Ingediend | 16 augustus 2021 |
---|---|
Beantwoord | 10 september 2021 (na 25 dagen) |
Indieners | Derk Boswijk (CDA), Inge van Dijk (CDA), Mustafa Amhaouch (CDA) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Cora van Nieuwenhuizen (VVD), Stef Blok (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie ondernemen recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z14294.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3989.html |
Ja.
Over de omvang van de economische schade als gevolg van omzetderving is nog weinig bekend. Het kabinet is in gesprek met de regio en ondernemersvertegenwoordigers om een beter beeld van de economische schade te krijgen. De omvang van de economische schade is sterk afhankelijk van hoe snel de materiële schade hersteld wordt, hoe lang bedrijven gesloten moeten blijven, hoe snel het toerisme herstelt etc.
Op vrijdag 13 augustus heeft het kabinet de hoofdlijnen van de ministeriële regeling voor de tegemoetkomingen van de schade in met name Limburg vastgesteld. Sindsdien is ingezet op het zo spoedig mogelijk in werking laten treden van de regeling. Hiertoe is onder andere de Europese Commissie in kennis gesteld van de regeling. De regeling is op 9 september 2021 formeel in werking getreden. Vanaf 9 augustus is het mogelijk om vóór de inwerkingtreding van de regeling de schade te melden bij RVO. Tot nu toe zijn 1.135 Wts meldingen ontvangen.
Zie het antwoord op vraag 3. Doordat de ministeriële regeling nog niet in werking is getreden, zijn er nog geen taxaties uitgevoerd en zijn er nog geen uitbetalingen gedaan.
Het is bekend dat er veel vragen leven bij ondernemers. Ten aanzien van de materiële schade bij ondernemers door overstroming van beken en zijrivieren is het kabinet van mening dat ondernemers zich nog onvoldoende bewust waren van het risico en de huidige verzekeringsmogelijkheden. Daarom kwalificeert het kabinet nu eenmalig deze situatie, voor de bedrijven die hierdoor niet de mogelijkheid hebben gehad zich te verzekeren, als niet redelijkerwijs verzekerbaar en komt zij tegemoet in deze schade door middel van de Wts. Dit is geen volledige vergoeding van alle schade. Het kabinet wil het gesprek voeren met de regio en ondernemersvertegenwoordigers over omzetderving in het vierde kwartaal van 2021, waarbij nadrukkelijk aandacht is voor proportionaliteit (hoeveel ondernemers hebben nog omzetschade in het vierde kwartaal), uitvoerbaarheid en precedentwerking. In het derde kwartaal van 2021 kunnen ondernemers een beroep doen op de coronasteunmaatregelen NOW en TVL wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regelingen voldoen.
Ondernemers kunnen vanaf 31 augustus aanvragen indienen voor de TVL Q3 wanneer zij aan de voorwaarden voldoen. De TVL heeft inderdaad betrekking op vaste lasten, waarbij de hoogte van de vergoeding wel afhankelijk is van de mate van omzetverlies. Voor omzetverlies in het vierde kwartaal van 2021 wil het kabinet het gesprek voeren met de regio en ondernemersvertegenwoordigers.
Werkgevers kunnen vanaf 26 juli een aanvraag indienen voor de 6e tranche van de NOW voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Het tijdvak van deze tranche loopt van juli t/m september 2021. Als werkgevers voldoen aan de voorwaarden, waaronder een minimaal omzetverlies van 20%, dan kunnen zij NOW aanvragen. Bij de aanvraag wordt geen onderscheid gemaakt naar de aanleiding van het omzetverlies. Er kan dus ook niet worden aangegeven hoeveel werkgevers als gevolg van de overstromingen een NOW-aanvraag hebben gedaan. Wel kan in algemene zin worden opgemerkt dat de aanvragen in de regio’s die (deels) zijn getroffen door de overstromingen vooralsnog niet groter zijn dan de aanvragen in deze regio’s ten behoeve van de voorgaande NOW-tranche (5e tranche, april t/m juni 2021).
Het kabinet is zich bewust van de mogelijkheid een beroep te doen op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, en onderzoekt op dit moment wat de mogelijkheden hiertoe zijn. Er is contact hierover gaande met de Europese Commissie en de buurlanden België en Duitsland, die hetzelfde overwegen. Uiterlijk eind september zal het kabinet besluiten of ze een aanvraag bij het Solidariteitsfonds van de Europese Unie wil indienen. Ook België en Duitsland hebben nog geen aanvraag ingediend.
Om een aanvraag op het fonds te kunnen doen, is het nodig dat de schade in beeld is. Op dit moment is contact met de Europese Commissie over een mogelijke aanvraag en of Nederland aan de voorwaarden voldoet. Het kabinet zal uiterlijk eind september, als alle door de Europese Commissie gevraagde informatie bekend is, beslissen over een mogelijke aanvraag. De indieningstermijn die de Europese Commissie hanteert voor dergelijke aanvragen is overigens ca. 12 weken na de ramp.
Enkele gemeenten in Noord-Brabant en daarbuiten hebben mij brieven gestuurd, met name vanwege schade in de land- en tuinbouw in de uiterwaarden door hoge waterstanden als gevolg van de ramp in Limburg. Naar aanleiding van die schade vragen zij om een ruime definitie van het schadegebied. Compensatie voor die schade op basis van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) is echter niet mogelijk, omdat niet aan de in de Wts gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Op dit moment verkent het kabinet de wenselijkheid en mogelijkheden voor tegemoetkoming in uiterwaarden langs de Maas. Bij deze verkenning zijn de aspecten consistentie van beleid, proportionaliteit, uitvoerbaarheid en precedentwerking betrokken. Dit traject kost evenwel tijd om te onderzoeken mede gezien de genoemde aandachtspunten. Om die reden kan het kabinet hierover op dit moment nog geen uitsluitsel geven.
Voor de financiële afhandeling van de schade is de RVO het loket en zijn er geen lokale loketten. Ook zijn er geen specifieke regionale loketten inzake milieu of gezondheid naar aanleiding van de watersnoodramp ingericht. Er bestaat reeds een infrastructuur op deze thema’s (bijvoorbeeld het RIVM en de GGD, of de Veiligheidsregio’s als samenwerkingsverband). Op dit moment werken gemeenten aan de aanpak van de nafase.
De Minister van JenV is de coördinerend bewindspersoon voor de Wts en de overige vakministers zijn verantwoordelijk voor onderwerpen die specifiek op hun terrein liggen.
Ja.
Hierbij deel ik u mede namens de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat dat de schriftelijke vragen van de leden Boswijk, Amhaouch en Inge van Dijk (allen CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Onzekerheid voor getroffen Limburgse ondernemers, «meer omzetverlies dan waterschade»» (ingezonden 16 augustus 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.