objecten en diensten die, wegens het belang voor de nationale veiligheid dat met hun veilig en ongestoord functioneren is gemoeid, onderdeel zijn van zogenoemde Rijksdomein. Deze verantwoordelijkheid heb ik gemandateerd aan de NCTV. Het treffen van eventuele aanvullende maatregelen gebeurt op basis van dreiging en risico. Er is daar sprake van risicobeheersing, geen risico-uitsluiting.