Ingediend | 15 juni 2021 |
---|---|
Beantwoord | 6 juli 2021 (na 21 dagen) |
Indiener | Derk Jan Eppink (Libertair, Direct, Democratisch) |
Beantwoord door | Stef Blok (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z10768.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3478.html |
Ja.
België kent op basis van historische uitzonderingen inderdaad een btw-nultarief voor erkende dagbladen (en tijdschriften). Dat België een btw-nultarief kan toepassen op kranten vindt zijn oorzaak in het gegeven dat de btw-richtlijn toestaat dat landen die voor 1991 een lager tarief toepasten, dat lagere tarief mogen blijven toepassen.2
Voor wat betreft de bezorging geldt dat kranten in België door het postbedrijf bpost worden bezorgd. De uitgeverijen betalen hiervoor, gratis bezorging is niet aan de orde. De kosten voor bezorging zijn vergelijkbaar in Nederland en België.3
De staatssteun van de Belgische overheid aan bpost voor de periode 2016–2020 is beoordeeld binnen het gangbare Europese staatssteuntoezicht.4 De bezorging van erkende dagbladen en tijdschriften was één van de diensten van bpost waarvoor steun is verleend. De Europese Commissie heeft geoordeeld dat deze staatssteun de kosten niet zal overschrijden en heeft geen concurrentieverstoring op de interne markt geconstateerd. In dat licht bezien is er geen sprake van oneerlijke concurrentie.
Fusies en overnames worden door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) beoordeeld op basis van de geldende kaders van de Mededingingswet. Op dit moment resteren er na verschillende concentraties nog twee grote spelers op het terrein van betaalde regionale en landelijke dagbladen, namelijk DPG Media en Mediahuis. Meest recent heeft de ACM de concentratie van Mediahuis en NDC goedgekeurd.5 NDC was een kleinere speler op deze markt. Er blijft volgens de ACM na deze concentratie voldoende concurrentie tussen de verschillende landelijke en regionale dagbladen en op de advertentiemarkt. Mediahuis heeft in het kader van deze overname toegezegd de bezorging van ochtendbladen van andere dagbladuitgevers zonder eigen distributienetwerk te (blijven) uitvoeren tegen redelijke voorwaarden, die vergelijkbaar zijn met die van de bezorging van de eigen kranten.
De redacties van de titels die door Mediahuis en DPG Media worden uitgegeven, doen hun werk onafhankelijk van de directie. Dit is de gebruikelijke manier van werken, maar is ook beschreven in de redactiestatuten van de verschillende dagbladen. Bovendien zijn er naast kranten nog diverse andere media die actief zijn op het gebied van het nieuwsvoorziening en nieuwsverspreiding.
Ik onderschrijf de suggestie dat mediabedrijven in België voorzien worden van liquide middelen om acquisities mogelijk te maken niet. Het postbedrijf bpost ontvangt staatssteun voor de periode 2016–2020 voor de bezorging van kranten en tijdschriften. Wanneer overheden in de EU meldingsplichtige staatssteun verlenen, wordt deze getoetst door de Europese Commissie, waarbij bedrijven onder bepaalde voorwaarden kunnen worden gecompenseerd voor het uitvoeren van een publieke dienst. De Europese Commissie heeft bij haar beoordeling van de staatssteun getoetst of er door België een methodiek wordt gehanteerd die ervoor zorgt dat de compensatie aan bpost niet hoger zal uitvallen dan de kosten van de taken van de openbare dienst. Deze regels moeten concurrentieverstoringen tot een minimum beperken en garanderen dat publieke middelen efficiënt worden ingezet. De Commissie heeft geconcludeerd dat de Belgische steunmaatregelen voldoen aan de EU-staatssteunregels. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 zijn de kosten voor bezorging voor krantenuitgevers vergelijkbaar in Nederland en België.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 is compensatie voor een dienst van algemeen economisch belang binnen de EU onderworpen aan de Europese staatssteunregels. Subsidies die worden verleend door landen buiten de EU en die de concurrentie op de interne markt kunnen beïnvloeden, blijven momenteel echter grotendeels ongecontroleerd. Voor het kabinet is het van belang dat verstorende effecten op de interne markt van staatsfinanciering en staatseigendom van bedrijven uit derde landen worden aangepakt. Het op 5 mei jl. gepubliceerde Commissievoorstel over verstorende buitenlandse subsidies speelt hierin een belangrijke rol, geïnspireerd op het Nederlands voorstel voor een level playing field instrument uit 2019. Sectorspecifieke maatregelen zijn in mijn optiek niet nodig (zie tevens het antwoord op vraag 9).
Nee. Als onafhankelijk toezichthouder bepaalt de ACM zelf welke onderzoeken zij doet. De ACM heeft de meldingsplichtige concentraties binnen de krantensector reeds getoetst en goedgekeurd op basis van Mededingingswet. Het Commissariaat voor de Media onderzoekt met de Mediamonitor elk jaar ontwikkelingen in de mediasector, waarbij eigendomsverhoudingen en marktaandelen worden betrokken. In de MediaMonitor 2020 heeft het Commissariaat reeds aandacht gevraagd voor de mogelijke effecten van de overname van Sanoma door De Persgroep (DPG) op de pluriformiteit van de informatievoorziening en zal dit de komende jaren volgen.6
Ik ben niet van mening dat aanvullende sectorspecifieke maatregelen om de Nederlandse krantensector te beschermen tegen buitenlandse overnames van kranten noodzakelijk zijn. In dit kader geldt tevens dat de mediasector niet als vitaal proces is aangemerkt. Als gevolg hiervan valt deze sector niet onder de reikwijdte van het voorstel voor de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames.