Ingediend | 7 september 2021 |
---|---|
Beantwoord | 13 oktober 2021 (na 36 dagen) |
Indiener | Tunahan Kuzu (DENK) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z15033.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-307.html |
Ja.
Schokkende teksten – waaronder boeken – waaruit een zekere verheerlijking of normalisering van een strafbaar feit blijkt, bijvoorbeeld omdat daarin seks en kinderen met elkaar in verband worden gebracht, zijn niet per definitie strafbaar. De strafrechtelijke grens wordt overschreden wanneer een geschrift opzettelijk aanzet, aanhitst of aanspoort tot een strafbaar feit, zoals seksueel kindermisbruik. Met het wetsvoorstel tot het zelfstandig strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen, wordt daarnaast ook instructief materiaal tot het plegen van seksueel kindermisbruik, zoals handleidingen of richtlijnen voor het seksueel misbruiken van kinderen, strafbaar. Dit wetsvoorstel wordt dit najaar ingediend bij de Tweede Kamer.
Bestaande en toekomstige journalistische rapportages, wetenschappelijke bijdragen, (auto)biografieën of andere literaire werken zijn naar hun aard echter niet gelijk te stellen met dergelijke geschriften en vallen daarom niet zonder meer onder het bereik van de nieuwe strafbaarstelling als daarin seksuele handelingen bij of met een kind worden beschreven die door de lezer als inspiratiebron zouden kunnen worden opgevat. Voorkomen moet worden dat onbedoeld censuur wordt opgelegd op boeken en andere literaire werken, ook wanneer deze werken absoluut ontuchtig en in strijd met de huidige morele opvattingen moeten worden geacht.
Zie antwoord vraag 2.
Preventie en bewustwording zijn twee belangrijke pijlers in de aanpak van kindermisbruik en online kinderporno. De digitale wereld speelt een grote rol in het onderlinge contact tussen minderjarigen, ook op het gebied van seksualiteit. Dit maakt dat het vervaardigen, delen en verkrijgen van kinderpornografisch materiaal door minderjarigen gemakkelijk is, terwijl minderjarigen de risico’s daarvan lang niet altijd overzien. Daarom heb ik een lesprogramma en een wegwijzer laten ontwikkelen, om bij te dragen aan de bewustwording van online risico’s en het versterken van de seksuele weerbaarheid van kinderen. Verder verleent mijn ministerie jaarlijks een subsidie aan het Expertisebureau online kindermisbruik (EOKM), voor de werkzaamheden in het kader van de programma’s Meldpunt Kinderpornografie en Stop it Now!. Het programma Stop it Now! biedt gratis en anoniem telefonische hulp aan mensen die pedofiele gevoelens ervaren of personen die deze gevoelens vermoeden bij iemand in hun omgeving. Het is in dit kader van belang op te merken dat mensen die pedofiele gevoelens ervaren, niet per definitie kindermisbruikers zijn. De subsidie voor Stop it Now! is onder andere verleend voor een campagne gericht op de bewustwording van de gevolgen van het doorsturen van kinderporno.
Het (onbewust) verheerlijken en normaliseren van een subcultuur van seksueel misbruik, conflicteert met de verantwoordelijkheid om onze kinderen te beschermen. Daarom richt mijn departement zich bij de aanpak van (online) seksuele misdrijven op drie lijnen: het intensiveren van de preventie, publiek-private samenwerking en een bestuursrechtelijke aanpak en het verscherpen van de opsporing. Ook is internationale samenwerking op dit thema erg belangrijk: het stevige optreden van Nederland tegen het hosten van kinderpornografisch materiaal mag niet tot gevolg hebben dat het materiaal verschuift naar andere landen. Door de hardnekkigheid en de ernst van (online) seksueel kindermisbruik, zal op al deze terreinen ingezet moeten blijven worden.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuzu (DENK), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de herpublicatie van het boek «Allerlei Ontucht» (ingezonden 7 september 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.