Kamervraag 2021Z13474

Het bericht ‘Verdachte chauffeur dodelijk ongeval Waalhaven reed eerder motoragent en fietsster aan’.

Ingediend 9 juli 2021
Beantwoord 27 augustus 2021 (na 49 dagen)
Indieners Peter de Groot (VVD), Ingrid Michon (VVD)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z13474.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3849.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Verdachte chauffeur dodelijk ongeval Waalhaven reed eerder motoragent en fietsster aan»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat de verdachte chauffeur eerder betrokken was bij het aanrijden van een motoragent in 2015?
  • Vraag 3
    Is deze zaak destijds door de officier van justitie aan de strafrechter voorgelegd? Zo ja, was er sprake van een misdrijf?
  • Vraag 4
    Viel het door de verdachte vertoonde rijgedrag onder de in 2020 in de Wegenverkeerswet beschreven roekeloosheid?
  • Vraag 5
    Is de verdachte voor deze aanrijding veroordeeld? Zo ja, wat was de strafmaat? Is de verdachte een rijontzegging gegeven?
  • Vraag 6
    Is er door de rechter beoordeeld of er sprake was van opzet bij het aanrijden van de motoragent, zoals door het slachtoffer is beweerd?
  • Vraag 7
    Klopt het dat de verdachte chauffeur vorig jaar nog een ongeluk veroorzaakte, waarbij een 79-jarige vrouw om het leven kwam?
  • Vraag 8
    Is deze zaak destijds door de officier van justitie aan de strafrechter voorgelegd? Was hier sprake van een misdrijf?
  • Vraag 9
    Is de verdachte voor deze aanrijding veroordeeld? Zo ja, wat was de strafmaat?
  • Vraag 10
    Is de verdachte als recidivist aangemerkt, waarbij het in de tweede zaak mee weegt dat hij al eerder een ernstig ongeluk heeft veroorzaakt?
  • Vraag 11
    Was er in een van de drie gevallen sprake van drank- en/of drugsgebruik door de verdachte?
  • Vraag 12
    Indien er in het meest recente geval sprake was van het opzettelijk aanrijden van het slachtoffer, valt dat dan nog onder artikel 6 van de Wegenverkeerswet?

    Aangezien er sprake is van een lopend strafrechtelijk onderzoek, kan ik over deze kwestie in het bijzonder geen nadere mededelingen doen.
    In het algemeen geldt dat bij een vermoeden van opzettelijk aanrijden, doodslag of moord ten laste kan worden gelegd. Indien opzet niet bewezen kan worden, zou artikel 6 WVW een mogelijkheid kunnen zijn. In een dergelijk geval is het van belang te bewijzen of de verdachte schuld heeft aan het veroorzaken van het verkeersongeval. Wat er ten laste gelegd zou kunnen worden, hangt echter af van de specifieke omstandigheden van het geval en het is aan het OM om dit te bepalen. Recidive speelt een rol bij de afdoeningsbeslissing door de officier van justitie.

  • Vraag 13
    Weegt het bij een eventuele vervolging mee dat de verdachte al tweemaal eerder een ongeluk heeft veroorzaakt?

    Zie antwoord vraag 12.

  • Vraag 14
    Hoe vaak heeft er in de afgelopen tien jaar een ongeval plaatsgevonden, waar een motoragent bij betrokken was? Is er een bepaalde trend te zien in het aantal ongevallen?

    Het is niet mogelijk uit de politiesystemen cijfers te genereren van het aantal ongevallen waarbij een motoragent betrokken is. Overigens zou zo’n getal op zichzelf niet te interpreteren zijn. Zulke ongevallen moeten worden afgezet tegen de taakstelling, het aantal voertuigkilometers en in relatie tot de inzet (bijvoorbeeld wel of niet rijden met optische en geluidssignalen).

  • Vraag 15
    Is de verkeersveiligheid van motoragenten voldoende geborgd?

    Politiemotorrijders krijgen een specialistische rijopleiding die door de Politieacademie wordt verzorgd. Deze is intensief, gedegen en optimaal gericht op de verkeersveiligheid van zowel de politiemotorrijder als het overige wegverkeer. Daarnaast volgt elke motorijder periodiek een rijvaardigheidstraining van de Politieacademie waarin zijn vaardigheden worden getoetst en bijgeschaafd. De motorkleding van de politiemotorrijder komt in nauwe samenspraak met de motorrijders zelf tot stand. Zo wordt voorzien in optimale persoonlijke bescherming van de motorrijder en zichtbaarheid bij de uitvoering van zijn taken.

  • Vraag 16
    Wordt de werkwijze van/voor motoragenten regelmatig geëvalueerd? Indien dit niet het geval is, of de laatste evaluatie al een lange tijd geleden is, is er door dit ongeval de noodzaak ontstaan dit op korte termijn te doen om zo een verkeersveilige deelname aan het verkeer te versterken? Zo niet, waarom niet?

    De werkwijze van motoragenten wordt doorlopend geëvalueerd. Binnen het eigen team gebeurt dit nagenoeg altijd na gecoördineerde en/of bijzondere inzetten en in het algemeen binnen de lijnverantwoordelijkheid en de professionele collegiale feedback binnen het eigen team. Daarnaast vindt periodiek een rijvaardigheidstraining van de Politieacademie plaats (zie ook het antwoord bij vraag 15). Elk ongeval zal op zichzelf worden onderzocht en eventuele daaruit voortkomende leerpunten worden waar nodig landelijk breed gedeeld. In dit specifieke geval wordt onderzoek gedaan door een externe commissie waarbij ook de voorgeschiedenis wordt meegenomen5. Verder is er binnen het team aandacht voor de mogelijke schadelijke mentale gevolgen bij andere collega’s.
    Helaas hebben motoragenten, ondanks de specialistische opleidingen, evaluaties en rijvaardigheid ook te maken met externe factoren, zoals onvoorspelbaar of gevaarlijk rijgedrag van derden en is dan kwetsbaarder dan een agent in de auto. Hoewel politiemotorrijders ook op dat aspect opgeleid en getraind worden komt het helaas voor dat motoragenten het slachtoffer worden van gevaarlijk rijgedrag van andere deelnemers op de weg. Zoals ik in mijn brief6 van 19 juli jl. aan uw Kamer heb gemeld, staat agressie richting agenten en andere hulpverleners hoog op de agenda in mijn gesprekken met de Korpschef. Tijdens mijn bezoek met de korpschef aan de eenheid Rotterdam op 14 juli jl. is er uitvoerig gesproken over de risico’s van het werk en de agressie die agenten daar soms bij tegenkomen. De korpschef en ik nemen dat zeer serieus en zetten ons in voor een veilig werkklimaat.

  • Mededeling - 2 augustus 2021

    Hierbij deel ik u mede namens Minister van Infrastructuur en Waterstaat dat de schriftelijke vragen van de leden Michon-Derkzen en Peter de Groot (VVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Verdachte chauffeur dodelijk ongeval Waalhaven reed eerder motoragent en fietsster aan» (ingezonden 9 juli 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z13474
Volledige titel: Het bericht ‘Verdachte chauffeur dodelijk ongeval Waalhaven reed eerder motoragent en fietsster aan’.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-3849
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Peter de Groot over het bericht ‘Verdachte chauffeur dodelijk ongeval Waalhaven reed eerder motoragent en fietsster aan’