Ingediend | 18 oktober 2021 |
---|---|
Beantwoord | 18 november 2021 (na 31 dagen) |
Indiener | Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z18196.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-778.html |
Ja.
Na het vonnis van de rechtbank Den Haag van 3 februari 2021 zijn het OM en de heer van Nimwegen en mevrouw Bloos in gesprek gegaan om te verkennen of tot een afspraak gekomen kon worden over het beëindigen van alle lopende procedures. Deze waren onder meer gericht tegen de leden van de commissie Fokkens respectievelijk tegen het OM. Mijn departement is door het OM geïnformeerd over het verloop van die gesprekken. Ik was al doende op de hoogte.
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2, hebben het OM en de heer Van Nimwegen en mevrouw Bloos in het vonnis de rechtbank Den Haag van 3 februari 2021 aanleiding gezien om met elkaar in gesprek te gaan. Dit heeft geleid tot de bedoelde overeenkomst. De afspraken die de heer van Nimwegen en mevrouw Bloos met het OM gemaakt hebben, betreffen de relatie tussen werknemer en werkgever. De daarin gemaakte afspraken hebben een personeelsvertrouwelijk karakter en derhalve kunnen door mij geen uitspraken worden gedaan over de inhoud van de afspraken.
Zonder mij uit te spreken over de precieze afspraken, kan ik u melden dat er geen afspraken zijn gemaakt die binnen het OM ten laste komen van budget dat is begroot voor de misdaadbestrijding. Het OM heeft mij laten weten dat de gemaakte afspraken geen effect hebben op het aantal zaken dat het OM kan doen en evenmin op het aantal officieren van justitie dat daarvoor kan worden ingezet.
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 3.
Nee. Het is aan het College van Procureurs-Generaal als werkgever om afspraken te maken met (ex) werknemers. Partijen hebben besloten alle procedures te staken en zich op de toekomst te richten. Ik zie het belang van het afronden van de kwestie, zodat alle betrokkenen vooruit kunnen kijken. Daar komt bij dat sprake is van een bindende overeenkomst. Ik verwijs u ook naar mijn antwoord op de vragen 3, 4 en 5.
Zie antwoord vraag 6.
Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoekscommissie Openbaar Ministerie (de commissie Fokkens) heeft het OM een plan van aanpak opgesteld waarin is aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de diverse aanbevelingen van de commissie Fokkens. Dit plan van aanpak heb ik uw Kamer op 6 juni 2019 doen toekomen (Kamerstuk 28 844, nr. 182). Met betrekking tot het verbeteren van de integriteit ging het om het aansluiten bij en handelen naar de gedragscode Integriteit Rijk, het versterken van het Bureau Integriteit OM en het gelijk behandelen van integriteitsschendingen.
Sindsdien heb ik uw Kamer aan de hand van de voortgangsrapportages van het College van procureurs-generaal periodiek geïnformeerd over de uitvoering van het plan van aanpak (brieven van 17 oktober 2019, 7 mei 2020, 25 september 2020 en 30 april 2021 / Kamerstuk 28 844, nrs. 191, 213, 219 en 228). Ook in de Jaarberichten van het OM over 2019 en 2020 besteedde het College uitvoerig aandacht aan het werk aan het plan van aanpak (Kamerstuk 28 844, nr. 214 en 229). De naar aanleiding van de genoemde aanpak door het OM ingestelde Visitatiecommissie heeft geen structurele problematiek met betrekking tot integer gedrag aangetroffen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Markuszower (PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «OM sluit geheime deal met voormalige topaanklagers» (ingezonden 18 oktober 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.