Ingediend | 5 juli 2021 |
---|---|
Beantwoord | 1 november 2021 (na 119 dagen) |
Indieners | Gidi Markuszower (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Raymond de Roon (PVV) |
Beantwoord door | Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Ank Bijleveld (CDA), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
Onderwerpen | defensie internationaal openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z12645.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-500.html |
Ja.
Over dergelijke informatie uit individuele strafrechtelijke onderzoeken doe ik zoals bekend geen mededelingen. In de eerdere twee sets Kamervragen waar aan wordt gerefereerd wordt hier derhalve ook niet inhoudelijk op ingegaan.
Zie antwoord vraag 2.
De verdenking betrof een schending van de embargobepaling uit het Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van Europa van 31 juli 2014 (en daarmee een Nederlandse sanctieregeling). Van het OM heb ik begrepen dat uit het onderzoek is gebleken dat geen sanctieregels zijn overtreden. Het strafrechtelijk onderzoek is inmiddels afgerond en de zaak is geseponeerd.
De EU of de VN waren niet bij dit onderzoek betrokken.
Zie antwoord vraag 4.
Die mening deel ik niet. Nederland werkt er in internationaal verband aan om internationale sancties op een effectieve wijze te handhaven.