Ingediend | 2 november 2021 |
---|---|
Beantwoord | 9 november 2021 (na 7 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z19197.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-644.html |
De gebruiker Tweede Kamer heeft voor het project van de tijdelijke huisvesting een programma van eisen opgesteld waarin deze heeft aangegeven waar het gebouw aan moet voldoen om haar werkprocessen uit te kunnen voeren. Dit programma van eisen is vertaald naar het «Technisch Ontwerp 100%» (met de detailontwerpen van alle ruimten van het gebouw) dat is vastgesteld door het presidium van de Tweede Kamer als vertegenwoordiger van deze gebruiker. De aanpassingen die als gevolg van dit ontwerp aan het pand zijn gedaan, zijn door aannemers uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de eigenaar van het pand, het Rijksvastgoedbedrijf. Zie het antwoord van vraag 2 voor eventuele aanpassingen na afronding van het project.
Voor de hoeveelheid ruimte voor de parlementaire processen vormt het in het antwoord op vraag 1 genoemde programma van eisen en het Technisch Ontwerp 100% het uitgangspunt.
De procedure voor tussentijdse verzoeken (zogenaamde nieuwe klantwensen) na de afronding van het project is dezelfde als de gebruiker Tweede Kamer gewend was op het Binnenhof. Wanneer blijkt dat er aanvullende behoeften zijn, is er voor de gebruiker gelegenheid tot het indienen van deze klantwensen bij het Rijksvastgoedbedrijf. Het Rijksvastgoedbedrijf toetst de klantwens op doelmatigheid en indien hiervoor extra middelen benodigd zijn vormt dit onderdeel van het reguliere begrotingsproces tussen het Ministerie van BZK en Financiën.
Ik kan de term «meeropbrengst» niet exact duiden. De aanpassingen aan het gebouw leiden tot kosten waarbij in algemene zin geldt dat kosten worden toegerekend aan de gebruiker voor de periode dat deze gebruik maakt van de betreffende huisvesting (middels een zogenaamde gebruiksvergoeding). Indien er bijvoorbeeld investeringen worden gedaan die langer meegaan dan dat de gebruiker van het pand gebruik maakt dan zullen opvolgende gebruikers via hun gebruiksvergoeding een deel van deze kosten voor hun rekening nemen.
Deze afspraken zijn ook vastgelegd in het eerdergenoemde Technisch Ontwerp 100%. Daarnaast geldt dat indien verduurzaming leidt tot bijvoorbeeld lager energieverbruik, dit mogelijk tot lagere kosten kan leiden. Het voordeel van de besparing komt ten gunste van de gebruiker, die zelf verantwoordelijk is voor de energiekosten.
Ja.