Ingediend | 9 juli 2021 |
---|---|
Beantwoord | 16 augustus 2021 (na 38 dagen) |
Indiener | Nicki Pouw-Verweij (JA21) |
Beantwoord door | Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z13465.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3736.html |
Het artikel «Reorganisatieplan lerarenopleidingen is rampzalig» van lerarenopleider Johan Graus in het Onderwijsblad en de daaropvolgende Twitterberichten zijn mij bekend.
De lerarenopleidingen zijn geaccrediteerd door de NVAO. Hiermee is de basiskwaliteit van de opleidingen geborgd. De lerarenopleidingen worden flexibeler ingericht, waardoor de lerarenopleidingen nog toegankelijker worden en doorstroom wordt bevorderd. De eindkwalificaties van de lerarenopleidingen worden niet veranderd.
Het rapport is mij bekend.
Het onderwijs is gebaat bij voldoende en kwalitatief goed opgeleide leraren. Met de voornemens om lerarenopleidingen flexibeler te maken wordt alleen de opleidingsvorm flexibeler. De opleidingen zullen nog altijd opleiden tot de wettelijk vastgelegde bekwaamheidseisen onderwijspersoneel.
De lerarenopleidingen leiden op tot de beroepsvereisten, die op voorstel van de beroepsgroep tot stand komen. De beroepsgroep heeft op deze wijze invloed op de curricula van de lerarenopleidingen. In de onderwijssector zijn de beroepsvereisten nu nog vrij algemeen en generiek. Met de ontwikkeling van een beroepsbeeld kan dat concreter worden uitgewerkt. De vakorganisaties hebben het voortouw genomen in de ontwikkeling van dit beroepsbeeld. Het is aan de professionele ruimte van de leraar of een leraar zich na de lerarenopleiding verder wil ontwikkelen tot expert of zich wil verbreden tot generalist.
Zie antwoord vraag 4.
Het bestuursakkoord gaat in op het realiseren van een betere aansluiting van de opleiding op de wensen, behoeften en achtergrond van de student. De verwachting is dat uitval binnen de lerarenopleidingen wordt tegengegaan, door het verbeteren van de processen rondom eerder verworven competenties (EVC) en toetsing daarvan. Ook kan de opleiding meer op maat worden gemaakt, waarmee onder andere ook de opleidingsduur kan worden verkort. Het lerarentekort wordt niet alleen opgelost door het bestuursakkoord. OCW hanteert in de aanpak van het lerarentekort namelijk de volgende drie lijnen: 1) verhogen van (zij-)instroom, 2) anders organiseren en 3) behoud van leraren3.
Er is niet één oplossing voor de aanpak van het lerarentekort. Daarom hanteren we een mix van maatregelen. Dit kabinet heeft onder andere fors geïnvesteerd in het salaris van leraren in het primair onderwijs (+14%). Er is echter meer nodig dan alleen verhoging van het salaris. Daarom heeft dit kabinet ook geïnvesteerd in de aanpak van de werkdruk, in zij-instroom en in de regionale aanpak van tekorten. Een regionale aanpak is noodzakelijk, omdat de arbeidsmarkt regionaal functioneert en de opdracht en context ook verschillen per regio. De verantwoordelijkheid van het vinden van een passende woning ligt bij de gemeenten. Zij hebben ook verschillende instrumenten tot hun beschikking om te sturen op de woningvoorraad. Ik zie dat in de G5 verschillende initiatieven lopen om voor onder andere leraren gemakkelijker een passende woning te vinden. Zo heeft Amsterdam een voorrangsregeling in woningen voor (startende) leraren.
De commissie-Dijsselbloem betoogde dat de overheid door de grote onderwijsvernieuwingen van bovenaf op te leggen, de pedagogisch-didactische vrijheid van scholen had beperkt en zich te weinig om de kwaliteit van het onderwijs had bekommerd – terwijl dit haar kerntaak is. De overheid is verantwoordelijk voor het formuleren van de opbrengsten van het onderwijs: ze moet daarop sturen via het curriculum, examens en toezicht. Daarnaast is de overheid verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging. De aanbevelingen van de commissie-Dijsselbloem zijn nog steeds richtsnoer voor het overheidshandelen. Het afgelopen decennium zijn er geen grote onderwijsvernieuwingen van bovenaf doorgevoerd en heeft de overheid zich meer gericht op kwaliteitsborging en het formuleren van heldere ambities en doelen voor het onderwijs.
