Ingediend | 26 april 2021 |
---|---|
Beantwoord | 29 april 2021 (na 3 dagen) |
Indiener | Laurens Dassen (Volt) |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66), Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07013.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2544.html |
Tijdens de formatieperiode kan een demissionair bewindspersoon deze functie combineren met het Kamerlidmaatschap, zoals is bepaald in art. 57 lid 3 van de Grondwet. Juist om deze rolzuiverheid te bewaken, kan uw vraag 4 niet worden beantwoord door het kabinet.
Het debat gaat vandaag over de notulen van de ministerraden, die het kabinet op 26 april jl. met uw Kamer heeft gedeeld. De Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben in hun rol als leden van het kabinet aan deze ministerraden deelgenomen. De Minister van Financiën zal vanuit deze rol ook deelnemen aan het debat met uw Kamer. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is beschikbaar om deel te nemen aan het debat, mocht deze wens vanuit de Kamer bestaan.
Zie antwoord vraag 1.
Deze mening delen wij niet. Tijdens de formatieperiode kan een demissionair bewindspersoon deze functie combineren met het Kamerlidmaatschap (art. 57 lid 3 Gw). Dit vraagt wel van betrokkenen dat zij expliciteren vanuit welke hoedanigheid zij spreken, en dat zij als Kamerlid in beginsel niet het woord voeren over onderwerpen die binnen hun portefeuille als bewindspersoon vallen.
Kamervragen worden gesteld aan leden van het kabinet. Vragen die zien op de vergaderingen van Kamerfracties, kunnen niet door het kabinet beantwoord worden en moeten gesteld worden in het Kamerdebat.
Zie antwoord vraag 3.