Ingediend | 20 juli 2021 |
---|---|
Beantwoord | 15 september 2021 (na 57 dagen) |
Indiener | Lilian Helder (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z13896.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-4052.html |
Ja.
Prof. Dr. Fijnaut heeft ambtenaren van mijn ministerie, alsook uw Kamer deelgenoot gemaakt van zijn opvattingen. Ook zijn deze eerder gedeeld in verschillende publieke optredens (zoals interviews in media en vaktijdschriften). De zorg betrof voornamelijk de mogelijke dubbeling in taken en verantwoordelijkheden van de Dienst Landelijke Recherche van de politie. In februari 2020 is prof. Dr. Fijnaut op uitnodiging van mijn ambtenaren hierover inhoudelijk in gesprek getreden. Zijn zorgpunten zijn destijds zoveel mogelijk meegenomen in de verdere planvorming. Bij de uitwerking van de aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit worden zowel door mijn ambtenaren als mijzelf regelmatig wetenschappers geraadpleegd om hun opvattingen en ideeën over deze aanpak te horen en mee te nemen. Zo zullen mijn ambtenaren en ik de komende tijd ook over het MIT weer verschillende wetenschappers spreken.
Ik heb uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van het breed offensief en de oprichting van het MIT. Ik verwijs uw Kamer voor een overzicht hiervan naar mijn brief van 6 juli jl.2 Naar aanleiding van een artikel in het NRC Handelsblad heeft het toenmalige Kamerlid Yesilgoz-Zegerius3 vragen gesteld over het MIT. De beantwoording van deze vragen heb ik op 11 mei jl. samen met mijn brief over de inrichting en doorontwikkeling van het MIT aan uw Kamer toegezonden4.
Het MIT voorziet in een door alle deelnemende organisaties en uw Kamer geformuleerde behoefte. De aanpak van ondermijning is al lang niet meer alleen een strafrechtelijke aangelegenheid, maar heeft overheid-breed prioriteit. Vanuit Douane, Belastingdienst, Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), KMar/Defensie, politie en OM is er behoefte aan een integrale aanpak op landelijk en internationaal niveau. Het MIT vormt die aanvulling op de bestaande aanpak en vervult een vliegwielfunctie voor innovatie en samenwerking. Het MIT is daarbij niet, zoals prof. Dr. Fijnaut stelt, een nieuw(e) rechercheteam/eenheid, maar een multidisciplinair samenwerkingsverband van zes partijen dat iets extra’s gaat bieden ten opzichte van de opsporing en het reeds bestaande. Het MIT bundelt de informatie van deelnemende partijen en maakt op basis daarvan integrale analyses, waarbij processen en structuren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit in beeld worden gebracht. Op basis daarvan kan MIT kan interventies adviseren, coördineren of (doen) uitvoeren die het meeste effect sorteren om die processen en structuren te verstoren en doorbreken.
Recent heeft de leiding van de deelnemende organisaties nogmaals steun uitgesproken voor de vorming van het MIT. En uitgesproken dat er met samenwerking meer bereikt kan worden dan door enkel de individuele organisaties te versterken.
Een effectieve aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vergt een lange adem en dient op alle niveaus integraal te worden vormgegeven. De politieorganisatie en het strafrecht leveren een zeer belangrijk aandeel hieraan. Ook om die reden heeft dit kabinet extra financiële middelen uit het regeerakkoord 2017–2021 en uit het Breed offensief tegen georganiseerde criminaliteit geïnvesteerd. Deze middelen komen juist in belangrijke mate toe aan bestaande gremia. Aan de Nationale Politie, waaronder de Dienst Landelijke Recherche, is op dit moment 35,5 miljoen structureel toegekend voor het MIT vanuit de BOTOC gelden. Incidenteel is er vanuit de MIT gelden voor dit jaar 8,4 miljoen beschikbaar gemaakt voor de versterking van de opsporing in de regionale eenheden. De samenwerking in het kader van het MIT brengt geen enkele verandering aan in bestaande wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de deelnemende organisaties noch in het gezag daarover.
We hebben de bundeling van kennis en informatie in het MIT nodig om de ondermijnende georganiseerde misdaad op landelijk niveau beter inzichtelijk te krijgen om gerichter interventies te kunnen plegen. Zodat er als één overheid geacteerd kan worden en we een gezamenlijk front vormen tegen dit betonrot van de samenleving.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Expert fileert kabinetsplan voor nieuw rechercheteam: «Blunder van jewelste» (ingezonden 20 juli 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.