Kamervraag 2021Z05815

De brief van de regering: Bekostiging investeringsvoorstellen uit Nationaal Groeifonds

Ingediend 13 april 2021
Beantwoord 1 juni 2021 (na 49 dagen)
Indieners Silvio Erkens (VVD), Mariëlle Paul (VVD)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Bas van 't Wout (VVD)
Onderwerpen economie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z05815.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3004.html
  • Vraag 1
    Op welke manier is rekening gehouden met een enigszins gebalanceerde verdeling van de bekostiging investeringsvoorstellen Nationaal Groeifonds over het gehele land?

    Spreiding van investeringen uit het Nationaal Groeifonds (NGF) over regio’s is geen doel op zich. De impact op het duurzame verdienvermogen van individuele voorstellen blijft voorop staan. Gezien de verschillen in economisch gewicht tussen de regio’s ligt het in de verwachting dat belangrijke economische clusters ook in de toekomst meer investeringen aantrekken.
    Het kabinet heeft in haar besluit tot toekenning het zwaarwegende en onafhankelijke advies van de beoordelingsadviescommissie gevolgd. Conform de brief d.d. 7 september 20201 kan de commissie een redelijke spreiding van investeringen in de verschillende regio’s in haar advies meenemen. Het doel van het NGF is immers het verdienvermogen van heel Nederland te verbeteren.
    In de eerste ronde is een redelijk evenwichtige spreiding over de regio’s bereikt, vooral als men de grote reserveringen voor infrastructuur buiten beschouwing laat. Ook voor de volgende ronde zullen departementen worden aangemoedigd de regionale spreiding in aanmerking te nemen bij selectie van de in te dienen voorstellen.
    Groningen
    95
    95
    Friesland
    0
    0
    Drenthe
    0
    0
    Overijssel
    30
    30
    Gelderland
    65
    65
    Utrecht
    23
    23
    Flevoland
    0
    0
    Noord-Holland
    1.604
    104
    Zuid-Holland
    1.118
    118
    Zeeland
    56
    56
    Noord-Brabant
    74
    74
    Limburg
    79
    79

  • Vraag 2
    Wordt de conclusie van de adviescommissie om de aanvraag voor de buisleidingen tussen de Rotterdamse haven en het chemiecomplex Chemelot af te wijzen inderdaad gedeeld door de aanvragers zelf? Zijn adviescommissie én aanvragers ervan overtuigd dat dit project ook zonder overheidssteun succesvol van de grond kan komen? Bent u bereid na te gaan of dit daadwerkelijk het geval is en ons daarover zo spoedig mogelijk te informeren?

    In het advies van de adviescommissie is te lezen dat zij inderdaad verwacht dat dit project ook zonder bijdrage uit het Nationaal Groeifonds van de grond kan komen. De fondsbeheerders mengen zich niet in de inhoudelijke weging van voorstellen door de commissie, om zo de onafhankelijke rol van de commissie te waarborgen.
    Het Havenbedrijf Rotterdam neemt vanaf nu het initiatief om, in samenwerking met de betrokken departementen, de propositie voor de buisleidingen verder uit te werken. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft u hierover onlangs geïnformeerd.2 Gedetailleerde business cases per leiding worden opgesteld en relevante alternatieven worden meegewogen uitgaande van de te verwachten volumes. Hierbij wordt ook gekeken of de leidingen privaat gefinancierd kunnen worden.

  • Vraag 3
    Bent u bekend met het in consultatie brengen door de Vlaamse overheid van een buisleidingentraject tussen de haven van Antwerpen en chemiecomplex Chemelot? Welke gevolgen zou het aanleggen van deze Vlaamse verbinding hebben voor de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven?

    Ja. De consultatie in Vlaanderen gaat nu om één buisleiding met een fossiele grondstof voor Chemelot en het Ruhrgebied. In Nederland wordt in samenwerking met andere stakeholders, waaronder het Havenbedrijf Rotterdam, gewerkt aan een verkenning van een buisleidingenbundel voor fossiele grondstoffen, waterstof en gelijkstroom vanuit Rotterdam naar Chemelot en het Ruhrgebied en mogelijk CO2 vanuit Chemelot en het Ruhrgebied richting Rotterdam. De Minister van IenW heeft u hierover onlangs geïnformeerd.2 Over beide tracés wordt afgestemd met Noord-Rijn Westfalen en Vlaanderen, waarmee Nederland samenwerkt in de trilaterale chemiestrategie om gezamenlijk klimaatneutraal te worden in 2050. Naast ontlasting van het spoor, het basisnet en de verduurzaming van de industrie is deze verkenning ook nadrukkelijk bedoeld voor de versterking van de concurrentiekracht van de industrie- en havenclusters in Nederland, waaronder de Rotterdamse haven. Daarvoor is het van groot en gedeeld belang dat de waterstofinfrastructuur met een verbinding tussen Rotterdam en Duitsland tot stand komt.

  • Vraag 4
    Bent u van plan gehoor te geven aan het advies over het voorstel «Buisleidingenbundel», waarover in het Rapport Eerste Beoordelingsronde over de variant met vier leidingen (waaronder een verbinding voor waterstof) wordt gesteld dat de rijksoverheid menskracht beschikbaar moet maken om de regierol te nemen om te komen tot een gezamenlijke private businesscase en budget te reserveren voor de planologische verankering hiervan? En zo ja, op welke wijze?

    Het kabinet onderschrijft het advies van de commissie om capaciteit vrij te maken voor het ontwikkelen van een gedetailleerde business case en de planologische inpassing. Zoals toegelicht in de antwoorden op vraag 2 en 3, heeft het Havenbedrijf Rotterdam het initiatief genomen om, in samenwerking met het Rijk, te komen tot een verdere uitwerking van de studie. Het gaat om de vormgeving van de integrale verdere verkenning, met ook oog op de brede kabinetsbelangen rondom de buisleidingenbundel, zoals verduurzamingskansen voor de industrie in het cluster Chemelot en versterking van de strategische positie van de Rotterdamse haven. Dit project vraagt, zoals de beoordelingscommissie van het NGF in haar advies heeft aangegeven, een gezamenlijke regie op vorm en inhoud, om de belangen van de regio’s, de industriële clusters en ook de Nederlandse positie richting Duitsland integraal te beschouwen. Het is in dit stadium echter te vroeg om te spreken over budgettaire reserveringen.

  • Mededeling - 3 mei 2021

    Op 13 april hebben de leden Erkens en Paul (beiden VVD) vragen gesteld inzake de brief van de regering «Bekostiging investeringsvoorstellen uit Nationaal Groeifonds» (2021Z05815). Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Financiën, dat de beantwoording van de Kamervragen niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, vanwege de interdepartementale afstemming. Ik zal deze Kamervragen zo spoedig mogelijk in mei 2021 beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z05815
Volledige titel: De brief van de regering: Bekostiging investeringsvoorstellen uit Nationaal Groeifonds
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-3004
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Erkens en Paul over de brief van de regering over de bekostiging van investeringsvoorstellen uit het Nationaal Groeifonds