Vernieuwing van de lerarenopleidingen kan inderdaad alleen leiden tot succes als er draagvlak is onder lerarenopleiders. Daarom wordt het bestuursakkoord ook uitgevoerd door de lerarenopleidingen zelf. De partners in het bestuursakkoord, de VH en VSNU, hebben namens de lerarenopleidingen het akkoord ondertekend en hebben ook samen met de opleidingen de regie op de uitvoering. Voor verschillende maatregelen zijn er verschillende projectteams ingericht met mensen uit de opleidingen. Tevens worden er door de VH en VSNU verschillende kennisdelingsbijeenkomsten georganiseerd voor lerarenopleiders. Het laatste Velon-congres, het congres van de beroepsgroep voor lerarenopleiders heeft bijvoorbeeld ook helemaal in het teken gestaan van het bestuursakkoord5.
Het bestuursakkoord doet recht aan de gemaakte afspraken over de kwaliteit van de lerarenopleidingen. De lerarenopleidingen leiden op tot de bekwaamheidseisen die bij AMvB zijn vastgelegd. De bekwaamheidseisen gaan zowel over pedagogische als over de vakinhoudelijke en vakdidactische bekwaamheid. De lerarenopleidingen hebben binnen het programma 10voordeleraar landelijke afspraken gemaakt over de borging van de kennis van afgestudeerden door middel van de kennisbases. Bekwaamheidseisen en kennisbases worden periodiek herijkt. Bij de vaststelling van het curriculum baseren de afzonderlijke lerarenopleidingen zich op bekwaamheidseisen en kennisbases. De kennis van studenten wordt getoetst via landelijke kennistoetsen en peerreview.
De eindkwalificaties voor lerarenopleidingen zijn landelijk vastgesteld. De lerarenopleidingen bepalen de leeruitkomsten, welke zijn afgeleid van de eindkwalificaties. Het bestuursakkoord gaat in op flexibilisering van de route naar de eindkwalificaties. Dit betekent dat in samenspraak tussen opleiding en student een gepersonaliseerd traject wordt opgesteld, afgestemd op de wensen en behoeften van de student, waarlangs de leeruitkomsten worden behaald. De student krijgt de ruimte voor inrichting van de eigen route.
Een flexibele inrichting van de lerarenopleiding komt ten goede aan een betere aansluiting op de beroepspraktijk. Een aantal lerarenopleidingen heeft al ervaring opgedaan door deelname aan het experiment leeruitkomsten. De conclusies van de eindevaluatie van het experiment leeruitkomsten van ResearchNed en het advies van de NVAO zijn positief6. Uit het eindrapport blijkt dat het werkveld het belang van flexibele trajecten en een betere aansluiting op de beroepspraktijk ziet. In de opleidingen in het experiment leeruitkomsten wordt volgens werkgevers een actievere leerhouding van studenten gevraagd, is er meer maatwerk mogelijk en is er een nauwere aansluiting op de beroepspraktijk.
De lerarenopleidingen zijn verantwoordelijk voor het opleiden van leraren, die aan het eind van de opleiding voldoen aan de bekwaamheidseisen. Het bestuursakkoord tornt niet aan de eindkwalificaties van de lerarenopleidingen. De verwachting dat het bestuursakkoord gaat leiden tot nóg meer onderwijsachterstanden deel ik dan ook niet. Het bestuursakkoord gaat in op het aantrekkelijker maken van de opleidingen door een flexibele inrichting en het verhogen van de instroom. Het verhogen van de instroom zorgt voor meer leraren en draagt bij in de aanpak van de tekorten en het zorgen voor kwantitatief voldoende leraren. Leraren, die vervolgens ingezet kunnen worden om de onderwijsachterstanden terug te dringen. Uit de eindevaluatie van het experiment leeruitkomsten komt tevens naar voren dat deelname aan het experiment leeruitkomsten een positief groeieffect heeft gehad op de instroom in de sector Onderwijs.
Op 2 juli jongstleden heeft het lid Peters (CDA) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht «Internationaliseer de staf wanneer docenten slecht Engels spreken» (2021Z12517). Op 6 juli jongstleden hebben de leden Van den Hil, Van der Woude en De Vries (allen VVD) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het artikel «Noodkreet: tandarts gezocht voor Rotterdam, laat meer studenten toe» en de beantwoording van de Minister voor Medische Zorg op eerdere vragen hierover (2021Z12807). Op 8 juli jongstleden hebben de leden Brekelmans en Van der Woude (beiden VVD) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het bericht «Pride optocht Georgië afgeblazen na bestorming LHBTI-kantoor» (2021Z13222). Op 9 juli jongstleden heeft het lid Pouw-Verweij (JA21) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld over het reorganisatieplan lerarenopleidingen (2021Z13465). Tot mijn spijt is zorgvuldige beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk. Ik zal de vragen in augustus beantwoorden.