Ingediend | 23 juli 2021 |
---|---|
Beantwoord | 13 september 2021 (na 52 dagen) |
Indiener | Gidi Markuszower (PVV) |
Beantwoord door | Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z13970.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3992.html |
Ja.
Betrokkene is veroordeeld wegens het plegen van meerdere diefstallen, waaronder een winkeldiefstal met geweld.
Ik ben het met u eens dat het gaat om een fout die niet zou mogen voorkomen. Voor slachtoffers is dit pijnlijk. Het gaat in deze casus om een menselijke fout en dit kan helaas nooit volledig worden uitgesloten. Uiteraard zijn alle procedures en inspanningen binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) erop gericht om zulke fouten te voorkomen.
Betrokkene is opgepakt en zit de resterende straf uit.
Ja, het signalement van de betrokkene is aan de opsporingsdiensten gestuurd.
Er wordt geen centrale registratie bijgehouden over hoe vaak dit voorkomt. Echter, bij ernstige en/of gevoelige zaken wordt een piketmelding gemaakt, waarmee DJI de leiding van het ministerie informeert. Dit is ook gebeurd in onderhavige casus. In 2021 zijn tot nu toe, inclusief deze zaak, vijf piketmeldingen gemaakt over te vroege invrijheidsstellingen. Op de website van DJI worden iedere maand samenvattingen van de piketmeldingen geplaatst.2 Ik ga verder niet in op individuele zaken.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 is het helaas niet mogelijk om menselijke fouten volledig uit te sluiten. Wel is bij DJI er uiteraard alles op gericht om fouten als deze te voorkomen. Zo wordt het vier-ogen-principe toegepast. Dat wil zeggen dat een tweede medewerker de berekening controleert die bepaalt wanneer een gedetineerde in vrijheid wordt gesteld.
Daarnaast ondersteunen computerprogramma’s de medewerkers in de berekening van de resterende strafduur en de datum van invrijheidstelling. In het geval een te vroege invrijheidsstelling toch voorkomt wordt in de penitentiaire inrichting bekeken waar het mis is gegaan en worden waar nodig verbeteringen doorgevoerd.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Markuszower (PVV), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Gevangenis Limburg laat vrouw per ongeluk te vroeg vrij door rekenfout» (ingezonden 23 juli 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.