Ingediend | 12 mei 2021 |
---|---|
Beantwoord | 1 juni 2021 (na 20 dagen) |
Indieners | Lucille Werner (CDA), René Peters (CDA) |
Beantwoord door | Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07872.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3010.html |
Ja.
De individuele studietoeslag (IST) is een regeling in de Participatiewet voor studenten en scholieren van 18 jaar en ouder die vanwege een structurele medische beperking geen inkomsten uit arbeid (bijvoorbeeld uit een bijbaan) kunnen verwerven naast hun voltijd studie. De uitvoering en het bepalen van de hoogte van de IST is de bevoegd- en verantwoordelijkheid van het college van B&W. Om in aanmerking te komen voor de IST moet de beperking structureel van aard en voldoende ernstig zijn. Verder dient een rechtstreeks verband gelegd te kunnen worden tussen het gebrek en het niet in staat zijn van het verwerven van inkomsten uit arbeid door betrokkene naast de studie. Het vereiste dat de medische beperking een structureel karakter heeft betekent dat bij de beoordeling in ieder geval geen verbetering van de medische beperking te verwachten valt binnen een afzienbare termijn. Dat betekent dat de aanwezigheid van een functiebeperking niet automatisch leidt tot recht op de IST.
Ik vind het van groot belang dat studenten of scholieren met een structurele medische beperking die daardoor niet naast hun studie kunnen werken, gebruik kunnen maken van de regeling. Het is niet wenselijk dat de hoogte van de IST per gemeente verschilt. Daarom heeft het kabinet besloten om de regeling te verbeteren en heeft daartoe een nota van wijzing ingediend bij het wetsvoorstel Breed Offensief.2 Onderdeel van de verbetering is het schrappen van de vermogenstoets en de harmonisatie van de hoogte van de studietoeslag. De verwachting is dat hierdoor meer studenten en scholieren in aanmerking zullen komen voor de studietoeslag. Daarnaast creëert de harmonisatie duidelijkheid over de hoogte van de studietoeslag, die bij algemene maatregel van bestuur zal worden vastgesteld, en wordt de onwenselijke situatie waarbij twee studiegenoten een verschillend bedrag aan studietoeslag ontvangen omdat zij in verschillende gemeenten wonen, voorkomen.
Het wetsvoorstel Breed Offensief, waarin de aangepaste studieregeling met een centrale normering van de studietoeslag is opgenomen, is door de Tweede Kamer controversieel verklaard.3 Het is aan de Tweede Kamer om na het aantreden van een nieuw kabinet een besluit te nemen over de verdere behandeling van het wetsvoorstel.
Ik neem het aanbod van de Landelijke Studentenvakbond (De LSVb) en CNV Jongeren aan, om mee te denken over het verbeteren van de informatievoorziening aan studenten en zal met de organisaties hierover in gesprek gaan.
Overigens heeft DUO op verzoek van mijn departement de individuele studietoeslag en de voorgenomen herziening van deze regeling onder de aandacht gebracht van de landelijke organisatie van studentendecanen. Ook is de IST en de voorgenomen herziening van de regeling onder de aandacht gebracht van de MBO raad. Verder is mij uit contacten met een aantal gemeenten, de VNG en Divosa bekend dat gemeenten de afgelopen periode extra inzet hebben gepleegd om de doelgroep beter te bereiken door bijvoorbeeld contacten met lokale onderwijsinstellingen of het WMO loket. De inzet van gemeenten blijft niet onopgemerkt. De CBS cijfers laten een stijgende lijn zien in de totale uitgaven aan dit instrument door gemeenten: van circa 2,5 miljoen euro in 2017 naar 4,6 miljoen euro in 2019. Het voorlopige beeld van de uitgaven in 2020 is 7,1 miljoen euro.
Burgers – zeker kwetsbare burgers – dienen de voorzieningen te krijgen waar zij recht op hebben. Die voorzieningen dienen op een zo eenvoudig mogelijke manier bereikbaar te zijn. Dat geldt ook voor de IST. Vanwege de vertraging van de wetsbehandeling van het wetsvoorstel Breed Offensief heeft de toenmalige Staatssecretaris via het gemeentenieuws van SZW 2020-94 gemeenten opgeroepen om de IST in de geest van de herziening te verstrekken. Ik zal in het Gemeentenieuws SZW gemeenten hier nogmaals toe oproepen. Deze oproep houdt in dat ik gemeenten vraag de IST vanaf de leeftijd van 21 jaar op 300 euro per maand vast te stellen. Voor studenten jonger dan 21 jaar kunnen gemeenten conform het toepasselijke jeugd-minimumloon een lager bedrag hanteren. Onderstaande tabel geeft de verschillende bedragen weer.
Leeftijd in jaren
Verhouding jeugd WML t.o.v regulier WML
21 en ouder
100%
€ 300,00
20
80%
€ 240,00
19
60%
€ 180,00
18
50%
€ 150,00
Ook zal ik in het Gemeentenieuws SZW aandacht vragen voor een eenvoudige aanvraagprocedure, een betere informatievoorziening over de hoogte van de IST en de blijvende investering om de doelgroep beter te bereiken. Ook de VNG heeft mij naar aanleiding van de inventarisatie door de LSVb en CNV Jongeren laten weten een oproep aan haar leden te hebben gedaan om in de geest van het wetsvoorstel de studietoeslag als zodanig vast te stellen.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
De uitvoering van de individuele studietoeslag is gedecentraliseerd en is de verantwoordelijkheid van het College van burgemeester en wethouders. Indien studenten of scholieren vragen hebben over de IST dan kunnen zij het beste contact opnemen met de gemeente waar zij op dat moment woonachtig zijn.