Ingediend | 3 juni 2021 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2021 (na 25 dagen) |
Indieners | Dennis Wiersma (VVD), Ockje Tellegen (VVD) |
Beantwoord door | Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Tamara van Ark (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z09729.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3352.html |
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Ja, daar ben ik het mee eens.
Persoonlijke voorkeuren en keuzes ten aanzien van (beleving van) seksualiteit zijn onderdeel van het recht op lichamelijke integriteit. Dat geldt ook voor mensen met een beperking die in hun seksuele behoeften voorzien door middel van een sociaal sekswerker. Hier zou geen taboe op moeten rusten. Desalniettemin bevinden thema’s rondom seksualiteit en meer nog thema’s rondom betaalde seksualiteit zich al snel in de taboesfeer. Ik probeer door het steunen van de Sekswerk Alliantie Destigmatisering stigma’s op dit vlak tegen te gaan.
Een dergelijk overzicht is niet voorhanden, omdat dergelijke gegevens niet geregistreerd worden.
Sekswerkers en seksverzorgenden houden geen overzicht bij van de verschillende typen verzorging die aan een klant worden geboden. Er is geen overleg met het onderwijsveld over dit onderwerp.
Sociaal sekswerk is een vorm van sekswerk. Op grond van de Gemeentewet artikel 151a kan een gemeente voorschriften stellen met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Dit betreft bijvoorbeeld seksclubs maar ook escortbedrijven. Overige vormen van sekswerk, zoals zelfstandig werkende sekswerkers, zijn op dit moment niet vergunningplichtig. Financiering van alle vormen van sekswerk is in beginsel aan de cliënt die de diensten afneemt.
Ik begrijp wat de dhr. Brink in dit artikel zegt in reactie op het voorstel voor een verbod op betaalde seks en ik onderschrijf dat een eigen persoonlijke beleving van seksualiteit onderdeel is van een volwaardig leven. Het huidige kabinet staat een dergelijk verbod niet voor. De Wet regulering sekswerk (hierna Wrs) die aan uw Kamer is aangeboden, voorziet in verdere regulering van de seksbranche. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen is sociaal sekswerk nog steeds mogelijk, indien de individuele sekswerker of het bedrijf waar hij/zij werkt, beschikt over een vergunning.
Het betreft hier geen hulp- of verzorgingsarrangement binnen een bestaande (wettelijke) regeling.
Dit beeld herken ik niet, omdat sociaal sekswerk geen vorm van hulp of ondersteuning is die op dit moment onder één van de wettelijke verantwoordelijkheden van een gemeente te plaatsen is. Uit recente jurisprudentie blijkt dat ook de rechter in hoger beroep heeft bepaald dat het vervullen van seksuele behoeften niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt.2 Ook het oordeel van een seksuoloog dat (de bevrediging van) seksuele behoeften voor mensen met een beperking volkomen normaal zijn, leidde in deze zaak niet tot een ander oordeel van de Centrale Raad van Beroep. De (lokale) overheid heeft dus op dit moment geen wettelijke rol in het voorzien in deze behoefte.
In het kader van het programma Volwaardig leven laat de Minister voor Medische Zorg op korte termijn een onderzoek uitvoeren met als doel:
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Medische Zorg dat de schriftelijke vragen van de leden Wiersma en Tellegen (beiden VVD), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Sociaal sekswerker hunkert naar erkenning: «Mensen met een beperking hebben ook behoeften en fantasieën»» (ingezonden 3 juni 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.